dinsdag in week 28 door het jaar

Christus heeft ons bevrijd opdat wij in vrijheid zouden leven; houd dus stand en laat u niet opnieuw een slavenjuk opleggen. Zo lezen we vandaag bij Paulus in de brief aan de Galaten.

Vrijheid wordt dikwijls geassocieerd met ‘ik kan doen wat ik wil’ ongeacht wat anderen mij mogelijks vragen of over mij denken. Een soort ‘blijheid vrijheid’. Wanneer Paulus hier over ‘vrijheid’ spreekt, heeft hij het over een heel andere soort vrijheid. Namelijk de vrijheid die Christus ons geschonken heeft door zijn sterven en opstaan.

Doorheen de paasgenade hebben wij namelijk in Christus de mogelijkheid gekregen ons ten volle te schenken aan Gods liefde die ons bewoont. Een mogelijkheid die tegelijk een gave is. God schenkt de gave, wij ontvangen haar, nemen haar in ons op, vertrouwen ons eraan toe, en geven ze terug door ze werkzaam te laten zijn in ons bestaan.

Je zou dan kunnen stellen: dat maakt je in zekere zin toch ‘onvrij’, omdat je niet meer zomaar kan doen wat je vanuit je allerindividueelstje ikje misschien zou willen doen. Oppervlakkig gezien maakt het je inderdaad in zeker opzicht onvrij, maar in de diepte, vanuit gelovig standpunt, maakt het je wel degelijk vrij. De gave van te mogen delen in Gods liefde, en ons ja-woord daarop, bevrijd ons namelijk, om de woorden van Paulus te gebruiken ‘van het slavenjuk’. Dat betekent: het bevrijdt ons van allerhande verslavingen die ons wegtrekken van de Heer, die ons ja-woord tot Christus in de weg staan.

De bevrijding betekent dat de verlossing van het kwaad, ons door de Heer geschonken, ten diepste gerealiseerd wordt in ons bestaan, en wel door de paasgave die ons geschonken is.

We kunnen er voor kiezen dit laatste ook niet te laten gebeuren, en ons blijven vastklampen aan die dagelijkse kleine en/of grote zonden. Wat bijzonder jammer zou zijn. We missen immers dan de gave te delen in Gods liefde doordat we de vrijheid die ons geboden wordt niet aanvaarden. Dat zou toch jammer zijn.

Laat ons knielen; ons hart, ons hele bestaan, openen voor de Heer. Laten we dit ieder persoonlijk doen, als kleinere gemeenschappen, en als Kerk. Moge de Heer ons vullen met de gave te delen in Gods liefde. Hierop ‘ja’ zeggen, in diep geloof, eenvoud en vreugde, is het mooiste en meest edele wat een mens kan ‘overkomen’.

kris

Reacties

  1. Paulus heeft dus aan de Galaten, ergens in Turkije, het geloof in Jezus gebracht. De Galaten waren Gallische stammen, eigenlijk Kelten, die in die streek reeds drie eeuwen v. Chr. binnen waren gedrongen. Nu waren er nadat Paulus van hen weg was gegaan om elders ook het evangelie te brengen, Joodse christenen uit Jeruzalem bij die Galaten binnengekomen die hen vertelden dat zij eerst Jood moesten worden en de Joodse Thora moesten onderhouden, voordat ze christen konden worden. Paulus hoort daarvan en zegt dat dat niet zo is. Er was nl. op het eerste concilie in 44 in Jeruzalem overeengekomen dat je niet eerst Jood moest worden om christen te worden. Paulus zegt het ook in de eerste lezing vandaag: je moet je niet laten besnijden. Die lichamelijke ingreep is echt niet nodig. Een christen wordt gedoopt met water en wordt gered niet door wetjes en regeltjes te onderhouden, maar door te geloven in Jezus. Jezus heeft voor ons heel de Wet vervuld en als we in de hemel willen komen, moeten we niet eerst alle soorten wetjes onderhouden. Eén van die wetjes was dat je je handen moest wassen vóór het eten. Dat doen wij ook, zeker in deze coronatijd. Maar in gewone tijden hoef je niet altijd eerst je handen te wassen. Komt daar nog bij dat de Joden hun handen niet wasten om geen besmettingen op te lopen, maar gewoon omdat ze vies waren van de mensen die ze ontmoet hadden. Als ze naar de markt of naar de winkel waren geweest, wasten ze hun handen omdat ze vies waren van zoveel slechte mensen. Het is een beetje zoals ik die altijd mijn handen wil wassen nadat ik met een lucifer een kaars heb ontstoken. Dat komt omdat ik eens als kind een droom had waarin ik zag dat mijn tante, die een tijdje voor ons moest zorgen, een gebrande lucifer in de melkkan liet vallen. Ik heb daarvan zo’n schrik opgelopen dat ik nu vies ben van lucifers. Belachelijk eigenlijk. Maar de Joden wasten hun handen ook omdat ze vies waren van de mensen. De mensen waren volgens hen slecht, maar zichzelf beschouwden ze als goed. Jezus zegt: je moet van binnen zuiver zijn. Je hart moet zuiver zijn. Je komt niet in de hemel door je handen te wassen, maar door te zorgen dat je geen zonde doet. Dat is mooi hé van Jezus? Jezus is niet vies van de mensen, Jezus houdt van ons.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ja ...ik zei en zeg nog dikwijls "'t Is het hartje die telt !"
    Ook voor mijzelf natuurlijk !
    In de omgang met onze naasten(Niet oordelen ,noch verachten )
    wél soms moeilijk met sommigen !!!
    Maar diep in jezelf putten ,waar ook in" ieder "mens ,
    Hij zijn woning heeft met de Geest van Zijn Liefde!
    Heer leer ons zo elkeen te benaderen met Uw Goedheid ,Barmhartigheid en Liefde !

    BeantwoordenVerwijderen
  3. als we durven te geloven in Christus die als de Goddelijke liefde diep in ons woont, en van daaruit werkelijk te leven, dan hebben we geen wetjes en voorschriften, geen farizeeërs en schriftgeleerden, geen machtssystemen en -structuren nodig om te leven. dan zijn we vrij. vrij van de wereld, om te kunnen handelen naar Gods Wil.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten