donderdag in week 3 door het jaar
Jezus zegt ons vandaag: ‘Je pakt toch geen lamp om hem onder een korenmaat te zetten of onder een bed weg te bergen? Nee, je zet hem op een standaard. Alles wat verborgen is, moet openbaar worden gemaakt, en alles wat geheim is, moet aan het licht komen.'
Wat deze uitspraak niet wil zeggen is dat God met een soort zoeklamp op ons leven schijnt zodat al onze duistere kantjes publiekelijk aan het licht komen met als mogelijk gevolg: schaamte en verlegenheid. Daar gaat het duidelijk niet om. Het gaat erom dat we toelaten dat het licht van God, het licht van de Waarheid, op ons leven mag schijnen zodat alles helder wordt, en we ons in een diep toevertrouwen schenken aan Hem, om vanuit zijn barmhartigheid vergiffenis te ontvangen en te ervaren, en ons opnieuw gezonden te weten. Dat is de essentie. Dat is de bevrijding, de verlossing, die God aan ons - in Christus - niet enkel wil bewerkstelligen, maar heeft bewerkstelligd.
Heeft bewerkstelligd... En wel op Goede Vrijdag en Pasen destijds, tweeduizend jaar geleden. Dan is ieder, en ook wij dus, verlost. Wij zijn geroepen om in deze verlossingsgenade te leven. Door de kruisdood en de opstanding is het paradijs - bij wijze van spreken - hersteld, en zijn wij dus geroepen te leven alsof er geen 'zondeval' is. Ja, da's onze roeping.
De realiteit leert ons echter dat 'de zonde' niet uit ons leven weg is. Als mensheid, en ieder van ons individueel, vechten we dagelijks het innerlijk oorlogje uit tussen goed en kwaad, met neigingen zowel tot de zonde als tot het goede. Ach, het is niemand vreemd.
En toch... ja, en toch. We moeten de kruisdood en opstanding van de Heer ernstig nemen, en heel bewust in deze paasgenade gaan staan. En natuurlijk heeft ieder van ons, juist door onze innerlijke oorlogjes, nood aan bevrijding, maar we mogen absoluut de paasgenade van toen niet uit het oog verliezen... Het is trouwens niet enkel een genade van toen, het is ook een genade van nu, en wel voor ieder van ons. En het is onze roeping in deze genade te staan opdat de bevrijding aan ons gedaan ten volle kan verwezenlijkt worden doorheen heel onze persoon, door al wat we zijn en doen.
Dat gebeuren in de diepte doorleven zal ons doen 'zingen' van vrede doorheen een leven getekend door goedheid zich uitend in daden en gebed.
Wat we ervaren en doorleven, zullen we (willen) uitdragen. We zullen het, bij wijze van spreken, niet voor ons kunnen houden. Niet enkel omdat onze mond zal overlopen waar ons hart vol van is, maar vooral ook omdat we ons gezonden zullen weten het bevrijdende licht niet onder een korenmaat of onder een bed te stoppen, maar juist op een standaard te plaatsen, zoals het evangelie van vandaag vraagt.
We moeten ons inderdaad de vraag durven stellen: 'Zien de mensen aan ons dat God ons bevrijd heeft in Christus?' Zien ze in onze daden, in de keuzes die we maken, in onze gemeenschapsbeleving, in de manier waarop wij mensen ontmoeten, dat het christendom in wezen een bevrijdend gebeuren is? Ziet de wereld aan onze wijze van leven dat de Kerk een vreugdevolle boodschap in zich draagt?'
Niet dat we heel de dag door met een soort opgeklopte zoete glimlach moeten rondlopen. Maar men mag wel aan ons zien dat we leven vanuit een werkelijkheid die ons in de diepte verlost heeft, die ons innerlijk blij maakt, die ons van binnenuit stuwt en ons doet liefhebben, zonder schijn en zonder ophouden.
Een christen is niet geroepen om de Paasgedachte mee te dragen als een soort principe waarnaar we kunnen leven. Pasen was en is genade, belevend in al ons doen en laten doorheen de keuzen die we maken en het concrete leven van elke dag.
En ja, dat mag gezien worden. Dat heeft niets met hoogmoed te maken, maar integendeel: met liefde, met nederigheid, met christendom.
kris
Dat heeft niets met hoogmoed te maken, maar integendeel: met liefde, met nederigheid, met christendom.
BeantwoordenVerwijderen