zondag 27 door het jaar - A
In de parabel van de misdadige wijnbouwers gaat het over een wijngaard, een uitgekozen plek, die God met speciale zorgen koestert en met zijn Liefde omringt. Waar zou die wijngaard van God op onze dagen te vinden zijn? Niet in één bepaald, zeer gelovig land of in één vurig bedevaartsoord. In onze tijd is Gods wijngaard te vinden op eender welke plaats op onze aarde waar zijn Liefde de kans krijgt op te schieten en tussen de mensen goede vruchten voort te brengen. En wij, wij zijn de beheerders van die wijngaard. Wij zijn dus de behoeders van de bevoorrechte plaatsen in onze wereld van vandaag waar de liefde nog kan bloeien en tastbaar worden: ons gezin, onze leefgemeenschap, onze parochie, onze Kerk.
Wat zijn toch de goede vruchten die God van ons mag verwachten? "Blijdschap, vrede en geduld, vriendelijkheid, goedheid en trouw, zachtheid, verzoening en rechtvaardigheid" God droomt en hoopt dat onze wereld hierdoor meer en meer zijn wijngaard zou worden, zijn Rijk, waar de liefde ervaren en doorgegeven wordt.
Maar Gods liefdesaanbod en droom wordt blijkbaar diep gekwetst. In de plaats van goede vruchten voort te brengen worden de wijnbouwers ondankbaar en opstandig. Het eigenbelang steekt de kop op. Zij willen zich de wijngaard toe-eigenen. Zij mishandelen de afgezanten van de Heer. Zij vermoorden zelfs zijn Zoon. De parabel eindigt met een scherpe veroordeling van zoveel liefdeloosheid: "God zal zijn wijngaard aan een ander volk geven dat wél goede vruchten afdraagt." Voor Mattheüs betekende dit duidelijk dat de taak, die tot dan toe aan de joodse leiders was toevertrouwd, nu zou worden overgenomen door de jonge Kerk van de verrezen Heer Jezus. Wat zou dat voor ons betekenen?
Misschien wel dit: Wanneer wij op een bepaald ogenblik in ons gezin, in onze leefgemeenschap, in onze parochie, in onze Kerk vooral gaan handelen uit eigenbelang, als wij niet meer liefdevol leven, niet meer dankbaar en geduldig, niet meer vriendelijk en trouw of niet meer rechtvaardig zijn, dan is het Rijk Gods gewoon niet meer onder ons aanwezig. Dan leeft God niet meer in ons midden. Hij herleeft telkens opnieuw in ons gezin, in onze leefgemeenschap, in onze parochie, in onze Kerk, daar waar Hij dankbaar wordt erkend als Schepper en Eigenaar van onze aarde, daar waar zijn Zoon wordt aanvaard als Redder van onze mensenwereld. God herleeft telkens opnieuw tussen diegenen die het aandurven, ondanks alles, toch vriendelijk en trouw en rechtvaardig te zijn. Hij wordt tastbaar tussen diegenen die toch de liefde tot fundament en hoeksteen van hun leven maken. "De steen die de bouwlieden hebben verworpen is de hoeksteen geworden!" Waar Jezus en zijn dienstbare liefde de hoeksteen worden, daar woont God!
En wij mogen de dankbare behoeders zijn van de plaatsen waar Jezus' dienstbare liefde in onze dagen bloeit in ons gezin, in onze leefgemeenschap, in onze parochie, in onze Kerk.
Frans Mistiaen, sj
en als je nou de wijngaard als de aarde ziet, met al haar natuurlijke schoonheid en overdaad, en de misdadige wijnbouwers als de mens die de aarde uitbuit en verwoest? En de zoon onze innerlijk stem is die ons voortdurend vertelt heeft dat het niet goed is wat we doen, maar waar we niet naar hebben willen luisteren? zal dan het volk waaraan de landeigenaar de wijngaard ontneemt dan niet de mens zijn, aan wie de zorg voor de aarde was toevertrouwd maar die aan zijn eigen wangedrag ten onder gaat?
BeantwoordenVerwijderenWaardevolle invalshoek. Bedankt Stefan.
Verwijderen