maandag in week 4 advent

De verzen die we vandaag horen uit het boek Hooglied gaan over verliefdheid; over een wederzijdse verliefdheid; een verliefdheid in de diepe betekenis van het woord, ver voorbij romantiek en spontaan buikgevoel. Hier gaat het om een goddelijke verliefdheid; een verliefdheid die haar ontstaan en wortels heeft in God zelf. Het gaat over een verliefdheid die opwekt, die fris is, die zingt van vreugde.

Het is verliefdheid langs beide kanten. En dat maakt de verliefdheid juist zo vol, zo levendig, zo vruchtbaar. Het wordt een samensmelten van twee geliefden.

Mooi zijn de woorden die de schrijver heeft gekozen om de liefde van God te bezingen. Als een jong hert snelt Hij naar ons toe, springend over de bergen, dansend over de heuvels, kijkend door het venster of Hij ons ziet... Prachtig. Zo is God, oud misschien in jaren, maar zo jong en jeugdig in zijn liefde; fris, blij, enthousiast... tot over zijn goddelijke oren verliefd.

Ja, zo kijkt God naar ons. Zo komt, wat zeg ik... zo ‘snelt’ Hij naar ons toe. Wie we ook zijn, waar we ook staan in het leven, welke rugzak we ook meedragen, wat voor een knoeiboel we er misschien ook van gemaakt hebben... God snelt naar ons toe als een verliefde, uitkijkend naar ons verlangen, onze liefde voor Hem.

Geliefde mensen,
wanneer je bidt, en je je ogen sluit, probeer dan eens die verliefdheid van God naar u toe te bevroeden, haar aan te voelen. Open je hart, je hele zijn, om de verliefde God welkom te heten. Hij snelt niet enkel naar een paar zorgvuldig uitgekozen vrome zielen... Nee, Hij komt ook naar u, Hij snelt naar u, verliefd dat Hij is op u. Ja, Hij houdt van u, tot in het diepste van zijn en uw vezels. Ontvang Hem. Smelt samen. Laat je omvormen door Hem.

Geen twee liefdes meer. Nog maar één. Hij in u, gij in Hem.

Laten we zo, verinnigd met Hem, verlangen naar de nacht van volgende donderdag op vrijdag. Want wat beschreven staat in Hooglied van vandaag, zal dan, daar in die kleine kribbe, vlees en bloed worden, gebaard voor elk mensenkind, zowel in de geschiedenis, als in het heden, als in de toekomst.

Moge gij die kribbe zijn; voor allen u toevertrouwd.

kris

Reacties

  1. De Kindsheidsevangelies zijn icoontjes. Geen doorlopend verhaal. Geen film, eerder dia’s. Icoontjes die ons iets laten zien van de goddelijke Jezus en van Zijn maagdelijke moeder. Ze heeft het gisteren gehoord van de engel: haar nicht Elisabeth in haar zesde maand. Nu mag het geweten zijn. Elisabeth hield haar zwangerschap vijf maanden verborgen (Lk. 1, 24), zoals het toen bij de Joden gebruikelijk was. Nu mag het gezien worden, het grote werk dat God aan haar deed ofschoon haar tijd eigenlijk al voorbij was. Maria gaat naar haar toe, om haar proficiat te wensen, maar ook om haar te helpen: water halen aan de bron in het dorp, wassen en poetsen, allemaal dingen die een vrouw in haar zesde maand wat moeilijker op kan brengen. Maria gaat ook het teken zien. Voor God is niets onmogelijk. Voor Elisabeth niet, dus ook niet wat de engel aan haar, aan Maria, zei over haar zwanger worden van de Messias, Gods Zoon. En het wordt een vreugdevolle ontmoeting van twee aanstaande moeders. Heel het icoontje is één huppelen en dansen. Het kind springt op in Elisabeths schoot en Elisabeth zelf wordt vervuld van de H. Geest. Zij weet het al: daar is de moeder van mijn Heer. Maria heeft geloofd. De man van Elisabeth niet. Die wilde eerst zien. Nu is hij stom, kan niet spreken. Hij zal wel verwonderd toe hebben gekeken toen Maria bij hen aankwam. ‘Jubel, Sion, juich, Israël, verheug u en wees blij’, zegt Zefanja. ‘De Heer, de Koning van Israël, blijft bij u. Nu moet je geen onheil meer vrezen. Gods liefde maakt u nieuw’. Maria wordt nieuw. Het kind dat zij zal baren, zal ook haar bevrijden. Nu wordt ook Elisabeth nieuw. Haar schande van de onvruchtbaarheid is weg en Zacharias zal al die wondere dingen nog meemaken: hij wordt vader, hij zal zijn zoon voor Maria’s kind uit zien gaan, hij zal nog iets van Jezus te zien krijgen. Wonderbaar is God, een reddende held! (vgl. de andere mogelijkheid als eerste lezing: Zefanja 3, 14-18a.)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Enkele dingetjes...
      Het is "nog altijd" gebruikelijk (joodse cultuur) dat de zwangerschap tot de vijfde maand verborgen blijft. Enkel aan naaste familieleden (of anderen) wordt het in groot vertrouwen meegedeeld.
      In het Oosten duidt de term 'nicht' niet specifiek op wat wij hier in het Westen daaronder verstaan. Het kan evengoed "verwante" betekenen (Elisabeth wordt in Lucas "verwante" genoemd). Meer voor de hand liggend is deze term begrijpen als 'de oudste tante', gezien het joodse gebruik om die eerst op de hoogte te brengen bij een zwangerschap.
      Nog een wetenswaardigheid: Maria en Elisabeth kwamen niet uit dezelfde stam.
      Maria uit de stam Juda. Elisabeth uit de stam Levi).
      Interessant om lezen via Google: "Jezus' stamboom: foutief of fictief?"

      Verwijderen
  2. De liefde geeft je vleugels,zoals de liefde van Jezus jou kan vervullen met vleugels van liefde

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Bij de commentaar van Kris. Ik las in een bundel het volgende gebed:
    Ik ben hier
    U bent
    Ik in U
    U in mij
    Ik niet U
    U toch mij
    U leeft in mij
    Ik leef door U

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Door jullie "commentaar " op" Het Hooglied " en op die blijde gebeurtenissen ,
    zijn jullie ook vervuld van de H.Geest !
    En krijgen wij vleugels van geluk en liefde voor God !
    Dank aan God ,Maria en aan jullie allen ,verenigd in Zijn Liefde !

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Toen ik nog aan zingeving werkte bij jonge mensen, gaf ik hen altijd die tekst uit het Hooglied mee...
    Ondertussen gingen de jaren voorbij... Aks een van die jonge mensen van toen nog eens langs komt of eens telefoneert komt altijd die tekst op een of andere manier te sprake... Daar ben ik heel dankbaar voor...

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten