maandag in week 3 van de veertigdagentijd

Zoals een hinde smacht naar stromend water, zo smacht mijn ziel naar U, o God.
Zo zingt de psalmist vandaag.

Smachten als een hinde naar stromend water... Doen we dat niet allemaal? Smachten, verlangen, met heel onze binnenkant, naar God?

Augustinus spreekt over het verlangen als een diepe vorm van gebed. Hij schrijft: 'Uw verlangen is uw gebed; indien u onophoudelijk verlangt, dan bidt u ook onophoudelijk. Niet voor niets heeft de apostel gezegd: “Bid zonder ophouden” (1 Tes. 5,17). Moeten wij nu voortdurend op de grond knielen, het lichaam uitgestrekt en de handen opgeheven, omdat hij ons zegt: “Bid zonder ophouden”? Indien wij alleen dit bidden zouden noemen, dan zie ik niet in dat wij het zonder ophouden kunnen verrichten. Maar er rust in de ziel een ander gebed, een inwendig gebed dat geen einde kent, namelijk het verlangen. De vlam van de liefde is het roepen van het hart. Als uw liefde zonder ophouden brandt, dan roept u ook zonder ophouden; als u zonder ophouden roept, dan verlangt u ook zonder ophouden.'

Bidden doen we dus niet enkel wanneer we expliciet aan het bidden zijn, maar we zijn reeds aan het bidden wanneer we verlangen in God te leven. Dit verlangen wordt in ons gelegd door het stille waaien van de Heilige Geest in onze ziel. Het is Gods gloed die ons doet verlangen, en die ons dán reeds in het gebed brengt.

Het gaat om innerlijke dorst. En als die blijvend is kan die soms erg lastig worden. Het kan zelfs enige frustratie opwekken. En toch is het goed die dorst te koesteren. Het gaat hier immers om een hunkering die ons wordt 'aangedaan', een dorst die 'in ons wordt gelegd'; als een gave Gods. En wat God geeft mag toch gekoesterd worden als een hoog goed?

Je kan de dorst ook wegduwen. Er niets mee doen. Alsof ze er niet is. Zo doof je Gods gloed. Je leeft, in het beste geval bid je ook, maar je innerlijke vlam komt op een heel laag pitje te staan. De dorst koesteren is je plaatsen onder Gods genade, toelatend dat Hij je binnenkant kneedt en maakt tot een zuivere tempel waar je Hem in waarheid kan ontmoeten en Hij jou.

Laten we het innerlijke smachten naar God in stilte, en biddend, omarmen. En wel als gave Gods. Moge het een weg zijn van steeds meer eenwording met de Heer.

kris

Reacties

  1. De psalmen worden mij steeds dierbaarder. Ik heb een tijd gehad dat ik die liever oversloeg maar nu zie ik steeds meer hoe waardevol en mooi ze zijn. Dank je Kris voor het openen van mijn ogen in deze.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dag Roosje,
      ook de psalmen behoren tot het Woord van God.
      Heel het psalmboek is een onuitputtelijke bron van wijsheid.
      Zelfs in de meest lastige psalmen (die echt schuren door het woordgebruik) mogen we God horen en Hem aanwezig weten.
      Het is binnenlaten, zoals het er staat. Heel dikwijls stoten we dan op een solidariteit van God met de mens die vecht of zelfs vloekt. Voor Hem mogen we staan zoals we ons nu voelen, of zoals volkeren zich ergens in de wereld, nu voelen. In solidariteit met hen bidden we mee...
      Héél véél over te zeggen...

      Verwijderen
    2. Jezus trekt ons mee in Zijn relatie met de Vader. Dat wou Hij ook doen met Zijn dorpsgenoten. Die wilden Hem in de afgrond duwen, d.w.z. ze wilden dat Jezus weer deed zoals vroeger: timmerman zijn. Het is de bekoring die voor Jezus - en ook voor een priester - altijd terugkomt: 'Maak van die steen daar brood; verdien met stenen metselen je brood. Doe iets alledaags. Dan kunnen we mee, want jij wilt ons zo hoog doen vliegen, maar wij zijn maar mensen. Doe gewoon; bouw aan de wereld'. Maar Jezus gaat niet in op die beproeving die altijd maar terugkomt. Hoe aantrekkelijk ook, ook een priester moet een man van God blijven. En eigenlijk wij als gelovigen ook. We mogen het bidden nooit achterwege laten. En de psalmen zijn daar een goede hulp bij.

      Verwijderen
  2. Maar er rust in de ziel een ander gebed, een inwendig gebed dat geen einde kent, namelijk het verlangen. De vlam van de liefde is het roepen van het hart. Als uw liefde zonder ophouden brandt, dan roept u ook zonder ophouden; als u zonder ophouden roept, dan verlangt u ook zonder ophouden.’

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Heel veel dank voor jullie reacties. Het maakt mij blij en geeft mij kracht. Een inwendig gebed, een voortdurend verlangen naar de Heer. Hoe prachtig is dat. Ik ben een dankbaar mens, zoekend en struikelend maar wel op weg samen met jullie.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten