woensdag in week 27 door het jaar
Toen Jezus zijn gebed beëindigd had vroegen zijn leerlingen Hem om hen te leren bidden. We weten niet of de leerlingen Jezus bezig zagen tijdens zijn gebed, we weten enkel dat ze weet hadden van zijn gebed. Vanuit dit zien, of weten, vragen ze Hem dus om bij Hem in de leerschool te mogen gaan wat bidden betreft.
Van harte hoop ik dat in de jonge gezinnen de dag van vandaag gebeden wordt. En, en daar gaat het om, dat de kinderen dit zien of op z’n minst weten. Zodat ze dus weet hebben dat hun ouders biddende mensen zijn. En nog beter zou zijn dat de ouders met de kinderen bidden, zodat ze al doende leren.
En als je kind op latere leeftijd ineens beslist om niet meer te bidden (laat een puber maar puberen), dan heeft het ten minste de herinnering dat zijn ouders baden, en dat ze dit nog doen. Die herinnering mogen we niet onderschatten. Vroeg of laat zal God hen onderdompelen in deze her-innering; zelfs zo dat het een bron wordt van genade voor die opgroeiende mens met al zijn vragen en twijfels; gedragen door het gebed van zijn ouders.
Belangrijk is ook dat we af en toe spreken met elkaar over gebed, bijzonder met de jongeren. Niet om het kapot te praten, maar gewoon om dit thema ook af en toe binnen het gezinsgesprek aanwezig te brengen. Met kleine kinderen is dat niet moeilijk. Met pubers is dat al niet meer zo vanzelfsprekend. Maar onderschat de waarde niet van dit gesprek. Laat hen vooral uitspreken, hun mogelijke twijfels of ongeloof uiten. Oordeel niet over hun geloofsweg. Laat hen voelen dat ze altijd thuis bij hun ouders mogen komen op vlak van geloof, ook dus met hun mogelijke twijfels of vragen. Gezinswarmte is zo belangrijk inzake geloofsgesprek.
Denk aan Thomas die niet in de verrijzenis van Jezus kon geloven voordat hij zijn vingers in Jezus’ wonden zou kunnen leggen. Maar midden zijn twijfel was hij wel opgenomen in de kring van de leerlingen die wel geloofden. Het is een mooi beeld van hoe we kunnen omgaan met zij die twijfelen of met vragen zitten.
Mogen we als Kerk elkaar, bijzonder onze jongen gezinnen, en alle mensen in de wereld diep omarmen. In naam van de Heer, God lovend.
kris
Van harte hoop ik dat in de jonge gezinnen de dag van vandaag gebeden wordt. En, en daar gaat het om, dat de kinderen dit zien of op z’n minst weten. Zodat ze dus weet hebben dat hun ouders biddende mensen zijn. En nog beter zou zijn dat de ouders met de kinderen bidden, zodat ze al doende leren.
En als je kind op latere leeftijd ineens beslist om niet meer te bidden (laat een puber maar puberen), dan heeft het ten minste de herinnering dat zijn ouders baden, en dat ze dit nog doen. Die herinnering mogen we niet onderschatten. Vroeg of laat zal God hen onderdompelen in deze her-innering; zelfs zo dat het een bron wordt van genade voor die opgroeiende mens met al zijn vragen en twijfels; gedragen door het gebed van zijn ouders.
Belangrijk is ook dat we af en toe spreken met elkaar over gebed, bijzonder met de jongeren. Niet om het kapot te praten, maar gewoon om dit thema ook af en toe binnen het gezinsgesprek aanwezig te brengen. Met kleine kinderen is dat niet moeilijk. Met pubers is dat al niet meer zo vanzelfsprekend. Maar onderschat de waarde niet van dit gesprek. Laat hen vooral uitspreken, hun mogelijke twijfels of ongeloof uiten. Oordeel niet over hun geloofsweg. Laat hen voelen dat ze altijd thuis bij hun ouders mogen komen op vlak van geloof, ook dus met hun mogelijke twijfels of vragen. Gezinswarmte is zo belangrijk inzake geloofsgesprek.
Denk aan Thomas die niet in de verrijzenis van Jezus kon geloven voordat hij zijn vingers in Jezus’ wonden zou kunnen leggen. Maar midden zijn twijfel was hij wel opgenomen in de kring van de leerlingen die wel geloofden. Het is een mooi beeld van hoe we kunnen omgaan met zij die twijfelen of met vragen zitten.
Mogen we als Kerk elkaar, bijzonder onze jongen gezinnen, en alle mensen in de wereld diep omarmen. In naam van de Heer, God lovend.
kris
Goede raadgevingen, Kris. Mochten onze jonge gezinnen werkelijk af en toe eens samen bidden.
BeantwoordenVerwijderenDe Heer leert ons het Onze Vader bidden. Dit stukje evangelie vormt met dat van gisteren en eergisteren een drieluik. Maandag ging het over dienen, zoals Jezus een barmhartige Samaritaan zijn. Gisteren wilde Lucas ons zeggen: Je kunt de naaste niet dienen, als je niet eerst aan Jezus’ voeten leerling van Hem bent geworden. Wie geen leerling wordt van Jezus, zal misschien zichzelf dienen of degenen die hij sympathiek vindt en niet al wie het nodig heeft. Denk aan de vraag van de Wetgeleerde: ‘Wie is mijn naaste?’ Vandaag zet Jezus ons gebed in de richting zoals Hij bidt, in de richting van de Vader. Ook in de eucharistie bidden wij het Onze Vader. Wanneer doen we dat? Nadat wij met het brood en de wijn onszelf aan God gegeven hebben bij de offerande en nadat Jezus onze gaven en onszelf omgevormd heeft in Zijn eigen wezen bij de consecratie. Nu Jezus tegenwoordig is in brood en wijn op het altaar, mogen we het Onze Vader bidden, d.w.z. onze neuzen en harten in dezelfde richting als het hart van Jezus. Met dezelfde gezindheid die in Jezus is, bidden wij tot de Vader: Uw Naam worde geheiligd, Uw Rijk kome. Dat is de richting van ons dienstwerk: tot eer van de Vader, tot lof van Gods majesteit. We vragen ook al wat we bij ons dienstwerk nodig hebben, voedsel voor elke dag en de dagelijkse gave van de eucharistie. Ook de vergeving van onze zonden; dit was als wij niet in dezelfde richting stonden als Jezus en onszelf zochten. Zelf proberen wij ook aan anderen te vergeven, want zonder vergeving aan mekaar kunnen we de anderen niet dienen. We vragen ook om niet opnieuw in de verzoeking te vallen om zonder Jezus te leven, in zonde. In de eucharistie komt Jezus dan in ons bij de communie om in en door ons zelf te doen wat er gedaan moet worden: dienstbare naastenliefde. Jezus wordt één met Zijn leerlingen. Zijn leerlingen, wij dus, worden aan Hem gelijk. Nu zijn we geschikt om zoals Jezus barmhartige Samaritanen te zijn.
Iets gelijkaardigs lazen wij bij Jona. Maandag op de vlucht voor zijn roeping: zoals de leviet en de priester in een boogje rond de nood van de mensen heenlopen. Gisteren, tegen zijn zin, zijn oproep tot bekering. Vandaag: een spinnijdige Jona die kwaad is omdat God goed is. God zet hem echter in zijn gebed – deze eerste lezing is een beetje Jona’s gebed, zijn omgaan met God – God zet Jona in Gods eigen gezindheid: barmhartigheid tegenover een wereld die zonder God zijn zin en doel niet vindt en dus verloren loopt. Door de lezingen van vandaag wil de Kerk ons ook in dezelfde richting doen kijken zoals God en Jezus kijken.
Als ik iemand vergeven heb die mij (meestal door woorden) iets aangedaan heeft en ik met mijzelf zover kan komen om diegene toch van harte te vergeven dan voel ik een ongelooflijke blijheid over mij heenkomen. Vaak wordt de verhouding daardoor nog mooier dan voorheen. Zo heb ik het ook van mijn ouders geleerd. Wat Kris zegt over gezinswarmte is zo belangrijk en zo waar. Iedereen die gezinswarmte heeft gekend zal daar zijn hele leven plezier van hebben. Hoe ouder ik wordt hoe meer ik dit ga waarderen.
BeantwoordenVerwijderenDank je Kris om je wijze woorden : zien bidden doet bidden en leert bidden. Ik heb leren bidden aan mijn vader die 's avonds geknield voor een stoel zat ( mijn moeder was te jong
BeantwoordenVerwijderengestorven) en zijn lippen bewoog. Wat hij murmelde heb ik nooit geweten. Maar ik heb ook leren murmelen... en zo leren bidden
Heel rijk ! alles wat hierboven staat !"Heer leer ons bidden !"Openstaan , zich leeg maken om plaats te maken voor Hem - diepe onbegrepen stilte - en Hem laten zijn in ons, wie Hij is ! Niet begrijpen - maar - gegrepenzijn !!! Vader , loven en danken !!!!
BeantwoordenVerwijderen