vrijdag in week 29 door het jaar

Vandaag horen we Paulus in zijn brief aan de christenen van Rome: 'Wat ik verlang te doen, het goede, laat ik na; wat ik wil vermijden, het kwade, dat doe ik.'

Is dat niet herkenbaar voor ieder van ons? Ik vermoed van wel. Merkwaardig is dat we ons 'nee-woord' soms koesteren. En dit terwijl we weten dat het haaks staat tegenover wat God vraagt. Dikwijls zit dat in heel kleine dingen, heel subtiel, maar wel aanwezig; actief aanwezig. Denk aan roddel, oordeel, kwaad spreken, neerkijken op, onnodige negatieve kritiek, humor die neerhaalt, nalaten van gebed, …
We doen het gewoon, wetende dat het niet goed is. De mens is - wat dat betreft - een raar wezen.

We zijn zondaars, in het klein, soms ook in het groot. We moeten daar gewoon eerlijk in zijn. Ook al accepteren we dat niet graag.

In het Wees Gegroet bidden we 'Bid voor ons, arme zondaars'. Aan het begin van de eucharistie, bij het Kyrië zeggen we tot drie maal toe: 'Heer, ontferm U over ons'. Bij de schuldbelijdenis: 'Door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld'.
Huichelen we als we aan het begin van de eucharistieviering vergeving vragen voor onze zonden? Spelen wij hier de zondaar? Nee, we zouden huichelen als we menen dat we geen zonden hebben. We zouden huichelen wanneer we ons vereenzelvigen met ons correcte uiterlijk.
Niet huichelen is weten dat we zondaars zijn.

Is dat een negatieve gedachte? Nee, integendeel.
Pas voor wie inziet en voor zichzelf en voor God toegeeft dat hij een zondaar is, is er genezing mogelijk. Inzien kan leiden tot een diepgemeend 'Heer, ontferm U over mij', en dat geneest. In het inzicht is de Heer reeds genezend aanwezig. In zijn Geest zal Hij de mens brengen tot een waar ‘Kyrië’. Of misschien zelfs tot de biechtstoel, waar de zondaar wordt uitgenodigd zijn diepste nee-woord tot uitdrukking te brengen om het te leggen in Gods barmhartigheid; Hij die vergeeft, Hij die geneest.

Genezing, redding, kunnen we niet zelf bewerkstelligen. Daar hebben we God voor nodig, en Hij ons.

Kom, laten we ons geven aan de Heer, niet alleen met onze ja-woorden, maar ook, en misschien vooral, met onze nee-woorden.

God is in zijn liefde zoveel groter dan onze ‘nee’.

Geïnspireerd aan woorden van J. Bots, sj.

Reacties

  1. Paulus heeft het goed gezien: wij willen wel het goede, maar komen er vaak niet aan toe. Integendeel, we doen wat we eigenlijk niet willen doen: het kwaad. Ik denk dat wij dat allemaal in onszelf ervaren. We maken 's morgens het voornemen van niet te roddelen en van niemand iets kwaads te vertellen. Maar het is nog geen middag of we hebben ons toch al laten gaan. Meegesleept door het gesprek van anderen, zeggen we dan. We gaan naar de biecht of we zeggen in ons gewetensonderzoek 's avonds: 'Dat zal ik niet meer doen', maar dat gaat zo gemakkelijk niet. Wat doen we daartegen? Kijken naar Jezus, kijken naar het kruis. Niet kijken naar jezelf. Ook niet vergelijken met anderen. Je moet ook de schuld aan de anderen niet geven. Jezus heeft ons gered van het kwaad. Al onze schuld heeft Hij gedragen op het kruis en het daar met God verzoend.
    Is dat niet het teken van de tijd, van alle tijden sinds Jezus kwam? Dat vergeten we wel eens. We klagen over de tijden die slecht zijn. De tijden zijn niet slecht, WIJ zijn min of meer slecht. Ook als de tijden anders zijn - ik zeg graag: anders, niet altijd beter dan vroeger, ook niet per se slechter, de tijd van nu is gewoon anders dan toen we klein waren - maar als de tijden veranderen, God blijft getrouw. We moeten gewoon op Jezus vertrouwen. Zeker, de Rechter, de goddelijke Rechter staat voor de deur, maar Jezus is onze gratis advocaat. Hij heeft onze zonden gedragen, elke zonde. Op Hem mogen we vertrouwen, ook als straks van ons leven rekenschap wordt gevraagd. Laten wij gewoon bidden: Heer Jezus, ik vertrouw op U.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Paulus is een echte realist, maar loopt niet gebukt onder schuldgevoel. Integendeel: hij legt in dit stukje de nadruk op het voornaamste: dat wij verloste zondaars zijn. Eén en al blijde boodschap!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Geest en handen komen niet altijd overeen! Soms denk ik goed, maar ga niet over tot de goede daad, vaak een onderhandelen in mezelf wat eigenlijk een overleggen is met de kwade die mij wil afbrengen van wat de Geest mij ingeeft. De Heer schenkt mij tekenen genoeg, maar vaak trek ik niet de juiste gevolgtrekkingen. Het ‘ikje’ in mij heeft niet altijd de juiste bril op! Hoe vaak is het niet een “ja, maar …”. Ben ik zo niet gelijk aan een huichelaar?
    Jezus, laat mijn blik nooit afwijken van U. moge uw kruis het teken zijn wat ik U gekost heb en dit niet verloren laten gaan. Uw liefde kennen is uw liefde doen!
    Aan mij willen wat ik wil, maar ook doen wat ik wil! Zo beantwoorden aan Gods genade en deze niet verloren laten gaan. Terstond handelen, uitstel is afstel! Dus, Liefde zijn in hart en handen.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. De nee-woorden en het nee-doen is soms groter dan het JA ! Ja is positiever, creatiever,liefdevol,Gekregen en gegeven liefde !JA is....... me vertrouwvol in ZIJN barmachtigheidwerpen ! ......ook als straks de enige en altijddurende DAG ..... van Zijn............................................................................................
    EEUWIGHEID KOMT ..... CONFIDO !

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten