zaterdag in week 3 van de paastijd

Jezus vroeg aan de twaalf: ‘Willen jullie soms ook weggaan?’

Een tijd terug was ik in het woonzorgcentrum waar ik werk in gesprek met een bewoonster die werkelijk leeft vanuit haar geloof. De vriendschap met de Heer heeft, sinds haar volwassen leeftijd, altijd centraal gestaan. Ze kan Hem niet wegdenken uit haar leven. Zij heeft vele mooie perioden en momenten gekend in haar tot nu 86-jarig bestaan, maar ook lastige perioden die heel wat leed met zich meebrachten. Ieder huisje zijn kruisje… was ook haar deel. Maar dit laatste was voor haar geen reden om de Heer in twijfel te trekken, en zeker niet om Hem te verlaten, integendeel. Op momenten dat het leven lastig was wist ze zich door Hem gedragen. Zoals ook nu, waar ze erg geconfronteerd wordt met de broosheid van haar fysieke bestaan. Een mooie en sterke vrouw.

Het gesprek ging over – dat gebeurt wel eens meer – het ‘kerkverval’ zoals zij dat noemt. Ze vindt het zo merkwaardig dat er nog zo weinig mensen naar de kerk gaan op zondag. Nu moet je weten dat de zondagse viering voor haar altijd centraal heeft gestaan. Het was het hart van haar leven. De eucharistie… wat kan ze daar met veel liefde over praten.
Met vele ‘kerkgangers’ is zij altijd actief geweest in het parochieleven, samen met haar man. Dat je je engageerde in het kerkgebeuren was voor hen een logisch gevolg van hun katholiek-zijn.
Nu stelt zij vast dat er heel wat kerkelijke initiatieven vanuit de parochie ofwel niet meer bestaan, ofwel langzaam maar zeker dood bloeden. Als ze daarover praat wordt ze stil; vanuit droefheid.

Zij komt uit een kerkgebeuren dat het Vlaamse katholieke landschap erg gekleurd heeft. Het ‘leven van de Kerk’ speelde zich af onder en rond de kerktoren, waar iets moois in zit. Het waren mensen die zich gaven aan het gebeuren, gemeenschap ervoeren, en daar veel vreugde en voldoening in vonden. Er was een eenheid tussen de zondagse Mis, hun engagementen en hun persoonlijk leven. Toch wel mooi. Chapeau.

Maar nu lijdt ze dus. Ze lijdt onder het feit dat dit schijnbaar verleden tijd is. Ik tracht haar dan te troosten met te zeggen dat er vandaag de dag toch heel wat mensen zijn die vanuit hun christen-zijn zich toch wel engageren op vele vlakken in de samenleving, en dat het geloof zeker niet dood is. Ik tracht haar uit te leggen dat er heel wat verschuiving is inzake christelijk engagement. Hoewel er nog veel gebeurt binnen de eigen parochies kijkt men vandaag de dag dikwijls verder: men komt meer samen met mensen uit het bisdom, er ontstaan nieuwe initiatieven (ook door heel wat jongeren) om het leven in de Kerk gestalte te geven, er gebeurt heel wat online,… Er leeft wel wat. Het is niet meer als vroeger. Het is anders. Maar het is niet dood. Dat laatste zou doemdenken zijn.

Maar hoe positief je ook over het huidig christelijk klimaat praat (met de bewoonster bijvoorbeeld die ik hierboven aanhaalde), feit is natuurlijk ook dat er vandaag de dag heel wat mensen niet meer willen weten van de Kerk. En zij hebben daar beslist hun eigen redenen voor; redenen die we trouwens ernstig moeten nemen. En als christenen zouden we – denk ik – meer bereid moeten zijn met hen daarover in gesprek te gaan.
Dat er behoefte is naar dergelijke gesprekken is zeker zo. Dat merk ik dagelijks bij de jonge generatie collega’s binnen het woonzorgcentrum. Alleen is het niet altijd makkelijk het goede gesprek aan te gaan waar de juiste snaren worden aangeraakt en de juiste en goede woorden worden gebruikt. Dat vraagt een zekere tact, een ‘neerdalen’, een willen luisteren en ontvangen, om vanuit een groeiend vertrouwen goede woorden te kunnen zeggen. Maar het is zeker mogelijk, en zoals gezegd: er is veel behoefte naar. Want vele mensen leven met leegte, met een spirituele en religieuze dorst die niet of nauwelijks gelest wordt.

Terug naar de uitspraak van Jezus: ‘Willen jullie soms ook weggaan?’
Ik denk dat deze woorden van de Heer ons moeten aansporen tot twee zaken, namelijk tot gebed voor Kerk en wereld, en tot engagement wat betreft het aanspreken van mensen.
Gebed zou altijd aanwezig moeten zijn. Niet enkel omdat we zelf verbonden zouden blijven met de Heer, maar ook omdat we in het gebed aan God mogen vragen dat Hij mensen aanraakt en tot zich trekt. Het missionaire aspect van onze Kerk, en gebed, zijn zeer nauw met elkaar verbonden. Vooral oudere mensen, die dikwijls niet meer actief de straat op kunnen, vinden soms hierin een nieuwe roeping in hun oude dag.
Maar van belang is dus ook dat mensen aangesproken worden: met woorden, door voorbeelden, uitnodigingen allerhande. Hoe we dat precies moeten aanpakken vraagt gezond en liefdevol boerenverstand. Maar ik denk dat we vandaag de dag hier bijzonder aandacht aan moeten besteden.

‘Willen jullie soms ook weggaan?’, mogen we ook beluisteren aan ons eigen adres. Kiezen we voor de Heer, of nemen we afstand van Hem? Engageren we ons – als gedoopten – in de Kerk, of laten we het liever aan anderen over? Sluiten we ons aan bij goede initiatieven, starten we eventueel zelf iets nieuws op, of kiezen we voor een leven getekend  door ‘de anderen moeten het maar doen’?

Lieve mensen, laten we Pasen serieus nemen. Moge de genade van Christus’ opstanding werkzaam zijn in ons leven, in onze gemeenschappen, onze parochies, onze gezinnen,…
De Heer is verrezen. Laat ons dan ook paasmensen zijn; de Heer dragend en uitdragend.

Een gezegend weekend,

kris

Reacties

  1. Kris, daar schrijf je een heel verhaal. Ook ik herken er mij in. Veel is anders geworden en veel mooie dingen zijn verdwenen. Ook in ons woonzorgcentrum kon ik heel andere dingen doen toen de zusters er nog waren. Elke dag was er een eucharistie, elke vrijdag hield ik een lof voor de vrede, in de vasten ging ik met onze bewoners elke vrijdag de kruisweg, elke morgen was er een morgenwijding en elke avond een avondgebed. Onze mensen hadden iets daaraan. Ook op de parochies kon veel gebeuren. De kerken zaten vol. Als kind zaten wij onder de hoede van onze onderwijzers te luisteren naar de preek van de pastoor die voor ons veel te lang en veel te moeilijk was. We keken naar de priester daar ver vooraan aan het altaar en we wisten: daar gebeurt iets, daar gebeurt God; we leefden mee met het mysterie dat zich daar aan het altaar voltrok. Alles is nu anders. Er zijn inderdaad nieuwe initiatieven vanuit de bisdommen enz. Maar wij zijn met veel te weinig priesters om nog te kunnen bieden wat onze Kerk vroeger bood. En dat was niet alleen de eucharistie hoor. Onze onderpastoor was de bezieler van onze speelpleinwerking. Hij stond er zes dagen per week, twee maanden lang. Wat kon die man onze jeugd begeesteren. Als nu één priester zes of acht kerken moet bedienen - en West-Vlaanderen is dan nog bevoorrecht tegenover wat er bv. in Antwerpen nog rest, daar zijn er nog minder priesters - dan kent die priester zijn mensen niet meer, dat is gewoon onmogelijk en al wat de Kerk nog te bieden heeft, is een vormselviering, enkele begrafenisrituelen, enkele doopsels. Ik ben blij dat ik dat parochiewerk nu niet meer moet doen. Er is niet veel deugd aan te beleven. Ik bid vaak voor onze priesters op de parochies. Hun taak is eigenlijk onmogelijk. En toch, zoals u zegt, Kris, is een gesprek over Jezus en het evangelie vaak zo belangrijk. Deze week kreeg ik van onze begrafenisondernemer een vraag of ik een man kon bezoeken die al twee jaar eigenlijk bedlegerig is om hem de Paasbiecht af te nemen en hem de Paascommunie te brengen. Ik ben op deze vraag ingegaan. Het werd een gesprek van drie uren, eigenlijk helemaal over Jezus en het evangelie. De man had er deugd aan en ikzelf ook. Dus, je hebt gelijk. Niet treuren. Eens stond een kruis op Golgotha en sindsdien werd de wereld anders. We mogen leven in zelfgave, dat zeg ik al de hele week. Dat leer ik van die man daar aan het kruis. Ik denk dat zelfgave ook kan zijn: verdwijnen. Nu ik ouder word, zeg ik aan onze bejaarde zusters in het klooster en aan onze bewoners in het WZC, dat zelfgave voor ons is: het verdragen van ons onvermogen, het niet veel meer kunnen, en bidden plaatsvervangend, in de plaats van zovelen die misschien niet meer bidden. Maar hoe dan ook, met Jezus wordt alles anders. Ik denk zelfs dat al die mensen die zich elke dag inzetten voor hun gezin en in hun beroep, wat het ook is, mensen die het beste van zichzelf geven elke dag opnieuw, dat zij, ook als zij Jezus niet kennen, eigenlijk toch doen wat Jezus ons bracht. Maar zelf ben ik blij dat God mij Jezus leerde kennen. Daarvoor ben ik ook priester geworden, omdat ik reeds heel vroeg, als kind al, wilde dat de mensen Jezus en God zouden kennen. Want nog eens, dat verandert alles! Morgen is het roepingenzondag. Dan bidden wij op Jezus' woord om nieuwe arbeiders in Gods wijngaard. We hebben ze zo nodig.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Amen! Ja..."naar wie zouden wij gaan HIJ heeft Woorden van Eeuwig Leven ! " Laat ons vurig bidden voor mensen die ingaan op Zijn "roepen "!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Lieve mensen !
    Ja (ik ben 82 lente's jong) er is op die verschrikkelijk korte tijd van 'ons' leven (dat van U en van mij) veel veranderd,: zeker in het kerkgebeuren (o.m. de liturgie).
    Intussen gaat de natuur en zijn leven verder, zonder erg veel omziem : de natuur, het leven, loopt vooruit.
    Ik heb de gedachte dat we vroeger veel meer 'eens' achterom keken: Wat hadden we al gedaan en hoe gebruikten we dat om 'vooruit' te gaan ? We stonden heel even een fraktie stil en zagen in onze "achteruitkijk" spiegel en trachten te begrijpen wat het verleden ons bracht voor de toekomst.
    Soms heb ik de indruk dat alles razendsnel 'op de loop' is... Maar ik vraag me herhaaldelijk af : Waarvoor zijn we 'op de loop', waarvoor moeten we gaan lopen , en -nog meer- "waar lopen we heen"?
    Zo komen we bij de lezing van vandaag uit de wijze boeken: Waar zouden we heen gaan !
    Zijn niet velen 'op de loop' zonder te weten waarheen ze lopen?
    Of lopen ze op zoek naar hun vlugge geluksmoment, of wat zij menen een 'geluksmoment" te zijn... want vergissen we ons niet dikwijls als we naar 'een geluksmoment' (dat als een vingerknip voorbij is) op jacht zijn ?
    Mijn oudste dochter (ons Annemouchke) overleed vrij onverwacht op Valentijnsdag op 14 februari 2022 tussen 7 en 8 uur 's morgens terwijl Francine haar moeder mijn echtgenote met de dokter belde, de dokter die trachtte haar te reanimeren met een ploeg helpers en terwijl de ambulance klaar stond om haar naar het Mariaziekenhuis te brengen in Pelt waar zij vele jaren (nl ca 44) heeft gewoond samen met veel andere mensen met een beperking.in Sint Oda...
    Ik hoorde en zag mijn vrouw als het ware creeperen van het verdriet, we zijn zo machteloos, en dat verdriet gaat diep, zeer diep.
    Onze An heeft ons leven volledig op andere wielen gezet: ons leven verliep gans anders dan we 'gepland' hadden...
    Of is het zo : moeten we niet het leven leven dat ons geschonken wordt met de harde en droevige momenten er bij en elkander zo veel mogelijk 'vast'houden ?
    Blijven geloven, beste mensen, en tegen iedere dag en iedere nacht 'merci' zeggen 'dank je wel' zeggen tegen onze Heer en dezer dagen bidden om roepingen.
    Een maand nadat E. H. Gerard Vinken de afscheidsviering van onze An in Sint Oda voorging zat hij overleden in zijn zetel en ging hij (plots en onverwacht) onze An achterna: laten we hopen dat zij samen in de eeuwigheid samen zijn en ook nonkel Willy, de goede vriend van onze An (en steunverlener aan Sint Oda) die enige dagen nadat hij met ons samen afscheid nam van onze An plots 's morgends valt, niet meer bij bewustzijn kwam en ook samen met An naar het Vaderhuis weer keerde!
    Laten we hopen dat zij allen voor ons bij onze grootste Meester ten beste spreken !
    Dragen we onze toekomst op de vleugels van het verleden !
    Frans C.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Er zijn in de maatschappij een paar tendensen waar we al lang niet meer kunnen naast kijken : de kerken lopen helaas leeg, er zijn geen priesterroepingen meer, de paus en de kardinalen zijn stokoud, ik zie geen jeugd meer in de kerk, kerken verdwijnen of krijgen een andere bestemming, de CD&V is plotseling de kleinste politieke partij, enz... In een seculiere samenleving hebben religies geen overwegende invloed meer, omdat mensen voor hun zingeving zich toenemend op het aardse richten in plaats van op een bovennatuurlijke.

    En toch merk je positieve signalen : door corona ontstond er spontaan heel wat solidariteit, het meeleven "met" en het helpen "van "de Oekraïense vluchtelingen is indrukwekkend, er zijn in vele gemeenten heel veel kleine initiatieven... religiositeit is niet verdwenen en zal ook nooit verdwijnen.

    Men weet alleen niet meer hoe men dat moet invullen. Vroeger draaide inderdaad alles rond de plaatselijke kerk, de wekelijkse misviering, maar dat vinden vele misschien mensen niet meer van deze tijd, zeker de jeugd niet.

    Er is ook een enorme influx van buitenlanders met een andere taal, andere religie, andere gewoonten... ook maar mensen die net zoals iedereen op zoek zijn naar zingeving.

    Als er niets gebeurt, dan verdwijnen de kerken, de priesters, de misvieringen... om misschien nooit meer terug te komen. Hoe gaan de volgende generaties omgaan met religieuze zingeving en levensbeschouwing ?

    Er moet dus iets anders in de plaats komen, want er is héél veel behoefte aan spiritualiteit. De vraag is : wat ?

    Ik ken het antwoord niet, maar ik zoek verder.



    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Moeten we echt 'iets anders' zoeken ?
      Kunnen we echt niet meer even in de achteruitkijkspiegel kijken en zien dat daar geen goede dingen in zaten ?
      Persoonlijk, denk ik het wel: het verleden doet ook goede dingen zien en kan (is) de leermeester zijn voor de toekomst!
      Er zijn genoeg bijbelse verhalen (uit die wijze boeken kunnen we wel wat leren!) die periodes hebben aangegeven dat de kerk en/of het christelijk denken en zijn beleving ineens leek weg te zijn en daarop ontstonden (ook ineens!) bekeringen en een terugkeer naar verworven waarden van geloof , die verloren schenen te zijn en kijk daar waren ze terug al was het in een andere vorm, maar de kern van de zaak, de grond van het verloren gewaande was daar terug.
      Dus, lieve mensen : neen, niet wanhopen, geloven in de Voorzienigheid, de Voorzieningheid die we hier (misschien op het eerste gezicht, contradictaorisch) het "Achterom kijken en opnieuw herstarten" willen noemen !

      Verwijderen
  5. dank voor al uw diepgemeende bijdragen waaruit blijkt: er gloort hoop in het durven aanzien van het lijden, zoals dat Jezus ons vandaag ook duidelijk maakt.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank u allen, inderdaad, voor al uw goede reacties. Ook ik wanhoop niet. De Kerk zal blijven bestaan, maar ze zal anders zijn. God heeft de toekomst, heel zeker!

      Verwijderen
    2. Wat voorbij is is voor(goed)bij. Met de hand aan de ploeg niet achterom kijken zegt Jezus. Niet teveel over het (kerkelijke) verleden praten dat definitief voorbij is, maar over de toekomst. En daaraan werken. Gedaan met de (al te) klerikale Kerk en de roeping van de leken serieus nemen. Met leken die hun roeping serieus nemen. Jezus geeft aan IEDERE gedoopte de opdracht "ga en verkondig. Maak iedereen tot mijn leerling. Genees zieken, wek doden op, bevrijd mensen van het kwade". Geen enkele christen kan zich aan die opdracht ont trekken. Misschien moeten christenen wat minder in de kerk zitten en wat meer duidelijk aanwezig zijn op straat. Gelukkige kerk crisis die we mogen mee maken!

      Verwijderen
  6. In de kerk en op straat suggereer ik !

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten