zaterdag in week 1 advent

Vandaag lezen we in het evangelie: Toen Jezus de mensenmenigte zag, voelde Hij medelijden met hen, omdat ze uitgeput en hulpeloos waren, als schapen zonder herder. 

Laten we eens kijken naar de mensenmenigte van vandaag; wereldwijd, maar ook rondom ons; in onze straat, en misschien wel in eigen huis. We leven in lastige tijden. Veel mensen zijn vandaag levensmoe en vechten tegen depressie. Sommigen verlangen zelfs liever dood te zijn dan morgen weer de dag te moeten aangaan,… Zonder een onheilsprofeet te willen zijn, is het gewoon een feit dat vele mensen vandaag de dag 'op’ zijn, om welke reden ook. Men mist houvast in het leven, men mist bestaans-zin, een doel om voor te leven.

In deze dagen komt de kerstversiering weer boven. We zien het langs vensters en in voortuinen. Mooi, en ook zinvol, in deze donkere dagen. Maar het is tevens een feit dat er achter heel wat gevels een verborgen leed aanwezig is getekend door moeheid en eenzaamheid. Het evangelie vandaag spreekt over ‘uitgeput, hulpeloos, als schapen zonder herder’. Jammer genoeg een reëel beeld voor heel wat mensen.

Jezus nodigt ons vandaag uit om, net zoals de leerlingen, naar deze mensen toe te gaan. Geen makkelijke opdracht. En wie er aan begint weet dat het geen einde zal kennen.

Belangrijke vraag is: Vanuit welke bewogenheid doen we dit?

We lezen vandaag: Jezus voelde mede-lijden met hen... Jezus koos er voor om met hen mee te lijden. Hij had hen zo lief dat Hij hun lijden in hart en ziel meedroeg. Dat is ware empathie, échte broederschap. En dan zag Hij, achter al dat lijden, de werkelijke nood van veel van deze mensen: ze leefden als schapen zonder herder.

En hoor de woorden van Jezus tot de leerlingen: 'Ga naar deze verloren schapen en verkondig dat het koninkrijk van de hemel nabij is. Genees zieken en wek doden op, reinig mensen die door een huidziekte onrein zijn, en drijf demonen uit. Om niet hebben jullie ontvangen, om niet moeten jullie geven!'

De zending waarmee Jezus ons zendt is geen andere zending dan deze aan het adres van de leerlingen.

Wat kunnen we doen? Wat mogen we doen? Wat moeten we doen?

Wel, ik zou zeggen: op de eerste plaats oog hebben voor hen die uitgeput zijn. Met andere woorden: ze 'willen' zien, ons niet afkeren van hen. Dit vraagt dikwijls al een hele ommekeer.

En dan naar hen toegaan... niet makkelijk! Maar Jezus vraagt het wel... We kunnen al beginnen met hen onze vriendschap aan te bieden, belangeloos. 'Om niet hebben jullie ontvangen, om niet moeten jullie geven!' Niet vanuit een hogere positie, maar vanuit een diep verlangen écht broederschap met hen te vormen. Niet als een meerdere, maar als een gelijke.
Onze vriendschap met hen mogen wij beleven vanuit de Heer die we in ons dragen, vanuit Hem die ons bewoont. Dat maakt onze vriendschap niet enkel christelijk, maar ze zal vervuld zijn met de liefde van de Heer. En dan (en da's niet onbelangrijk!) zijn we niet meer alléén bezig. De Heer is door ons heen en met ons aan het liefhebben. En we weten hoe genadevol de liefde van de Heer was en is. ‘Al weldoende trok de Heer rond...’ lezen we elders in het evangelie. Wel, dat wil Hij nog steeds vandaag doen, en wel met ons.

Wie vanuit Gods liefde naar de ander gaat, zal de ander niet meer zien als een soort sukkelaar, een mindere, een probleem. Hij zal de ander zien als een kind van God, net zoals wij allen dat zijn. En hoe meer we zullen zien dat iemand op de dool is (hoe dan ook), hoe sterker het vuur van liefde zal aanwakkeren in ons hart. Dat is de Geest die ons in beweging wil zetten.

Het mooiste zou zijn dat állen die dolend zijn de Heer zouden vinden, en daardoor ook de zin voor hun bestaan. Als we over 'hoop' nadenken (het thema waarmee we deze advent doorhaan), mag dit inderdaad een verlangen zijn diep in ons hart; een verlangen dat ons aanzet tot engagement opdat de hoop die we in ons dragen vervulling mag kennen. Natuurlijk is het waar dat we niet naar iedereen kunnen gaan. Maar laat dit laatste vooral geen reden zijn om toch te doen wat in onze mogelijkheden ligt. Als we het doen, laten we het dan doen met veel geduld, en vooral héél véél liefde, toewijding, wijsheid, trouw én gebed.

Laten we in deze advent kiezen om aandacht hebben voor ons eigen hart, niet bedoeld als egotrip, maar juist in het licht van de liefde.  Hoe is het gesteld met ons hart? Is het in zichzelf gekeerd, ogen en oren toe voor de wereld? Of is naar het evangelie gekeerd, met een grote liefde voor de mensen in de wereld...

Laten we de deuren en de ramen van ons hart wijd open zetten en de samenleving inkijken. Laten we naar de mensen toegaan, bijzonder naar hen die 'uitgeput' en 'hulpeloos' zijn, onze vriendschap en Gods liefde aanbiedend. Nederig, als werkelijke broeders en zusters van elkaar. Dat is Christus baren. Dat is Kerk zijn, in hart en nieren.

Nog dit: laten we vooral niet te snel denken dat wij dat dolend schaap niet kunnen zijn. Een christen denkt al snel dat hij sterk is. Velen zijn ook sterk, maar vele geloofsgenoten moeten ook ‘gevonden’ worden. Misschien ook jijzelf. Laten we dus ook oog hebben voor elkaar; vol liefde en mededogen.

Een mooi weekend. Het gaat grijs zijn en koud. Moge God je licht en warmte zijn.

kris

Reacties

  1. Reacties
    1. Eveneens ook mijn dank Kris om ons dagelijks moed in te spreken.
      Celia

      Verwijderen
  2. Ja Kris hartelijk dank !
    Aandacht voor ons eigen hart en ...met grote liefde voor alle mensen !
    Puttend uit Zijn Liefde... aanwezig in élke mens !

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Om bij het thema hoop te blijven:
    Wat is wanhoop anders dan het zich verzetten tegen Gods goedheid, rechtvaardigheid en barmhartigheid?

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten