vrijdag in week 1 advent

Nadat Hij een huis was binnengegaan, kwamen de blinden naar Hem toe.
Zo lezen we vandaag in het evangelie.

Verder lezen we dat, door hun sterk geloof, de blinden hun ogen open gingen. Maar, en daar wou ik even met u over nadenken, het gebeurde in dat ene huis.

Een aanraking van de Heer gebeurt doorgaans niet op straat, niet in het rumoer van de wereld. En dat heb ik het niet over de Heer ontmoeten in de armen die we vaak op straat tegenkomen, of doorheen situaties die zich ook in rumoer voordoen. Ik heb het over het intieme samenzijn met de Heer, in ‘afzondering’. Het is zo’n beetje hetzelfde waar Jezus zegt: ‘Als jullie bidden, trek je dan terug in je huis, sluit de deur en bid tot je Vader die in het verborgene is.’ (Mt.6,6).

We hebben die afzondering, die stilte, nodig om de Heer te kunnen ontmoeten, om Hem te kunnen welkom heten. Ook al zijn we geroepen ons te engageren in de wereld, soms is het goed, en nodig, momenten vrij te maken waar je even niet – bij wijze van spreken – in de wereld bent. Het zijn momenten tussen de Heer en jij, momenten van afzondering.
Als een jong koppel verliefd is doen ze niet liever dan af en toe geheel alleen zijn met elkaar, om puur onder mekaar te praten, samen te zijn, te knuffelen. Iets soortgelijks is het met onze omgang met de Heer. We hebben die momenten nodig om onze relatie met Hem te verzorgen, te soigneren.

Die momenten kunnen letterlijk in een andere ruimte zijn (in de meeste gevallen zal dat ook zo zijn), maar in wezen gaat dat vooral om een ruimte in jezelf. Een ontmoetingsplekje voorbestemd voor de Heer en jijzelf. Om in stilte bij elkaar te zijn, of te praten, van Hem te ontvangen.

Dat hoeven niet altijd top-momenten te zijn, of wauw-ervaringen. Soms zijn het gewoon momenten van verstilling, met weinig alleluia-gevoelens. Gewoon bij Hem zijn, zoals Hij bij u is. Met dat innerlijke diep verlangen in Hem te mogen leven, vanuit zijn aanraking.

Het zijn gelegenheden scheppen waarbij je ten diepste toelaat dat God je aanraakt, ook en vooral die plekjes die genezing nodig hebben. Zoals bij onze twee blinden vandaag. Het is je openen voor Hem zodat Hij aanwezig kan komen in je donkerte. De Heer doet niet liever dan dat.

En dat moet inderdaad niet gebeuren op straat. Dat is iets tussen de Heer en u, iets dat zich in afzondering en stilte voltrekt.

Soms gebeurt die aanraking op één moment. Soms gaan daar weken, maanden of zelfs jaren over. Belangrijk is dat we tijd nemen voor die momenten, liefst dagelijks. Met een zekere discipline. Dit laatste hebben we nodig want al snel verglijden onze voornemens dagelijks tijd vrij te maken voor Hem tot zo goed als niets. Tijd maken voor de Heer vraagt een gezonde discipline, een keuze waarin je doorheen de tijd volhardt.
Voor mensen die een druk bestaan hebben is dit niet evident. Maar als het niet lukt is dit een gouden tip: sta een kwartier vroeger op, en ’t probleem is opgelost.

Wanneer we spreken over ‘Hoop doet leven’, is dit dus ook dit: tijd maken voor je uitdrukkelijke gebedsmomenten, zodat hoop niet verglijdt tot een iets dat verdwijnt als een zeepbel. Hoop moet gekoesterd worden, in die zin dat er aandacht aan moet geschonken worden, en dat er dus werk van moet gemaakt worden. Zoals we drie maal daags eten omdat ons lichaam nu eenmaal voedsel nodig heeft, zo is het goed met regelmaat tijd te maken voor de Heer, en wel om dezelfde reden dan dat we eten: onze ziel heeft voedsel nodig.

Om vanuit deze ontmoetingen te leven. In wezen hoeven we zelfs het gebed niet te verlaten. De geest van het gebed kan aanwezig blijven in al ons doen en laten. Maar dat neemt niet weg dat expliciete gebedsmomenten van fundamenteel belang zijn.

Een mooie en gezegende vrijdag voor ieder van u.

kris

Reacties


  1. Nog een korte tijd en de Libanon zal een boomgaard worden en de boomgaard een woud, zegt Jesaja. Als hij dat zegt, dan zal de Libanon niet veel meer geweest zijn, denk ik. Het woud was leeg gekapt, zoals het Amazonewoud in onze dagen ook leeg wordt gekapt. Maar de profeet ziet het zitten. Hij steunt op zijn God. God is zijn fundament, zoals hij gisteren al zei. De doven zullen weer verstaan wat in de synagogen en in de tempel voor wordt gelezen en de blinden zullen na duisternis en nacht weer zien. De tijd van de ongerechtigheid en de onrechtvaardigheid is voorbij. Jacob zal zijn kinderen weer zien in een groot getal. Dan zullen zij Gods Naam loven. De warhoofden komen tot inzicht, de opstandigen tot rede. Sterke taal, niet? Zou dat ook in onze tijd weer waar worden? Ik denk het wel, want God is altijd groter. Elke dag, in elk religieus tijdschrift, lees ik dat onze Kerk niet veel meer voorstelt. Dat zie ik ook rond mij. Wij betekenen niet veel meer. Maar is dat wel zo? Was dat vroeger beter? Zeker, toen zaten de kerken tamelijk vol en de priesters en religieuzen waren met velen. Maar ook toen ging het om geloof in een besloten kring. Uitstraling op het publieke forum had ons geloof toen ook niet echt. Natuurlijk, de CVP was een grote partij en omdat de kerken zo goed bezocht werden, sprak de overheid niet van snoeien en inbinden. Maar wat was er toen te zien van ons geloof? Toch ook maar dat de mensen in de huiskring baden en ’s zondags naar de kerk gingen? Toch deed niet iedereen dat. Als ik onze straat overschouw waar ik woonde toen ik klein was, dan gingen daar maar weinig mensen naar de mis. Maar de Kerk had aanzien, de priester had aanzien op de parochie, het kloostertje van de zusters dat er op elke parochie was ook. Maar ook toen was er van het geloof alleen maar het gebed te zien en de goede geloofsoverdracht in school en gezin. Dat het geloof de samenleving veranderde, was ook maar ten dele waar. Maar de mensen deden wel meer dan nu wat de Kerk voorhield. Toch geleken de gelovigen toen ook nog op de twee blinden uit het evangelie van vandaag. Die blinden volgden Jezus. Maar welk volgen was dat? Als je niet ziet, kan je Jezus niet echt volgen. Maar Jezus laat hen zien. Hij laat hen zien waar het Hem om te doen is: God beminnen en de naaste. Wie dat eenmaal inziet, diens leven verandert totaal. De blinden mochten van hun genezing niets zeggen, omdat de mensen hen toch niet zouden geloven en Jezus in gevaar zouden brengen. Toch konden ze niet zwijgen. Ik geloof dat dat ook in onze tijd weer zal gebeuren: enkele jonge mensen gaan Jezus ontdekken en anderen met zich meetrekken. Dan wordt de Libanon weer een woud, onze Kerk een boomgaard die vruchten draagt voor God en voor de samenleving.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Als er geen visioen meer is, dan geraakt het volk losgeslagen.

    Goddeloze leiders verwoesten het land

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Toch was er vroeger méér, er was de christelijke gezondheidszorg, de christelijke scholen, christelijke jeugdbewegingen, caritas enz... Het christendom heeft de hele maatschappij doordesemd en opgebouwd. Nu zijn we een minderheid maar blijven gist in het deeg, misschien meer dan we vermoeden. Volhouden dus!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Het is juist dat wat ik wilde zeggen. Vroeger was er inderdaad meer christelijk geïnspireerde gezondheidszorg en onderwijs. Maar ook nu is er nog iets daarvan. In ons woonzorgcentrum zijn er geregeld stiltemomenten (bezinningen) en elke week ga ik voor in een h. mis op telkens een andere afdeling. De jeugdbewegingen waren ook meer christelijk geïnspireerd. Maar toch deden velen het omdat er velen waren die het deden. Toch zou ik de moed niet willen zien zakken. Onze christelijke media zijn hier volgens mij te negatief als ze zeggen dat we niets meer betekenen. Als wij bidden en Bijbelcitaat bezoeken, dan verandert ons dat en dat heeft zijn vruchten ook op het maatschappelijk gebied. Wij gaan juist omdat we geloven wat anders handelen. Vroeger heeft men het te veel gedaan uit gewoonte of uit traditie, maar natuurlijk waren er toen ook heilige mensen. Nu ook, denk ik. En in het geloven gaat het toch niet om de titels in de krant te halen?

      Verwijderen
  4. Bemoedigende reactie. Volhouden maar. Kris gaf weer een goede beschouwing, wel niet altijd evident. Fijne dag allemaal

    BeantwoordenVerwijderen
  5. een beetje gist in het deeg.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten