woensdag in week 27 door het jaar

Jezus leert zijn leerlingen bidden. En daarmee leert Hij ook ons, volwassenen, bidden. 

Maar wie leert er onze kinderen bidden ?

Hopelijk krijgen ze dit mee van thuis uit, en horen ze er niet voor het eerst over bij een eerste communie of een godsdienstles op school. Eigenlijk is ‘aanleren’ geen goed woord wanneer het gaat over kinderen en gebed. Veel belangrijker is dat het kind ziet dat er thuis gebeden wordt, en dat het als vanzelfsprekend wordt opgenomen in het gezinsgebed. Een kind zal (wanneer het nog klein is) daar geen kritische vragen over stellen, het zal het als goed ervaren, want mama en papa doen het, en dan is het goed. Zo is een kind.
Of het nu bij het opstaan is, voor en/of na het eten, bij het slapen gaan, of wanneer ook, het is goed dat we onze kinderen opvoeden in de realiteit dat het goed is dat een christen bidt.

En als het op latere leeftijd ineens beslist om niet meer te bidden (laat een puber maar puberen), dan heeft het ten minste de herinnering dat zijn ouders baden, en dat ze dit nog doen. Die herinnering mogen we niet onderschatten. Vroeg of laat zal God hen onderdompelen in deze her-innering; zelfs zo dat het een bron wordt van genade voor die opgroeiende mens met al zijn vragen en twijfels.

We kennen het begrip erfzonde. Maar er bestaat ook zoiets als erfgenade; het goede dat wordt doorgegeven, dikwijls in stilte en verborgen. God is groter in zijn genadegaven dan we doorgaan denken of geloven. Wie bidt met zijn kinderen, houdt iets in leven dat van fundamenteel belang is voor het verdere leven van zijn kind.

Uiteraard geldt dit niet enkel voor ouders. Ieder die in contact staat met kinderen draagt daarin zijn verantwoordelijkheid.

Zelfs de leiding in de jeugdbeweging. Toen ik vroeger jaarlijks mee op scoutskamp ging baden wij zingend iedere avond rond de vlaggenmast ‘Oh Heer, d’avond is neergekomen…’. Velen van ons kennen dat beslist nog. Van harte hoop ik dat de jeugdleiding van vandaag ook bidt met hun bengels. Ok, misschien op een meer hedendaagse manier, maar zo dat het kind leert zijn handen te openen voor Hem die het leven geeft, dat er een vriend is uit de hemel die in hun hart woont: Jezus die met hen meegaat, hen helpt elkaar graag te zien, hen helpt te vergeven, hen helpt goede keuzen te maken.

Daarbij niet vergetend dat het ‘goede gesprek’ met onze kinderen en jongeren ook zeer belangrijk is. Spreek met hen over Jezus als de Vriend uit de hemel die in hen woont. Vertel verhalen uit de Bijbel opdat ze hun Vriend steeds beter leren kennen. Maak tekeningen van Jezus, zing over Hem aan tafel.

Lieve ouders, meters en peters, beste leerkrachten en anderen opvoeders, geef Jezus een plaats in het leven van onze kinderen. Mogen ze, mede door uw toedoen, door en door goede mensen worden, die op latere leeftijd zullen weten waarvoor ze leven, vanuit wie ze leven, wat ware liefde en trouw betekent, wat engagement wil zeggen, enz… De jeugd is de toekomst van morgen. Mogen de kinderen van vandaag morgen christenen zijn die fris en blij dragers zijn van Gods Vrede, fiere uitdragers van zijn liefde.

kris

Reacties

  1. Dat is een krachtig woord, Kris. Zo is het ook: de jongeren, maar ook de andere mensen moeten zien dat wij bidden. De Kerk is wel geroepen tot diaconie en verkondiging, maar deze dingen lukken niet als we niet bidden.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Paulus vertelt ons iets van die eerste christentijd. Het is een moeizaam zoeken geweest. Moesten de heidenvolken eerst Jood worden en de gehele Thora onderhouden voordat ze christen konden worden? Paulus heeft er zelf ook mee geworsteld, want hij probeerde eerst die heel nieuwe Jezusbeweging uit te roeien. Dan is hij tot het inzicht gekomen dat hij verkeerd bezig was. Die Jezus van Nazareth was werkelijk de voltooiing van het Joodse geloof, de vervulling van de Thora. Dan heeft Paulus moeten vechten tegen de apostelen die dit ook nog niet doorhadden. Vooral Jacobus met zijn omgeving - Jacobus die de leider was van de christengemeenschap in Jeruzalem - hij was nog te Joods. Maar uiteindelijk is die ‘sekte’ – ja zo werd het christendom eerst gezien, ook door Paulus – die nieuwe sekte is gelukt. De christenen werden Kerk, ecclesia, de door God geroepenen. Door Jezus heeft God werkelijk willen werken in de wereld en haar helemaal nieuw gemaakt.
    Jezus is Gods barmhartige Samaritaan, die zich neerbuigt over onze zonden en wonden en ze uitboet en verzorgt. Maar dat moeten wij in Jezus’ spoor allemaal worden: mensen die zichzelf tot naaste maken van elke andere. Gisteren toonde Sint Lucas aan dat dat niet kan zonder gebed, zonder naar Jezus te luisteren en aan Zijn voeten neer te zitten als een leerling. Maria was dat, Martha moest dat nog wat leren. Wat wij hoorden over de Samaritaan en over Martha en haar zus Maria, is een tweeluik in het evangelie van Sint Lucas.
    Wat we vandaag horen, kan gerust aansluiten bij de vorige twee dagen. Wat Jezus ons leert te zeggen als we bidden – het Onze Vader – vormt inderdaad een drieluik met de parabel van de Samaritaan en het verhaal over Martha en Maria.
    Wat moeten we dan doen als we bidden? Wat moeten we dan zeggen? Wat Jezus in het Onze Vader leert, is de korte inhoud van wat Hijzelf leert en doet. God is onze Vader. Zo mogen en moeten we God aanspreken. En dan moeten we vragen dat Zijn heilige Naam geheiligd wordt. Dat gebeurt als Zijn Rijk komt. En dat Rijk is liefde, dat Rijk is worden zoals Jezus: een barmhartige Samaritaan, die ons met veel liefde verzorgt en geneest, zelfs als we eigenlijk nog ‘vijanden’ zijn van God (vgl. Rom. 5, 10). Dan mogen we ook vragen om het dagelijks brood, d.i. om alles wat een mens nodig heeft, dat is voedsel, kledij, een onderdak en vooral heel veel liefde. Daarom moeten wij God ook om vergeving vragen omdat we nog zo weinig leven in Zijn liefde, eigenlijk nog leven in de zonde, d. i. zonder Hem. Maar vergeving bekom je maar als je ook aan anderen vergeven kunt. Dat kunnen we echter vaak zo slecht, daarom leert Jezus dat we ook dat aan God moeten vragen. En tenslotte moeten we vragen aan onze hemelse Vader dat we niet op de bekoring ingaan, dat we niet in de beproeving komen waar we twijfelen aan God en aan Zijn Rijk, waar we zeggen: ‘Het is allemaal tevergeefs, God is er toch niet, Zijn Rijk komt toch nooit, zelfs wat we elke dag nodig hebben, ontbreekt ons en onze schuld wordt toch niet vergeven’. Dat is een zware beproeving en we kunnen allemaal in deze beproeving terechtkomen, want de duivel heeft geëist ons allen te ziften als tarwe (vgl. Lk. 22, 31). Maar Jezus heeft voor ons gebeden (Lk. 22, 32) en daarom ook vraagt Hij dat ook wij dat onophoudelijk zouden vragen aan God.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. We zijn geroepen om zoals die Samaritaan van eergisteren ons tot naaste te maken van elke andere. Dat kunnen we maar als we bidden. En wat moeten we zeggen in ons gebed? Het Onze Vader.
    Vandaag is het het feest van Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans. De rozenkrans is een krachtig smeekgebed, waarin ook het Onze Vader staat, waar we bidden tot onze Hemelmoeder Maria en de woorden van de engel en die van Elisabeth herhalen, aangevuld met een gebed van de Kerk. De rozenkrans is ook een prachtig beschouwend gebed, waar we in twintig ‘geheimen’ heel onze christelijk geloofsschat kunnen overwegen. De rozenkrans is ook een zeer eenvoudig gebed, dat iedereen kan bidden. Je hebt daar geen grote scholing voor nodig. En de rozenkrans was altijd ook het lievelingsgebed van vele heilige pausen en andere heiligen, zelfs van veel geleerde mensen (om er maar één te noemen: Volta, de uitvinder van de elektrische batterij). Als je in je gebed niet meer verder kunt, grijp de rozenkrans. Daar heb je direct stof tot bezinning, je spreekt tot God, je spreekt tot Jezus – Jezus is het middelpunt van het Weesgegroet: ‘en gezegend is de vrucht van uw lichaam, JEZUS’ – en je spreekt tot Maria. Je overweegt het leven van Jezus – de mysteries zijn het evangelie in het kort – en je kunt bij elk tientje om de vrucht van het mysterie vragen. Zo word je gevoed in het geloof en in de vooruitgang in de deugdzaamheid. Met de rozenkrans evangeliseer je jezelf. Je groeit er zelfs door in het navolgen van Jezus als de goede Samaritaan.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Wat begint onze dag "goed en hartverwarmend" na het lezen van àlles in"De dagelijkse Bijbelcitaat "!
    God zegene jullie Pr. Daniël en Kris en alle lezers !(Ook héél speciaal en met dankbaarheid voor "een zus in de Heer" uit Lokeren !)
    Moge jullie vandaag de innerlijke diepe vreugde kennen dat wij allen bemind worden door Vader ,Zoon en H.Geest !
    Maria leer ons te léven zoals jij het ons voordeed. Amen !

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten