woensdag in week 5 van de paastijd
Jezus zegt ons vandaag: 'Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in Mij blijft en Ik in hem, zal hij veel vruchten voortbrengen. Maar zonder Mij kun je niets doen.'
Als wij in de Heer blijven, en Hij in ons, zullen we dus vele vruchten dragen.
Het zullen niet onze vruchten zijn, maar de vruchten van de Heer. Door ons heen zal Hij zijn vruchten voortbrengen.
Wil dit zeggen dat we onze persoon in Hem moeten verliezen, dat we onze persoonlijkheid helemaal moeten prijsgeven? Vraag is waar onze persoonlijkheid te vinden is. Het evangelie leert ons dat onze ware identiteit te vinden is in Christus. Met andere woorden, wie in Christus leeft zal zijn ware identiteit vinden. Ons ware ik, waarvan God gezegd heeft dat Hij het geschapen heeft naar zijn beeld en gelijkenis, zal meer en meer tot bloei komen in de Heer. Ons valse ik, dat leeft voor zichzelf, zal afsterven in Christus om met Hem te verrijzen tot ons ware ik.
Dát ik, dat leeft in eenheid met de Heer, zal vrucht dragen, véél vruchten; vruchten van de Heer.
Met een genegen groet,
kris
BeantwoordenVerwijderenIn het licht van Jezus’ laatste avond, krijgt Zijn allegorie zijn volle betekenis. ‘Je moet met Mij verbonden blijven’, zegt Jezus, ‘anders kan je niets’. Jezus is de ware wijnstok, de Vader is de wijnbouwer, wij zijn de ranken. Het komt erop aan om, met Jezus verbonden, vruchten te dragen. Dat zullen vruchten zijn van geloof en naastenliefde. Het sap van de wijnstok moet daar echter voor in onze aderen vloeien. We moeten onze naaste liefhebben zoals Jezus ons bemint. Het is vanuit Zijn liefde dat onze liefde iets zal kunnen betekenen. Als we vrucht dragen, zal de Vader ons zuiveren, zoals een wijnbouwer knipt in de ranken opdat ze maximaal vruchten zullen dragen. Dat heeft Jezus ook met Zijn leerlingen gedaan. Zij begrepen Jezus eerst niet. Zij zochten bij Hem zichzelf, een mooi postje, een succesvolle carrière. Zij wilden de eersten zijn. Jezus heeft hen uitgezuiverd en stilaan kreeg Hij hen op Zijn spoor: het spoor van de zelf vergeten liefde, het spoor van de zelfgave. Christen-zijn is immers de ommekeer maken van een leven-voor-jezelf naar een leven-voor-God-en- voor-de-medemens. Altijd opnieuw brengt Jezus ons dat in de eucharistie in herinnering: zoals Hij zichzelf gaf tot het uiterste, zo mogen wij dat ook doen. Eén van Zijn leerlingen heeft Jezus niet meegekregen. Dat was Judas Iskarioth. Hem kreeg Jezus niet in Zijn spoor. Hij werd dan ook afgesneden van Jezus, hij sneed zichzelf af van de leven gevende wijnstok die Jezus is. Zijn leven werd dan ook een mislukking, een drama, een catastrofe. Als wij ons afsnijden van Jezus, kunnen wij de Vader niet verheerlijken. Toch heeft de Vader uit het verraad van Judas nog iets goeds gehaald. Nu kon Zijn Zoon Zijn zending ten volle waarmaken. Jezus gaf zich ten einde toe, Jezus bleef gehoorzaam aan Zijn Vader. In Jezus mocht God de Heer blijven en ook de Heer worden van allen, omdat Jezus Gods Zoon is die alle mensen aan heeft genomen toen Hij mens werd. Als Jezus zich totaal geeft op het kruis, dan doet Hij dat ook in onze plaats, plaatsvervangend. Zo werden wij verlost; zo werd God ook de Heer over ons bestaan. Bemoedigend is dit. Want Jezus is verrezen. Het duurt dus voort.
En tussen haakjes: als Jezus alle mensen meetrok in Zijn gave aan de Vader op het kruis, waarom zou Hij dan ook Judas niet mee hebben getrokken? God, wat bent U wonderbaar, wat een kostbaar geheim!
Judas had een plaats in het verlossingsplan van God. Jezus zei immers tot hem: "Doe wat je moet doen". Onbegrijpelijk, ja! Maar iets om Judas niet te vlug te veroordelen.
VerwijderenZo zie ik het ook , als anoniem van 11.02 wat Judas betreft .
Verwijderen