woensdag in week 28 door het jaar
Vandaag harde taal van Jezus aan het adres van hen die schijnbaar weten hoe het moet, dit ook aan anderen laten weten, maar zelf voorbij gaan aan de gerechtigheid en de liefde tot God.
Voor alle duidelijkheid: Er mag onderwezen worden, er mag en moet aangespoord worden, maar men moet het ook en vooral zelf doen. We moeten consequent zijn in wat we zeggen. Liefde preken veronderstelt liefde zijn.
En niemand heeft het hier over dat je daarvoor onberispelijk moet zijn, dat je nooit in de fout mag gaan, dat je dus een soort heilige moet zijn alvorens je mond open te doen. Fouten maken is des mensen. Daar gaat dit stukje evangelie ook niet over. Het gaat erover dat we consequent moeten zijn in wat we geloven en zeggen. Zo goed als het kan. We moeten oprecht zijn, en diepmenselijk voor anderen.
We zouden zo moeten leven en spreken, dat anderen die ons ontmoeten Gods liefde gewaar worden, en daardoor als ware geraakt worden door God zelf.
Dit vraagt van ons een zeer nederige houding ten aanzien van God. Het is bereid zijn Hem God te laten zijn in je leven, Hem te laten spreken, Hem te doen handelen. Jij bent zijn instrument dat Hij bespeelt, zijn penseel waarmee Hij schildert.
Het vraagt ook nederigheid tegenover de medemens. Als een dienaar zul je immers ieder ontvangen: als mens, als broer of zus. Bij wijze van spreken zul je voor ieder ander neerknielen en hem de voeten wassen. In je nederigheid zal je God tonen en schenken.
Je begrijpt dat dit een fundamenteel andere houding is dan deze van die Farizeeën en die wetgeleerden waartoe Jezus vandaag in het evangelie spreekt. Deze mensen zijn uit op ereplaatsen, willen begroet worden, leggen de mensen ondraaglijke lasten op en het ergste: ze gaan zelf voorbij aan de liefde Gods.
Moge Jezus ons groot voorbeeld zijn. Hij vertelde ons het verhaal van de verloren zoon, sprak over het herder-zijn die het zieke schaap gaat opzoeken, wilde te gast zijn bij de zondige Zacheüs en dit zonder enig oordeel, waste de voeten van zijn leerlingen, preekte vergeving en barmhartigheid, en bad om ontferming over zijn beulen en moordenaars vanop het kruis.
Jezus was de nederigheid zelf, zowel ten opzichte van zijn Vader als ten opzichte van de mens. Hij was dienaar in alle opzichten, tot de uiterste consequentie.
Moge Jezus het hart zijn van ons bestaan.
kris
Moge Jezus het hart zijn van ons bestaan. Een zeer mooie bede bij het begin van een nieuwe dag.
BeantwoordenVerwijderenPaulus komt aan het eind van zijn betoog aan de Galaten. Het komt erop aan te leven volgens Gods H. Geest. En wie dat probeert te doen, heeft geen Wet meer nodig. Hij zal vanzelf doen wat de Wet vraagt, hij zal zelfs nog meer doen. Want als je leeft vanuit de H. Geest van God, dan ben je vol van liefde, dan ben je blij, vredevol, geduldig, vriendelijk, trouw en zachtmoedig, volledig ingetogen, ja helemaal binnengegaan in het leven en het wezen van God zelf. Met zoiets heeft geen wet iets te maken. De Wet heeft wel te maken met de uitingen van de zelfzucht. De Wet is er juist om die uitingen van de zelftucht wat in te tomen: ontucht, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, haat, tweespalt, afgunst, gramschap, ruzie en jaloersheid, uitspattingen van allerlei aard. Ook nu zijn de wetten van onze regeringen bedoeld om al die zelfzuchtige neigingen wat te temperen. Ook in deze Coronatijd moet de overheid ingrijpen met steeds weer strengere maatregelen, omdat wij uit onszelf ons niet houden aan de veiligheidsvoorschriften om het virus niet verder te verspreiden. Mochten wij allen voorzichtig genoeg zijn, dan zouden er geen bijkomende regels nodig zijn. Maar dat is de taak van de wetgever: als de mens een gevaar wordt voor zichzelf en voor anderen, dan moeten daar strafmaatregelen voor worden genomen. Kijk maar naar de verkeersregelingen. Men plaatst overal hindernissen, paaltjes en plateau’s, om onze grote voetdruk op het gaspedaal wat af te remmen. Mochten wij uit onszelf voorzichtig genoeg zijn, dan waren al die hindernissen niet nodig. Een kind dat altijd zijn best doet, thuis en op school, moet ook niet altijd opnieuw aan worden gesproken op zijn gedrag en het moet nog veel minder gestraft worden. Maar meestal leven we nog niet in de Geest van God. En daarom blijven wetten en regeltjes nodig. Dat is zelfs al zo in een kloostergemeenschap. Daar zijn regels en constituties die het leven met Jezus in de H. Geest juist concreet en duidelijk willen maken. Ook de Farizeeën waren daar niet aan toe. Zij betaalden wel tot in het detail de tienden van allerlei kruidjes, maar dat ging dan om enkele centjes per jaar. Maar ze vergaten ondertussen de rechtvaardigheid tegenover de naaste en de liefde tot God. Ze buitten hun medemensen uit, slokten de huizen van de weduwen op en God beminden zij eigenlijk niet. Zo werden zij eigenlijk onzichtbare graven, vol dood en bederf, maar de mensen zagen het niet, want ze deden zich zoveel beter voor dan ze waren. Ze legden ook zware lasten op de schouders van de mensen, dat waren hun onmenselijk zware interpretaties van de Thora – denk maar aan het zelfs niet uit mogen wrijven van een paar aartjes op sabbat – maar zelf staken ze er geen vinger naar uit. Wat is Jezus een bijzondere leraar: Hij gaat terug naar de kern, naar de bron van de Wet. En de kern, de bron is dat God je Heer mag zijn, je Heer en heel je liefde. Dat kon de Wet echter niet bewerken.
Moge Jezus het hart zijn van ons bestaan !!!Veel kunnen we er niet bij zeggen : de Geest van Jezus is de kern van ons Zijn ,vol liefde die zoekend is,die ontvangt wie Hij IS !
BeantwoordenVerwijderenJammer dat ik niet MEER kan zeggen ! Maar vooral Hem laten ZIJN in mij en ons!
Altijd weer doe ik niets dan danken KRIS en DANIËl