vrijdag in week 1 van de veertigdagentijd

Denken jullie dat Ik het toejuich als een slecht mens sterven moet? – spreekt God, de Heer. Nee, Ik wil dat hij tot inkeer komt en in leven blijft.
Zo horen we vandaag bij de profeet Ezechiël.

Het mag duidelijk zijn dat God niemand de dood toewenst, ook - en vooral - de zondaar niet. Wat God wel wil is dat de mens met een slechte inborst tot berouw en inkeer komt en zo het leven herontdekt.

Doorheen gesprekken met heel wat mensen hoor ik vaak dat mensen moeilijk afstand kunnen nemen van dagelijkse kleine zondekes. Diep vanbinnen verlangt men ze achter te laten, maar het lukt niet. Of men wilt niet. Alsof men het nodig heeft. Goed wetend dat het eigenlijk om zonden gaat.

Een mens is wat dat betreft een raar wezen. Weten dat het niet goed is, en het toch doen; en wel dagelijks. Als dit lange tijd aanhoudt bestaat het gevaar er in dat men er zelfs in gaat berusten; nog net niet goed pratend. Op z'n minst merkwaardig te noemen.

Wat speelt er toch in een mens dat hij zo'n schrik heeft volledig afstand te nemen van die praktijkjes? Terwijl hij het wil?

Ik vermoed dat er een zekere angst is om wat de liefde dan gaat vragen. Het is natuurlijk zo wanneer we ons ten volle toevertrouwen aan de Heer, dat Hij ons in zijn dienst neemt, en mogelijks dingen vraagt die we anders niet, of toch niet in die mate, zouden doen.

Konden we maar de diepe innerlijke vreugde, of vrede, bevroeden wanneer we ten volle afstand zouden nemen van onze nee-woorden, ons helemaal toevertrouwend aan de Heer en zijn roep in ons.

Onze nee-woorden zijn dikwijls zo kleinzielig, egoïstisch en plat, en vernietigend voor onszelf. En vaak ontnemen we daardoor het recht van anderen die - moesten we ja hebben gezegd - konden genieten van ons ja-woord, van onze liefde voor hen.

Geliefde mensen, de Heer wacht. Niet om ons te oordelen, integendeel. Hij strekt zijn hand uit, in Gods liefde smekend onze nee-woorden achter te laten, om in zijn naam Gods liefde te zijn. Hij wil dat we leven en dat we daardoor de wereld leven geven.

'Ik zeg je, sta op', is opstaan, kiezen voor het leven. Het is je geven aan Christus' aanwezigheid in en onder ons. Het is je nee-woorden vaarwel zeggen met de uitdrukkelijke wens dat ze nooit meer terug komen. Het is 'ja' zeggen, en daar vreugde aan beleven. Het is mét de Heer opstaan en in innige verbondenheid met Hem Gods liefdeslied zingen doorheen ons gebed voor de wereld, en naar allen toe die we ontmoeten doorheen de dag.

Kom, laat ons opstaan, bidden en leven.

kris

Reacties

  1. Inderdaad Chris, angstig om wat de liefde zou vragen...
    Moge God ons bevrijden van deze angst.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Mooi gezegd dat door berouw en inkeer, het leven herontdekt wordt.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Voor God, in ons geestelijk of innerlijk leven, kunnen we nooit met pensioen gaan. We kunnen nooit op onze lauweren (van gisteren) rusten. We kunnen nooit zeggen: 'Toen ik jong was, heb ik genoeg gebeden en gedaan, nu doe ik niets meer'. Zeker, onze lichamelijke krachten verminderen, daarom mogen wij in het burgerlijk leven met pensioen gaan. Maar ook dan wil God dat we blijven groeien in liefde voor Hem en ook voor elke andere om ons heen. Ook als we ouder worden, mogen we voortdoen met bidden en met liefhebben.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten