Simon & Judas

Alvorens Jezus zijn apostelen koos trok Hij zich terug om te bidden. Geen vijf minuten, maar een hele nacht lang, zo lezen we.

Wat Jezus ons hier toont is het belang van het ‘kiezen in Gods licht’.

Een mens kan keuzes maken: ofwel vanuit God ofwel vanuit zijn allerindividueelste ikje los van God.
De verleiding om te kiezen vanuit ons ikje los van God is dikwijls groot omdat dat op het eerste zicht doorgaans de meest aangename keuze is. Het is een keuze die gewoonlijk geen al te grote offers vraagt, en dikwijls streelt het ons ego wat - oppervlakkig gezien - een goed gevoel geeft. Zo leven, zo keuzes maken, is mager. Voor een christen mag het iets meer zijn.

Wilt dat nu zeggen dat we ons ‘ik’ volledig buiten spel moeten zetten? Nee, tuurlijk niet. Maar een christen is wel geroepen zijn ‘ik’ af te stemmen op God, zodat hij keuzes maakt vanuit Gods inwoning, vanuit een diepe overgave aan Christus in hem. De Heer wilt immers door ons heen leven, spreken, aanraken, zingen,…
We kunnen Hem, bij wijze van spreken, ook de mond snoeren. We kunnen zo leven dat Hij niet aan bod komt in ons leven. Wat natuurlijk niet de bedoeling is. Hij wilt niet liever dat Hij door ons heen kan leven en leven geven. En dat kan Hij maar wanneer wij ons leven, en onze keuzes, afstemmen op God, in Christus.

Het is daarom goed en nodig dat we, alvorens we een keuze maken, bidden. Niet zomaar één keer. We moeten als het ware onze keuze ‘inbidden’. En dit opdat wat we kiezen zou gekozen worden in Gods licht, binnen Gods wil, in de liefde van Gods Geest. Maar dit vraagt dus een biddende overgave, een arm-zijn voor de Heer, een volgehouden gebed, zoals de Heer veel bad, een hele nacht lang. En God weet hoeveel meer nog.

Laat ons het gebed levend houden, opdat we de juiste keuzes mogen maken in ons leven, zowel die vele honderden kleine keuzes in de loop van de dag, alsook onze grote levenskeuzes.

kris

Reacties

  1. Wij hebben weer een apostelfeest. Dan nog een dubbel. De eerste lezing zegt nog eens klaar en duidelijk dat wij als Kerk gebouwd zijn op het fundament van de apostelen. De apostelen hebben met Jezus geleefd, zij hebben Hem meegemaakt. Zij hebben van Hem getuigd en hem verkondigd overal in de wereld. Jezus is en blijft belangrijk. Hij is de sluitsteen die heel onze Kerkfamilie samenhoudt. Jezus heeft ons getoond waar het op aankomt in ons leven. Hij heeft ons het leven van God gebracht, dat is een leven in volheid. Hij koos twaalf apostelen uit om Hem te vergezellen en om van Hem te leren wat heel de mensheid moet weten: dat we God de Heer moeten laten zijn over ons leven om zo kinderen van God te worden. Jezus is dat helemaal: kind, zoon van God. Met Hem en door Hem mogen ook wij dat worden. Dat is een heerlijk vooruitzicht. En de twaalf apostelen hebben dat als eersten mogen worden. Zij hebben gezien waar Jezus zich ophield, om het met een woord van Andreas en Johannes te zeggen. Zij vroegen aan Jezus: ‘Meester, waar houdt Gij u op?’ (Joh. 1, 38). En dan hebben ze mogen zien, alle twaalf, dat Jezus thuis was bij de Vader in de hemel. Zij hebben zich om laten vormen tot kinderen van God, zij hebben God en Zijn Rijk leren kennen. Ook Judas Iskariot, maar het is niet deze Judas die we vandaag vieren. Toch heeft ook Judas Iskariot duidelijk geleerd waar het Jezus en ook ons om te doen is, maar Judas Iskariot heeft daar uiteindelijk niet mee ingestemd. Hij is uitgestapt uit dat gezelschap, uit die gemeenschap met Jezus. Hij heeft Jezus verraden en overgeleverd. Judas Thaddeus en Simon de IJveraar die wij vandaag vieren, zijn ook niet zonder aarzeling ingetreden in de gezindheid van Jezus, in de boodschap die Hij ons bracht.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten