donderdag in week 3 van de advent

Al zouden de bergen wijken en de heuvels wankelen, mijn liefde zal nooit meer van jou wijken en mijn vredesverbond is onwankelbaar – zegt de Heer, die zich over je ontfermt. Zo lezen we vandaag bij Jesaja.

Wat een goddelijke liefde straalt uit deze uitspraak van God voor ieder van ons. De mens moet zijn oogappel wel zijn, zijn troetelkind, zijn pupil, zijn lieveling. Niet 'zomaar de mens', maar heel concreet: wij allen, jij, ik, iedereen. Deze God buigt zich naar ons toe in het Kerstkind, in de figuur van Jezus. Over deze God heeft Jezus gesproken. Deze liefde heeft Jezus getoond. Jezus was zelf, als persoon, de belichaming van deze liefde. Hoe groots toch de menswording van God in Jezus. Wat een geschenk aan de mensheid!

Als je de wereld van vandaag inkijkt, kun je op z'n minst zeggen dat de mens héél ondankbaar omgaat met het feit dat God op zo'n wijze z'n liefde geeft. Normaal zou je denken dat de mens als antwoord op Gods liefde zich zou engageren tot een wereld waar het goed is om leven voor ieder. Kijkende naar de honderdduizenden vluchtelingen, miljoenen mensen die leven in armoede, de oorlog in Oekraïne en elders,... Een triestig antwoord toch van de mens.

Je kunt je zelfs de vraag stellen: zijn wij, als mensen, ons wel bewust van Gods liefde die Hij heeft voor zijn wereld, voor zijn mensheid, voor ieder van ons? Ik betwijfel het soms.

Ik druk het waarschijnlijk al te menselijk uit, maar ik vermoed dat God hier diep droevig om is.

Maar het mooie aan God is: Hij blijft - ondanks ons geknoei - trouw aan zijn liefde. Zoals Jesaja het verwoordt: 'Mijn liefde zal nooit meer van jou wijken. Mijn vredesverbond is onwankelbaar.' Dat is liefde. Trouw, met een actieve toewijding naar ons toe als gemeenschap, én voor ieder mensenkind individueel.

Lieve mensen, laten we elkaar herinneren aan het verbond van God dat Hij in Christus is aangegaan met de mensheid; een verbond dat ook vandaag nog telt. Moge zijn liefde ons tot dankbare en vredevolle mensen maken. En vooral tot mensen die zich engageren voor Hem, door zijn liefde te zijn. Immers, iedere mens is in wezen geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. Laten we gehoor geven aan deze oer-roeping.

Een zalige donderdag,

kris

Reacties

  1. Toen ik de tekst las waarmee het Bijbelcitaat begon werd ik zó getroffen door de woorden van God dat ik er letterlijk koud van werd. Het is bijna niet te verwerken dat God zóveel van mij, nietig mens, kan houden. Wat een rijkdom.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik heb een beetje moeilijk als we altijd maar herhalen dat we nietige mensen zijn. Waarom heeft God ons dan geschapen? Beeld en gelijkenis van Hem zijn wij, kinderen van God, zonen en dochters van Goddelijke afkomst. Waarom geloven we dat zo moeilijk? We dragen een hoge adel in ons. Fier (niet hovaardig) om Gods kind te zijn.

      Verwijderen
  2. vandaag gedenken wij Hadewijch, dus een gedicht mag niet ontbreken.

    Een minnelied
    (naar Hadewijch)

    Nu koude zich dan toch laat temmen
    en bloesem zich blijmoedig toont
    hoe anders is thans mijn gemoed
    mijn hart lijkt door een doem bewoond

    want God beloont in overvloed
    hoe rijk de arbeid onzer handen
    maar net voorbij mijn mensenoog
    weet ik de wereld branden

    ach is zijn milde liefde dan
    toch werkelijk het hoogste goed
    waarom dan nu zo ver van mij
    dat zij mij zoveel lijden doet
    s.r.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Stefan wat kun jij je gevoelens prachtig verwoorden. Ik geniet van jouw gedichten.
    Rooeje

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten