dinsdag in week 3 van de veertigdagentijd
Op de vraag van Petrus hoe dikwijls men moet vergeven, antwoordt Jezus: 'Niet tot zevenmaal toe, zeg Ik je, maar tot zeventig maal zeven.'
Waar mensen elkaar vergeven, waar verzoening plaatst vindt, daar wordt terug veel mogelijk. Het heeft iets feestelijks. Wat stuk was is immers hersteld en de gevolgen zijn alleen maar van goede aard: vrede, vreugde, eenvoud, gemeenschap.
Het goede nieuws is dat we als christenen dit niet alleen hoeven te doen. We mogen vergeving schenken in Jezus' naam. Dat wil zeggen: vanuit zijn aanwezigheid en genade in ons. Geheel alleen, los van Hem, zou het veel moeilijker zijn. Koppigheid, hoogmoed, hardheid,… zijn dikwijls remmingen die ons weerhouden te kunnen vergeven. Jezus wil en kan ons hier van bevrijden en ons tot mensen maken die werkelijk tot vergeving kunnen komen. Maar Hij vraagt dat we ons schenken aan Hem, opdat Hij kan doen wat Hij wil doen, namelijk ons bijstaan met zijn genade. Laten we ons openen voor Hem, onze hoogmoed afleggen, Hem binnen laten. En echt hoor, dan wordt er veel mogelijk. Ook vele dingen die we voorheen als niet mogelijk achtten.
Wie voor zichzelf toch vaststelt dat hij moeilijk kan vergeven of daden van verzoening kan stellen, is het goed dat hij deze weg van groei biddend bewandelt. Drie sleutels:
1. In gebed kijken naar de Heer die zelfs zijn beulen vergaf op het kruis.
2.Vragen om de gave van het kunnen vergeven. Vraag en gij zult verkrijgen…
En 3: Trachten, ook kijkend naar de Heer, in de liefde te blijven. Liefde zet altijd aan tot het schenken van vergiffenis.
Het gebed is een wonderlijke gave; een sleutel van echte menswording, een weg van verzoening en vrede, een pad dat ons tot vergevingsgezinde mensen maakt.
Laten we met z’n allen de weg van het gebed en de vergeving proberen te vinden en te gaan. Het geeft enkel mooie vruchten: voor onszelf, onze huisgenoten, onze collega’s of wie dan ook. En als Kerk geven we tevens een sterke getuigenis van waarachtig christelijk leven.
kris
Een schuld van 10 000 talenten is een onmogelijke schuld. Een talent was 6 000 denariën of 6 000 daglonen. - Heer, U zegt: dat is de schuld die Ik jou vergeef. Maar, Heer, ik ben toch zo slecht niet? Hoe kunt U dan spreken over zo'n onmogelijke schuld van mij? - Uw schuld is groot, omdat Ik alleen maar goedheid en liefde ben. Daarom is de kleinste zonde nog een miskennen van Mijn liefde. Dat doet Mij zo'n pijn. Maar Mijn Zoon heeft in Zijn wonden alles voor jou goed gemaakt.
BeantwoordenVerwijderen- Heer, mijn broer of zus heeft ook misdaan tegen mij. - Ja, maar in vergelijking met wat jou vergeven werd, is dit maar een bagatel. Niet niets, want 100 denariën zijn toch ook 100 daglonen, zeg maar een derde van een jaarloon. Niet niets dus, maar in vergelijking met wat Ik door Mijn Zoon aan jou kwijtschold, toch maar een bagatel. Wees dus goed voor uw broer of zus, zoals Ik goed ben voor jou. Ik ben alleen maar goed. En Mijn Zoon had voor jou Zijn leven over; Hij gaf zich tot op het kruis voor jou. - Heer, ik kan maar wat stamelen en zeggen: Dank U wel.
Ja vergeven zal toch moeilijk worden NU met die oorlog waar zoveel onschuldige mensen onnoemlijk leed wordt aangedaan .. om nog maar niet te zwijgen over al die ellende die nog zal volgen .. al die levens die verwoest zijn ..dan denk ik toch waarom zijn we op
Verwijderendeze aarde zo wreed voor elkaar .. wat heeft God in onze harten gezaaid en wat maken wij daarvan .. kunnen we zulke daden vergeven .. zelfs ik ben er NIET bij betrokken maar voel toch een enorme haat groeien tegen Poetin en zijn aanhangers in mijn hart .