zondag 26 door het jaar - C
De overweging van deze zondag is van de hand van Frans Mistiaen, sj
Het verhaal van de rijke die na zijn dood wordt gestraft en van de arme die wordt beloond, was een bekend Joods volksverhaal. Wij mogen dus niet denken dat Jezus ons met deze beschrijving van hemel en hel zijn persoonlijke opvatting geeft over het hiernamaals. Blijkbaar achtte Hij het niet nodig de details van deze volkse voorstelling te verbeteren, want Hij wilde aan het hele verhaal een andere wending en een diepere betekenis geven. Wat origineel van Jezus is, is het bijgevoegde slot. Hij heeft het verhaal namelijk uitgebreid met een vraag om de vijf achtergebleven broers te waarschuwen. En daarbij keek Hij uitdrukkelijk naar de omstaande Farizeeën, die wel zullen begrepen hebben dat dit voor hen was bedoeld.
Eerst vertelt Jezus het oude volksverhaal opnieuw en dat gaat in tegen de Farizese opvatting over rijkdom en armoede. Deze leerden namelijk dat de materiële rijkdom van een mens een beloning was van God en dus een bewijs van de deugdzaamheid bij een rijke, terwijl de armoede een straf was van God, zodat een arme automatisch een zondaar moest zijn. Jezus weerlegt deze opvatting met het volksverhaal en zegt: “Neen, niet elke rijke is een deugdzame, niet elke arme is een slechterik. De rijke uit het verhaal was alleen rijk voor zichzelf, zelfvoldaan, zelfgenoegzaam, maar bleek arm te zijn voor God. De arme uit het verhaal was de eigenlijke deugdzame.” Jezus geeft hem daarom ook een eigennaam met een religieuze betekenis: "Lazarus", en dat betekent "God is mijn hulp".
Jezus' bedoeling is duidelijk te zeggen dat God langs de kant staat van de arme. Dus dat diegenen die arm zijn op geestelijk vlak, nl. het kleine volk, de eenvoudigen, de armen van geest, eigenlijk door God meer worden geacht, dan diegenen die denken dat zij rijk zijn op spiritueel gebied, nl. allen die zich opwerpen als zelfzekere specialisten, als schriftgeleerden, als kenners van Gods wet.
Jezus verwerpt dus vooral de zelfgenoegzaamheid van de religieuze verantwoordelijken.
En Hij voegt bij het oude verhaal een antwoord van Abraham, die benadrukt dat de pogingen van de rijke om zijn broers te waarschuwen vanuit het hiernamaals tevergeefs en onmogelijk zijn. De Farizeeën gebruikten het hiernamaals namelijk vooral om de mensen schrik aan te jagen. Door zijn toevoeging wil Jezus als het ware zeggen: “Reken niet op sensationele tekens uit de hemel. Maar, luister naar Mozes en de Profeten. Lees dus veeleer aandachtig de Schrift die gij hebt en leer er vooral uit dat gij open moet staan, zowel voor de nood van de arme vóór uw deur als voor de aanwezigheid van de Liefdegod in deze wereld.”
Lucas is de evangelist die ons voortdurend uitnodigt om beiden samen te zien: de zuchtende noodlijdende vóór onze deur vandaag is de lichamelijke gestalte van God zelf die nu om onze liefde vraagt.
Door het Schriftwoord dat wij vandaag horen en door de Lazarussen vóór onze deur - dichtbij of veraf - worden wij dringend gevraagd niet de rijkdom en de armoede te zien als een straf of een beloning van God. Wij worden eraan herinnerd dat God nooit aan de kant staat van de hardvochtige zelfgenoegzame, maar steeds aan de kant van diegene die - zij het rijk, zij het arm - zijn hart opent voor de liefde tot zijn concrete medemens.
Het verhaal van de rijke die na zijn dood wordt gestraft en van de arme die wordt beloond, was een bekend Joods volksverhaal. Wij mogen dus niet denken dat Jezus ons met deze beschrijving van hemel en hel zijn persoonlijke opvatting geeft over het hiernamaals. Blijkbaar achtte Hij het niet nodig de details van deze volkse voorstelling te verbeteren, want Hij wilde aan het hele verhaal een andere wending en een diepere betekenis geven. Wat origineel van Jezus is, is het bijgevoegde slot. Hij heeft het verhaal namelijk uitgebreid met een vraag om de vijf achtergebleven broers te waarschuwen. En daarbij keek Hij uitdrukkelijk naar de omstaande Farizeeën, die wel zullen begrepen hebben dat dit voor hen was bedoeld.
Eerst vertelt Jezus het oude volksverhaal opnieuw en dat gaat in tegen de Farizese opvatting over rijkdom en armoede. Deze leerden namelijk dat de materiële rijkdom van een mens een beloning was van God en dus een bewijs van de deugdzaamheid bij een rijke, terwijl de armoede een straf was van God, zodat een arme automatisch een zondaar moest zijn. Jezus weerlegt deze opvatting met het volksverhaal en zegt: “Neen, niet elke rijke is een deugdzame, niet elke arme is een slechterik. De rijke uit het verhaal was alleen rijk voor zichzelf, zelfvoldaan, zelfgenoegzaam, maar bleek arm te zijn voor God. De arme uit het verhaal was de eigenlijke deugdzame.” Jezus geeft hem daarom ook een eigennaam met een religieuze betekenis: "Lazarus", en dat betekent "God is mijn hulp".
Jezus' bedoeling is duidelijk te zeggen dat God langs de kant staat van de arme. Dus dat diegenen die arm zijn op geestelijk vlak, nl. het kleine volk, de eenvoudigen, de armen van geest, eigenlijk door God meer worden geacht, dan diegenen die denken dat zij rijk zijn op spiritueel gebied, nl. allen die zich opwerpen als zelfzekere specialisten, als schriftgeleerden, als kenners van Gods wet.
Jezus verwerpt dus vooral de zelfgenoegzaamheid van de religieuze verantwoordelijken.
En Hij voegt bij het oude verhaal een antwoord van Abraham, die benadrukt dat de pogingen van de rijke om zijn broers te waarschuwen vanuit het hiernamaals tevergeefs en onmogelijk zijn. De Farizeeën gebruikten het hiernamaals namelijk vooral om de mensen schrik aan te jagen. Door zijn toevoeging wil Jezus als het ware zeggen: “Reken niet op sensationele tekens uit de hemel. Maar, luister naar Mozes en de Profeten. Lees dus veeleer aandachtig de Schrift die gij hebt en leer er vooral uit dat gij open moet staan, zowel voor de nood van de arme vóór uw deur als voor de aanwezigheid van de Liefdegod in deze wereld.”
Lucas is de evangelist die ons voortdurend uitnodigt om beiden samen te zien: de zuchtende noodlijdende vóór onze deur vandaag is de lichamelijke gestalte van God zelf die nu om onze liefde vraagt.
Door het Schriftwoord dat wij vandaag horen en door de Lazarussen vóór onze deur - dichtbij of veraf - worden wij dringend gevraagd niet de rijkdom en de armoede te zien als een straf of een beloning van God. Wij worden eraan herinnerd dat God nooit aan de kant staat van de hardvochtige zelfgenoegzame, maar steeds aan de kant van diegene die - zij het rijk, zij het arm - zijn hart opent voor de liefde tot zijn concrete medemens.
Gos kiest nooit voor de hardvochtige mens of die qua bezit arm of rijk is. Als we in eigen hart kijken, zien we dat daar gemakkelijk hardvochtigheid heerst. Zoals om wraak & wrok ons bij vermeend onrecht aangedaan....
BeantwoordenVerwijderenHoe leg je aan de hedendaagse jonge mens uit wat aartsengelen; engelen; engelbewaarder;
enz. kunnen betekenen.? Voor mij was dat vrij eenvoudig. Het gaat telkens om de positieve energie die ons van Godswege omringt.
Wie of wat zijn engelen?
VerwijderenHet woord ‘engel’ stamt af van het Latijnse angelus, wat zelf afgeleid is van het Grieks ángelos, wat allebei ‘boodschapper’ betekent. Ook het Hebreeuwse woord mal’ach betekent ‘boodschapper’.
Een goede omschrijving van wie de engelen zijn lezen we in het Compendium van de Katechismus van de Katholieke Kerk:
De engelen zijn louter geestelijke schepselen, niet lichamelijk, onzichtbare, onsterfelijke, persoonlijke wezens, begiftigd met verstand en wil. Terwijl zij God voortdurend aanschouwen van aangezicht tot aangezicht, verheerlijken zij Hem, dienen zij Hem, en zijn Zij zijn boodschappers bij de vervulling van de heilszending voor alle mensen.
Bron:Jongerlo.
vandaag gedenken wij de engelen, en wellicht ook hoe wij engelen voor elkaar kunnen zijn.
BeantwoordenVerwijderenengelenzang
wil jij mij mijn engel zijn
dan ben ik jou de jouwe
onbevangen ontvangend
als toen ons weten kind was
mag ik jou jouw engel zijn
ben jij dan mij de mijne
moeiteloos bemoeiend
genezend van wie wij werden
ben de stem die mijn woord bewaarheidt
het lichaam dat mijn voelen voelt
ben het hoofd dat mijn handen opent
mijn minnend hart als ooit bedoeld
was ik jou jouw engel
en was jij mij de mijne
dan dat wij samen zongen
in het koor der serafijnen
dit leven heilig rijmend
in eenzijn zonder einde
s r 09-2019
Heel mooi gedicht, Stefan. Mij treft uw klemtoon op de kinderlijke ontvankelijkheid. Ik denk dat God dat ook apprecieert. Getuige: het evangelie van vandaag. Open staan voor God en voor elkaar, kinderlijk eenvoudig. Is dat niet een engel van God? Zo immers is God zelf! De Allerhoogste die elk van ons ziet, met onze noden en met ons verdriet, ook met onze diepe vreugden en stil geluk. Als Hij ons Zijn engel zendt, dan betekent dat dat Hijzelf naar ons toekomt. En zelf mogen wij ook zo iemand zijn, een engel in wie God komt naar de armen, de Lazarussen van onze tijd, maar ook naar hen die zelfverzekerd zijn, maar deze laatsten zien dat niet, kunnen dat niet zien. Jammer voor hen...
VerwijderenUit :Mistiaen J.S "Wie zijn hart liefdevol opent -zij rijk of arm - voor zijn concrete medemens, " dáár IS GOD ."
BeantwoordenVerwijderenEen mens-engel zijn ??? door Hem gezonden ! " God komt te hulp = Lazarus "
Dank voor de verschillende aspekten hier voorgand gegeven .
Maar die onoverbrugbare KLOOF is voor mij altijd een vraagteken geweest !
Overbrugt LIEFDE niet de KLOOF ? Misschien kan iemand dit uitleggen ? Dank !
Haal aan wat P.Mistiaen schrijft :"Wie -rijk of arm -zijn hart opent voor de concrete (wereld medemens) daar is GOD !
BeantwoordenVerwijderenDank voor alle voorgaande aspekten !
Zijn we -mensengelen -in wie God komt- naar de armen ,.... of de zelfverzekerden???(Daniël)
Dank voor de rijke reakties ,hier voorgaand !
Maar...voor mij is de -onoverbrugbare KLOOF in deze pericoop van Lukas, altijd een HARD woord geweest ! Kan iemand mij dat diets maken !!!!????
Met diepe dank aan allen -ook aan Kris die er nu niet tussenzit !!!