zondag 7 van de paastijd - C

De lezingen van deze zondag tussen Hemelvaart en Pinksteren bevatten gebeden of zijn één en al gebed. Het biddend karakter van het Woord nodigt ons als het ware uit deelgenoot te worden van haar, om, vanuit het Woord, mede biddend in deze wereld te staan, alle mensen en de hele schepping neerleggend in de schoot van de Vader, en wel in naam van Christus.

Allereerst de psalm, die zoals elke psalm, puur gebed is. Met psalm 97 voegen we ons bij het eeuwenoude gebed van het Gods volk dat in alle tijden opnieuw, in goede en kwade dagen, Gods lof blijft zingen: 'De Heer is Koning, de aarde mag juichen... Voor God werpen werpen alle goden zich neer...'. Hoewel er nog vele afgoden zijn die spartelen en zich weren als een duivel in een wijwatervat. Ja, jammer genoeg worden er in onze wereld nog vele afgoden aanbeden; zoveel andere bazen dan koning Jezus die het leven beheersen van velen, en hoe dikwijls ook nog dat van ons. Wie de verrezen Christus echter ten diepste in zich welkom heet zal ervaren dat al deze goden door Hem onttroond zijn. Dat zingen we uit in psalm 97.

En dan de eerste lezing uit de Handelingen. Op het moment dat Stefanus gestenigd wordt ziet hij Jezus staan aan Gods rechterhand. Dit visioen drukt uit wat we vorige donderdag met Hemelvaart vierden: dat Jezus de dood heeft overwonnen en meteen ook alle afgoden. Alleen de liefde is de uiteindelijke werkelijkheid die stand houdt in heel onze vergankelijke schepping.
In zijn navolging van de Heer brengt Stefanus ons weer bij Pasen: hij sterft een gewelddadige dood; zoáls Jezus en omwille van zijn vriendschap met Jezus.

'Vervuld van de heilige Geest', zo beschrijft de lezing hem. En inderdaad, in dezelfde Geest van Jezus bidt hij: ‘Heer Jezus, ontvang mijn geest.', en ‘Heer, reken hun deze zonde niet aan!’. Hij zou ook om wraak kunnen bidden, maar net zoals Jezus doet hij dat niet, integendeel. Hij bidt dat God hen mag vergeven. Stefanus houdt van zijn moordenaars, zoals Jezus dat deed. Ook zij zijn en blijven kinderen van God, ook al dwalen ze. En uit liefde bidt hij om vergiffenis.
Ook wij kennen, in zekere zin, vijanden in ons leven. Beminnen wij hen, zegenen wij hen, vergeven wij hen,... zoals het evangelie vraagt? Of zijn we uit op wraak?

En dan de lezing uit de Apocalyps. Het boek eindigt, en daarmee de hele Bijbel, met de biddende woorden: 'Kom, Heer Jezus!' Het is leven en bidden in het diepe besef dat we de Heer nodig hebben indien we de Blijde Boodschap gestalte willen geven in ons leven. Hij, en enkel Hij, zal ons redden en bevrijden van elke vorm van egoïsme en andere zondigheid. Met ons, zal Hij ons brengen tot al wat broos en arm is in de wereld, met een liefde die enkel God eigen is. Verteerd in Hem zullen we zorgzame mensen worden voor mens en schepping. Het 'Kom, Heer Jezus' zou een soort mantra moeten zijn die voortdurend in ons hart opwelt.

En dan het evangelie dat ons binnen voert in het gebed van Jezus zelf. 'Ik bid niet alleen voor hen, maar voor allen die door hun verkondiging in Mij geloven. Laat hen allen één zijn, Vader. Zoals U in Mij bent en Ik in U, laat hen zo ook in Ons zijn, opdat de wereld gelooft dat U Mij hebt gezonden.' Jezus bidt niet enkel voor de leerlingen, voor zijn volgelingen, voor ons, maar ook voor al wie dankzij ons getuigenis hun vertrouwen stellen in Hem. Dit is een duidelijke en niet mis te verstane oproep aan ons adres. We zijn geroepen en gezonden de Blijde Boodschap gestalte te geven en daardoor getuigenis af te leggen van Gods liefde en goedheid, en dit doorheen daad en woord, mét de hoop en de bedoeling dat daardoor mensen God leren kennen, en 'tot geloof' komen. Ja, dit behoort wezenlijk tot ons Kerk-zijn. Daarvoor moeten we durven uit onze catacomben komen, weg uit onze comfortzones. Zout en licht zijn in de wereld... weet je wel?

'Ik heb hen laten delen in de grootheid die U Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn zoals Wij: Ik in hen en U in Mij. Dan zullen zij volkomen één zijn en zal de wereld begrijpen dat U Mij hebt gezonden, en dat U hen liefhad zoals u Mij liefhad.' Jezus bidt dat de mensen één zouden zijn, en wel in de eenheid die Hem met de Vader verbindt, zodat de wereld begrijpt dat Hij in liefde door de Vader gezonden is met de bedoeling dat de mensheid deelgenoot zou worden aan Gods liefde.

De ambitie van Jezus is dat de wereld, dat alle mensen en alle volkeren beseffen dat er een God is die ons allemaal liefheeft, en dat we ophouden te denken dat we er alleen voor staan. De Heer is met ons, onder ons, in ons; als degene die ons trekt in de liefde van en tot de Vader.

Zowel de psalm als de drie lezingen voeren ons binnen in een authentiek Bijbels bidden. Laten we dit niet nabootsen. Dat zou ons voeren tot oppervlakkigheid waarin nauwelijks diepgang vervat zit. Wanneer we bidden, laat ons dit doen in de heilige Geest. De Geest die ons beloofd is, de Geest om wie we bidden, is tegelijk ook de Geest die ons doet bidden. Hij, en enkel Hij, doet ons bidden in Christus. Christelijk gebed vraagt om authenticiteit.

We zitten midden de noveen van Pinksteren. Laten we ons met hart en ziel openen voor Gods Geest. Moge Hij de bezieler zijn / worden van ons leven, van ons gebed, van ons hele zijn.

Met een genegen groet,

kris

Vandaag liet ik me inspireren door Vincenzo Paglia, uit het boek 'Het Woord van God elke dag, 2022'

Reacties

  1. De Geest om wie wij bidden, is tevens de Geest die ons doet bidden. God bidt om God, de H. Geest roept om zichzelf. Wonderbaar mooi is je commentaar, Kris, op deze zondag. Bedankt ook om telkens de antwoordpsalm mee te sturen die wij in een telkens mooie toonzetting mogen beluisteren.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. En dank ook voor de hoopvolle leestip. Tomas Halik doet nadenken.

      Verwijderen
    2. en mooie slotwoorden: 'christianity, try it again, go deeper!'

      Verwijderen
  2. om vuur

    bij leven was hij buiten mij
    oproepbaar en vergeetbaar
    weerloos op den duur, een schim

    pas na zijn dood van binnen
    aanwezig onomkeerbaar
    zwoegend nog verrees zijn stem

    en vlees werd langzaam woord
    verbond van mensen die verloren
    gesproken werd het en gehoord
    gestameld voor wie werd geboren

    en zo sprak hij tot mij:
    ik kan niet sterven, ben het leven
    spreek mijn naam uit, roep mij aan
    ben mijn gezicht, mijn voeten, handen
    wees mij in al wat is, doe mij bestaan

    s.r.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Prachtig, Stefan. U gaat naar de kern van Jezus' wezen. Dank.

      Verwijderen
  3. Ja, inderdaad! De wereld heeft meer dan ooit nood aan het getuigenis van christenen. De bijbel zegt: "Geloof is uit het horen. Maar hoe zullen ze horen als niemand Hem verkondigt."
    Dus: de straat op en ons niet blijven opsluiten achter de veilige muren van onze kerken en kathedralen (die blijven er nodig om ons te 'voeden'). Als we niet naar buiten treden en getuigen van ons geloof in de vele ontmoetingen met mensen, dreigen we schromelijk tekort te schieten. We krijgen op straat gelegenheden in overvloed wanneer we mensen ontmoeten. Gewoon doen. En ook even met hen bidden. Dat is het krachtigste middel tot evangelisatie. En mocht het regenen, dan doe je dan toch gewoon in de inkomhal van de Carrefour of van de winkel of de bank, in de wachtkamer bij de dokter enz... Overal waar je mensen ontmoet. Als we het daar allemaal niet doen, waar dan wél? "Wee mij", zegt Paulus, "als ik het evangelie NIET verkondig". Zeg ik dat ook?

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten