maandag in week 3 van de paastijd
Vandaag lezen we dat men op zoek was naar Jezus. Dat lezen we op meerdere plaatsen in de evangelies. Dat terugtrekken deed Hij regelmatig: 'naar de overkant’, ‘in het gebergte’, ‘geheel alleen'. Hij trok zich terug bij en in God.
Het is goed Jezus hierin te volgen, om - in Hem - voor het Aangezicht van de Vader te komen; Hem van wie wij het leven ontvangen, Hij die de diepste zin is van ons bestaan, de bezieler van ons leven.
Velen van ons verlangen met regelmaat te bidden. En, wat menselijk is, we verlangen naar vrede in ons gebed, naar gevoelens van ‘rust’ in de Heer. Maar heel wat mensen leven wat dat betreft met een soort frustratie: de rust in het gebed ontbreekt, de vrede al evenmin. En al snel worden de gebedsmomenten ingekort, of nog erger: men houdt er gewoon mee op.
Wat jammer is.
Wantrouw hen die beweren dat je pas écht gebeden hebt wanneer je tijdens je het gebed gevoelens hebt ervaren van vrede en vreugde, een ervaring van een soort innerlijke (of zelfs uiterlijke) alleluia-trance ingegeven door de Heer. Ja, wantrouw hen die beweren dat je gevoelstoestand de norm is van je goed of minder goed bidden. In wezen, lieve mensen, heeft gebed niets met gevoelens te maken. Nergens zegt Jezus: ‘uw gevoel heeft u gered’. Altijd zegt Hij: ‘uw geloof heeft u gered’.
Geloof hier niet bedoeld als enkel een belijdenis met de lippen, maar als act van overgave aan God. Fijne gevoelens in dit gebeuren zijn leuk, klinkt aanlokkelijk, maar in wezen zijn ze absoluut niet belangrijk. Het gaat er in ons gebed om met open handen (hart) voor God te staan, je innerlijk leeg makend, nederig, vol toewijding. De kern van het christelijk gebed is dat Jezus in u bidt; met u, door u, en wel in de gave van Gods Geest die ons ons wordt gelegd.
Het gelovig bewust zijn dat Jezus in ons bidt is van onschatbare waarde. Verenigd met Hem brengt Hij ons voor het aanschijn van de Vader.
Stilte (als het kan dagelijks langdurige stilte) zal je leiden in de woestijn van de ontmoeting. De stilte is immers de bedding bij uitstek om Gods genade in al zijn helderheid te kunnen ontvangen.
Bij Thomas Merton lezen we: ‘Wanneer ik heel stil ben en het meest mezelf, is Gods genade helder en heb ik geen oog voor iets anders. Wat willen we nog meer dan in rust en vrede verwijlen in dit alles betoverende wonder van Gods genade voor ons?’ (Search for Solitude: Pursuing the Monk’s True Life 1996, blz. 35)
Ja, in de stilte zullen we in genade leren dat God ons Al is, en dat het in het leven alleen om de Liefde gaat.
Begrijp dus dat dit gebeuren zich niet afspeelt op het niveau van je gevoelens, maar wel in de kern van je ziel waar God - in Christus - je omvorming in Hem wil bewerkstelligen.
Laat ons, naar de woorden van Clara van Assisi, niet zozeer bidden als wel gebed worden.
Zalig de armen van geest, de nederigen van hart.
Met een genegen groet,
kris
BeantwoordenVerwijderenDiaken Stephanus deed niet alleen ondersteuningswerk bij weduwen en wezen, hij verkondigde ook de levende Christus. Maar hij werd verkeerd begrepen. Men verdraaide zijn woorden. Hij zou gesproken hebben tegen de heilige plaats en tegen de Wet, omdat Hij over Jezus sprak. En Jezus heeft inderdaad gesproken van het afbreken van de tempel, maar het ging over de tempel van Zijn lichaam. Jezus heeft van de Wet ook niets afgeschaft, Hij heeft wel verdieping en verinnerlijking gebracht. Alle leden van het Sanhedrin moesten toegeven dat Stephanus’ gelaat geleek op dat van een engel. Een engel, een aggelos, een angelus, een bode, een gezondene. Dat was Stephanus inderdaad: een bode van de verrijzenis van Jezus, een gezant. In de oude Kerk zou een diaken spoedig de naaste medewerker worden van de bisschop. De bisschop was vaak bejaard en daarom zond hij naar de koningen of naar de gelovigen zijn jonge diaken die soms maar 27 of 30 jaar oud was. Die diaken was een gezondene van de bisschop, hij bracht de woorden van de bisschop over. Jezus was ook een diakonos, een dienaar en een gezondene. Hij sprak de woorden van de Vader, Hij bracht ons de boodschap van Gods liefde over. Jezus was, zoals we zaterdag hoorden, te voet over het meer bij Zijn leerlingen gekomen. Te voet ging Hij aan land bij Kafarnaüm. De mensen begrepen er niets van. Hoe kon Jezus in Gods naam daar aan de overkant van het meer zijn gekomen zonder boot? Van Tiberias dat in het Zuidwesten ligt naar het Noordelijk gelegen Kafarnaüm? Ja, dat is onbegrijpelijk. Jezus kon over het water wandelen, zoals bepaalde heiligen zoals Pater Pio of Franciscus Xaverius de gave hadden van bilocatie. Ik denk ook aan Nieke Van den Dijck uit Onkerzele bij Aalst die tijdens de tweede wereldoorlog in haar huisje lag te slapen terwijl ze met haar geest bij de soldaten was op het front en daar ingreep op een wondere, mysterievolle wijze. Jezus waarschuwt ons echter om niet daarbij te blijven staan. We moeten niet het brood zoeken dat vergaat, maar het voedsel van het eeuwige leven. Geen wondere tekenen, maar God zelf. Het voedsel dat leven geeft, is de levende Christus in de eucharistie. Want God heeft op Jezus Zijn zegel gedrukt. Een zegel op een document toonde de rechtsgeldigheid aan van het document. Ook op de heilige hostie drukt God Zijn zegel. Het zegel van Zijn Zoon. Dat brood is werkelijk Christus. Het wordt Christus door de beademing van de H. Geest, het zegel Gods. En wat moeten we nu doen, vragen wij met de Joden. Niet veel, zegt Jezus, alleen geloven in Degene die door God werd gezonden. Dat is dus geloven in Jezus. Jezus is de Gezondene, de diakonos van God. Stephanus was dat ook, een diakonos, een gezondene. Wij zijn als gelovigen allemaal geroepen om een gezondene te zijn, een diaken van God, een dienstknecht van Gods Koninkrijk. Als wij geloven in Jezus, zullen wij Jezus’ werk verderzetten, ja wij zullen de werken doen die Jezus deed. Als we het lichaam van Christus nuttigen in de eucharistie, dan zullen we in de loop van de dag van Jezus leven en doen zoals Hij. Want dan dragen wij Gods zegel in ons.
Door een Corona besmetting zit ik een tijdje in quarantaine. Het is een periode van stilte en afzondering. Er komt ruimte in mijn hoofd en hart om God te verwelkomen. Het evangelie van vandaag mag ik dan ook op een bijzondere manier ervaren. Alles is genade.
BeantwoordenVerwijderenBeste Nitka,
Verwijderenwat fijn dat je deze periode zo mag ervaren.
Ik bid dat het inderdaad een genadevolle tijd mag zijn.
Moge je niet teveel last hebben van tante Corna.
Alle Goeds, kris
Kris, tot nu toe las ik met veel aandacht bijna elke dag dagelijks bijbelcitaat en nu ontvang ik het niet meer. Ja het is echt voeding bij de lezingen. Wat is er mis gelopen. dank om wat je altijd meedeelt vanuit je gelovig hart.
BeantwoordenVerwijderenJosee.vandenbempt@telenet.be
Dag Josee,
Verwijderenik heb je een e-mail gestuurd.
Van harte, kris