dinsdag in week 4 van de veertigdagentijd

De psalm eindigt vandaag met: ‘Kom en zie wat de Heer heeft gedaan.’

Deze uitnodiging zou de uitgestrekte had moeten zijn van de Kerk: een Kerk die verwelkomend is, een Kerk die wat kan laten zien.

Verwelkomend voor iedereen: ik denk aan gelijkgezinden in geloofsvisie maar ook allen die er een andere mening op nahouden. Mensen die het zogenaamde rechte pad bewandelen maar ook zij wiens levensweg kronkelig verloopt. Zij die menen onbevlekt ontvangen te zijn maar evengoed de deugnieten van onze samenleving. Rijken zijn welgekomen, net – en misschien vooral – zoals ook de armen welkom zijn. Vluchtelingen en ontheemden, zij die zogenaamd fluitend door het leven gaan alsook zij die lijden onder depressie, eenzaamheid of welke donkerte ook. Stokouderen, ouderen, volwassenen, vrouwen, mannen, jongeren, kinderen, baby’s, geboren en nog niet geboren, allemaal zijn ze van harte welkom. Of zouden moeten zijn.

En dit, lieve mensen, om de eenvoudige reden, dat voor Jezus iedereen welkom was; elk mensenkind zonder onderscheid.

Niet om een gezellig onder-onsje te hebben met allen die zouden binnenkomen, wel omdat in het samenzijn de liefde zou gevierd worden: Gods liefde.
Deze liefde, waarvan Jezus het levend hart is, is een haard waar mensen zich kunnen komen warmen, een gemeenschap waar gedeeld wordt, waar onrecht wordt bestreden, waar het goede gesprek gevoerd wordt, waar niet geoordeeld wordt, waar het broze gekoesterd wordt, het zieke geheeld,… kortom: een plek waar gemeenschap beleefd wordt, en wel vanuit Gods aanwezigheid.

Dát, lieve mensen zou iedereen moeten zien die hun blik richten richting Kerk; niet het stenen gebouw, maar het mystieke Lichaam van Christus: u en ik, en wij allen.

Laten we de deuren van ons hart wijd open zetten, alsook de deuren van onze huizen, onze gemeenschappen, onze parochielokalen, onze kerkgebouwen,… Moge het een ingaan en uitgaan zijn: wij naar de wereld, gezonden als we zijn. Maar ook iedereen verwelkomend, zoals het evangelie dat vraagt.

En dit met een evangelische warmte om U tegen te zeggen. Laten we geen angst hebben dit engagement aan te gaan. Beter met vuile handen aan tafel met een rein hart, dan met propere handen aan tafel met een bekrompen en op zichzelf gericht hart.

Moge de eenvoud en de vreugde van het evangelie onze metgezel zijn.

kris

Reacties

  1. Water uit de tempel. De tempel is het huis van God, de ontmoetingsplaats van de mens met zijn God. God is de bron van leven. Hij laat Zijn leven vloeien in de aderen van Zijn mensen. En de Kerk is de middelares die dat goddelijk leven bemiddelt. In de Kerk leeft Christus. De Kerk is Christus, zij is Zijn lichaam. De Kerk mag leven geven aan de wereld, leven, vreugde en vrede. De lamme man in het evangelie lag er al 38 jaar lang, daar bij de badinrichting Bethesda. Maar dat natuurlijke water kon hem niet helpen. Daarvoor had hij Jezus nodig. En Jezus had ook die natuurlijke waterbron niet nodig om de man te genezen. Jezus is zelf Gods kracht en Gods leven, neergedaald op aarde, door de H. Geest in de schoot van de Maagd Maria. 'Sta op', zegt Jezus, ' neem uw bed en loop'. En dat is alles. Dat is het scheppend woord van God. Christus is dat woord. Door Hem had God alles geschapen in den beginne. Nu komt Jezus op aarde om de gevallen schepping weer op te richten. En de verlamde man is daar een exponent van. De wereld wacht al zo lang op redding, wij misschien ook. Vandaag is het de dag van het heil. Vandaag komt Jezus langs. Bij de lamme, maar ook bij ons, in de eucharistie, in ons gebed en in de mensen die wij vandaag gaan ontmoeten.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Het water stroomt uit de tempel. Voor mij beeld van de genadestroom die vloeit uit het doorstoken hart van de Heer. Amazing grace!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Heel juist! Jezus' doorboord hart is de bron van die genadestroom.

      Verwijderen

Een reactie posten