zondag 23 door het jaar - C
De overweging van deze zondag is van de hand van Frans Mistiaen, sj
Als het evangelie ons vandaag vraagt onze krachten af te wegen om te zien of wij ons levensproject aankunnen, zoals die torenbouwer of die koning die ten strijde trekt, dan is het helemaal niet om ons te ontmoedigen, maar om de ernst van ons christelijk engagement te benadrukken. Al wie echt leerling van Jezus wil worden, hoort vandaag de uitnodiging om te groeien in het levensproject van de onbaatzuchtige liefde. Dat kan alleen als alles waaraan wij teveel gehecht geraken, ervoor moet wijken.
Jezus vraagt zeker niet dat wij al onze relaties verbreken en van al onze bezittingen afstand doen. Onze familie- en vriendenrelaties en onze elementaire bezittingen zijn meestal geen hinder om de onbaatzuchtige liefde van het evangelie te beleven. Integendeel, zij zijn dikwijls juist het domein en het middel om onze dienstbaarheid voor anderen concreet uit te drukken. Liefde tot God en dienst aan de mensen staan niet in conflict met elkaar, maar liggen vooral in elkaars verlengde. Meestal moet er geen keuze gemaakt worden tussen beiden, maar voor beiden.
Maar Jezus vraagt ons vandaag met aandrang dat wij ons zouden durven losmaken van die relaties en van die bindingen die ons dreigen te beperken, klein te houden of eng-egoïstisch te maken. Overtuigde leerlingen van Jezus zijn mensen die zozeer gegrepen zijn door het ideaal van zijn onbaatzuchtige liefde, dat zij zich vele dingen en hechte relaties willen ontzeggen, wanneer deze hun gegevenheid en dienstbaarheid in de weg staan. Die keuze is dus niet negatief. De bedoeling is niet "ruzie te maken met mensen die ons genegen zijn" of "de pijn te voelen van de onthechting". Die keuze gebeurt om Jezus' liefde-dienst consequent door te trekken tot in het concrete leven.
Het vraagt inderdaad van ons een voortdurende innerlijke strijd om bepaalde mensen juist los te laten, wanneer wij hun genegenheid voor onszelf beginnen op te eisen. Het vraagt van ons een voortdurende strijd om onszelf dingen te durven ontzeggen, wanneer wij er dreigen in verslaving aan vastgekluisterd te geraken. Het vraagt van ons een voortdurende strijd om ons te onthechten, wanneer wij niet meer vrij zijn voor wat de echte liefde van ons vraagt. Er bestaat dus een “gezonde” onthechting, die eigen is aan de kern van ons christen-zijn.
Waaruit bestaat die? Het gaat niet over "onszelf pijn doen", want dat soort fakirisme heeft geen enkele waarde in het christendom. Maar het is wel zeer zinvol dat iemand zodanig gegrepen wordt door een ideaal, zodanig verliefd wordt op een andere mens, zodanig in vervoering geraakt voor zijn God, dat hij zich vele dingen gaat ontzeggen juist om die vriendschap of die liefde te kunnen bewaren. Christelijke onthechting staat dus nooit op de eerste plaats als een doel op zich, maar komt altijd als het gevolg van een diepe bezieling, die eerst werd ervaren in het hart.
Onthechting waarvan? zal men vragen. Niet zozeer van uiterlijke dingen. Wel veel fundamenteler: onthechting van ons ingebakken egoïsme. Het is omdat wij, ondanks onze zelfzucht, toch Gods liefde concreet hebben ervaren en begeesterd zijn door de vriendschap van de Heer, dat wij dankbaar en graag bereid zijn alles los te laten wat die liefde in de weg staat. Maar dat vraagt een dagelijkse inspanning.
Jezus zegt ook nog: "Neem uw kruis op en volg mij!" Dat betekent niet dat christenen mensen zijn die het lijden moeten zoeken. Helemaal niet! Het leven zelf brengt reeds genoeg kruis en lijden mee. Het leven zelf slaat ons vele dingen uit handen die wij hoopten nog lang voor ons te kunnen bewaren. “Elk huisje heeft zijn kruisje.”
De Heer vraagt niet dat wij supplementair lijden zouden opzoeken. Wat Jezus vraagt is dat wij ons kruis - ons leven zoals het nu eenmaal gegeven is, met zijn beperktheden en mogelijkheden - niet met tegenzin achter ons aan zouden slepen, maar dat wij er met moed onze schouder onder zouden zetten, dat wij het zouden dragen met grote dankbaarheid en zelfgave. Hij vraagt daarbij dat wij dat kruis zouden dragen achter Hem aan, en dat wil zeggen op zijn manier, met een hart dat, ondanks pijn en onmacht, toch liefdevol blijft open staan voor de noden van de anderen.
Wie echt leerling van Jezus wil zijn, zal onvermijdelijk die weg ontmoeten van dienstbaarheid en kruis. Dit is geen gemakkelijke weg. Maar wie zich uitgenodigd voelt, betreedt een weg van bevrijding uit zijn zelfzucht en van groeiende liefde voor de anderen. Wie in de voetstappen van de Heer wil treden, zal zich graag alles willen ontzeggen wat zijn liefde in de weg staat.
Als het evangelie ons vandaag vraagt onze krachten af te wegen om te zien of wij ons levensproject aankunnen, zoals die torenbouwer of die koning die ten strijde trekt, dan is het helemaal niet om ons te ontmoedigen, maar om de ernst van ons christelijk engagement te benadrukken. Al wie echt leerling van Jezus wil worden, hoort vandaag de uitnodiging om te groeien in het levensproject van de onbaatzuchtige liefde. Dat kan alleen als alles waaraan wij teveel gehecht geraken, ervoor moet wijken.
Jezus vraagt zeker niet dat wij al onze relaties verbreken en van al onze bezittingen afstand doen. Onze familie- en vriendenrelaties en onze elementaire bezittingen zijn meestal geen hinder om de onbaatzuchtige liefde van het evangelie te beleven. Integendeel, zij zijn dikwijls juist het domein en het middel om onze dienstbaarheid voor anderen concreet uit te drukken. Liefde tot God en dienst aan de mensen staan niet in conflict met elkaar, maar liggen vooral in elkaars verlengde. Meestal moet er geen keuze gemaakt worden tussen beiden, maar voor beiden.
Maar Jezus vraagt ons vandaag met aandrang dat wij ons zouden durven losmaken van die relaties en van die bindingen die ons dreigen te beperken, klein te houden of eng-egoïstisch te maken. Overtuigde leerlingen van Jezus zijn mensen die zozeer gegrepen zijn door het ideaal van zijn onbaatzuchtige liefde, dat zij zich vele dingen en hechte relaties willen ontzeggen, wanneer deze hun gegevenheid en dienstbaarheid in de weg staan. Die keuze is dus niet negatief. De bedoeling is niet "ruzie te maken met mensen die ons genegen zijn" of "de pijn te voelen van de onthechting". Die keuze gebeurt om Jezus' liefde-dienst consequent door te trekken tot in het concrete leven.
Het vraagt inderdaad van ons een voortdurende innerlijke strijd om bepaalde mensen juist los te laten, wanneer wij hun genegenheid voor onszelf beginnen op te eisen. Het vraagt van ons een voortdurende strijd om onszelf dingen te durven ontzeggen, wanneer wij er dreigen in verslaving aan vastgekluisterd te geraken. Het vraagt van ons een voortdurende strijd om ons te onthechten, wanneer wij niet meer vrij zijn voor wat de echte liefde van ons vraagt. Er bestaat dus een “gezonde” onthechting, die eigen is aan de kern van ons christen-zijn.
Waaruit bestaat die? Het gaat niet over "onszelf pijn doen", want dat soort fakirisme heeft geen enkele waarde in het christendom. Maar het is wel zeer zinvol dat iemand zodanig gegrepen wordt door een ideaal, zodanig verliefd wordt op een andere mens, zodanig in vervoering geraakt voor zijn God, dat hij zich vele dingen gaat ontzeggen juist om die vriendschap of die liefde te kunnen bewaren. Christelijke onthechting staat dus nooit op de eerste plaats als een doel op zich, maar komt altijd als het gevolg van een diepe bezieling, die eerst werd ervaren in het hart.
Onthechting waarvan? zal men vragen. Niet zozeer van uiterlijke dingen. Wel veel fundamenteler: onthechting van ons ingebakken egoïsme. Het is omdat wij, ondanks onze zelfzucht, toch Gods liefde concreet hebben ervaren en begeesterd zijn door de vriendschap van de Heer, dat wij dankbaar en graag bereid zijn alles los te laten wat die liefde in de weg staat. Maar dat vraagt een dagelijkse inspanning.
Jezus zegt ook nog: "Neem uw kruis op en volg mij!" Dat betekent niet dat christenen mensen zijn die het lijden moeten zoeken. Helemaal niet! Het leven zelf brengt reeds genoeg kruis en lijden mee. Het leven zelf slaat ons vele dingen uit handen die wij hoopten nog lang voor ons te kunnen bewaren. “Elk huisje heeft zijn kruisje.”
De Heer vraagt niet dat wij supplementair lijden zouden opzoeken. Wat Jezus vraagt is dat wij ons kruis - ons leven zoals het nu eenmaal gegeven is, met zijn beperktheden en mogelijkheden - niet met tegenzin achter ons aan zouden slepen, maar dat wij er met moed onze schouder onder zouden zetten, dat wij het zouden dragen met grote dankbaarheid en zelfgave. Hij vraagt daarbij dat wij dat kruis zouden dragen achter Hem aan, en dat wil zeggen op zijn manier, met een hart dat, ondanks pijn en onmacht, toch liefdevol blijft open staan voor de noden van de anderen.
Wie echt leerling van Jezus wil zijn, zal onvermijdelijk die weg ontmoeten van dienstbaarheid en kruis. Dit is geen gemakkelijke weg. Maar wie zich uitgenodigd voelt, betreedt een weg van bevrijding uit zijn zelfzucht en van groeiende liefde voor de anderen. Wie in de voetstappen van de Heer wil treden, zal zich graag alles willen ontzeggen wat zijn liefde in de weg staat.
Een leven voor God en mensen vraagt onthechting aan eigen verlangens want de Andere en de anderen gaan voor. Zo'n leven vraagt ook veel wijsheid want zien waar het eigenlijk om
BeantwoordenVerwijderengaat vraagt een lange weg naar inzicht en diepgang.
" ons leven dragen met moed en grote dankbaarheid en zelfgave .."(F.Mistiaen J.S) zoals hoger geschreven staat !Moge dit WOORD weerklank vinden ,in m'n diepste zijn ! DANK
BeantwoordenVerwijderen