donderdag in week 1 door het jaar

Jezus kreeg medelijden, stak zijn hand uit,... zo lezen we vandaag in het evangelie.

We lezen dat op meerdere plaatsen: Jezus die uit medelijden bewogen een ander tegemoet treedt.

Mede-lijden is een zeer diepe vorm van naastenliefde, een diepschone menselijke eigenschap. Het kan enorm deugd kan doen wanneer je deze bij een ander mag ervaren wanneer je zelf - om welke reden ook - lijdt.

Het mag duidelijk zijn dat het hier niet gaat over een soort compassie van op afstand, een soort oppervlakkige welwillendheid naar de ander toe zonder veel engagement. Echt medelijden gaat over het vermogen van inleven in de ander, meegaan met de ander, en wel op zo'n wijze dat je de ander z'n leed als het ware zelf doorleeft, alsof het je eigen leed geworden is, ook al is het dat in wezen niet. Dat is meelijden; mee lijden met de ander. Het is de ander z'n leed mee dragen.

Medelijden is een vorm van empathie die veel verder reikt dan wollige sympathie. Het is je door het lijden van de ander laten raken, met als gevolg dat deze aanraking je uit je comfortzone haalt. In die zin kan het lijden van de ander je ferm lastig maken. Levinas spreekt zelfs van een waar shockeren. Het lijden van de ander kan je, als het ware, totaal overhoop gooien. Het komt bij je binnen en het doet je binnenkant helemaal omdraaien. Denken we hierbij aan het verhaal van de barmhartige Samaritaan, waarbij de priester en de leviet zo geshockeerd waren bij het zien van het leed van de man die door bandieten beroofd was, dat ze met een boog om de arme man heen liepen om hun tocht verder te zetten. Ook de Samaritaan was geshockeerd, maar het verschil met de priester en de leviet was dat het bij hem tot gevolg had dat hij zich engageerde (uit mede-lijden bewogen) om de gehavende man te helpen.

En dat is het nu juist: wat doet het lijden van de ander met ons? Zet het ons aan om weg te lopen, of roept het ons op en zet het ons in beweging ons te engageren de ander in z'n leed tegemoet te treden?

Het is menselijk dat het leed van de ander je in een soort innerlijk conflict brengt. We moeten dat ook niet ontkennen. Een bedelaar langs de kant van de weg maakt het ons lastig. Een zoveelste oproep om een financiële storting over te doen naar door droogte getroffen land ver van hier maakt ons innerlijk onrustig. Dat lastig gevoel, die onrust, is op zich niet slecht. Van belang is dat we dat gevoel toelaten. Want ook hiervan kan je weglopen. Het toelaten kan je tot groei zijn. Je mag dat gerust 'genade' noemen. Het is een gevoel dat je uit een zeker egoïsme wilt wegtrekken om je te engageren naar de ander toe.

Eerder deze week zag ik de film 'Lourdes' uit 2021 van de regisseurs Demaizière en Teurlai. Zeer sterke film. Op een gegeven moment laat men een priester op rust aan het woord die het volgende vertelt (ik citeer): ‘De arme mensen, de gekwetste mensen, de gebroken mensen… Ik druk me sterk uit, maar dat zijn mensen die ons hinderen, die ons storen. Ik heb hulpbehoevenden de communie gegeven. Aan verlamde mensen dus. Als ik hun verwrongen gezicht zag, dan stoorde me dat. Het verhinderde me op mijn gemak te zijn. Het verhinderde me om me fijn te voelen. Ik ben bang dat ik er niet voor ze ben, dat ik het niet aankan, dat ik niet weet wat ik moet doen. Ik leef in angst. Ik ben bang van de ander. Ik vraag u Maria, de moed om mijn angst te overwinnen, mijn angst voor de ander. Misschien ook de angst voor mezelf.’

Deze priester drukt helder uit wat het leed met een ander ons kan doen. Het kan ons inderdaad storen. Het kan ons persoonlijk gelukje ferm overhoop halen. In zekere zin kan het ons zelfs 'angstig' maken, zoals deze priester het uitdrukte; angstig voor de ander, angstig ook voor jezelf. Ja, angst voor je diepste zelf, die oproept om 'goed te doen', je engagerend naar de ander.

Jezus toont ons vandaag dat het kan. Hij is er niet enkel het voorbeeld van, maar ook de kracht. Door zijn inwoning in ons, en door ons toevertrouwen aan Hem, kunnen we in de genade en de kracht leven ons door innerlijk mede-lijden bewogen naar de ander toe te begeven, en wel in naam van de Heer.

Christen zijn betekent niet enkel een leven leiden met Bijbel en rozenkrans in de zetel. Dit kàn het zijn voor zij die (letterlijk) door ouderdom of ziekte niet meer 'de straat op kunnen'. Hun toewijding en gebed is van fundamenteel belang voor het leven van de Kerk. Maar zij die nog lichamelijk en geestelijk vitaal zijn betekent christen zijn ook je geroepen weten letterlijk naar de ander toe te gaan, met een warme genegenheid voor wat broos en arm is in deze wereld. Dat is de missie van de Kerk. Het is haar roeping. Het is de opdracht van ieder van ons.

Laten we er ons persoonlijk, en als gemeenschap, met veel liefde aan toewijden. Opdat God een gezicht krijgt in deze wereld.

Laten we dit doen in de vrede en de vreugde van Pasen.

kris

Reacties

  1. Dankjewel Kris.

    Ik maak er een "goed voornemen "van !
    Laten we vurig voor elkaar bidden om échte barmhartigheid !
    Zoals de priester in Lourdes getuigde ...zo voel ik me ook dikwijls .
    Heer geef mij en ons Uw Kracht om mensen met hart en ziel te helpen !
    Zo bewust worden dat het niet wij zijn of ik ben ,maar door HEM die in ons lééft !

    BeantwoordenVerwijderen
  2. laten we uitgaan in de wereld om onze eigen diepste wensen en verlangens te realiseren en er tegelijkertijd volledig voor openstaan om ons te laten raken door het lijden van de Ander, die we op die weg ontmoeten. het leven van die paradox is het navolgen van Christus. denk ik.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten