Pinksteren

Geliefde mensen,
een zalige hoogdag voor ieder van u.

Ieder van ons staat af en toe in brand. Ik bedoel daarmee: soms zijn er van die momenten dat we van binnenuit enorm enthousiast kunnen zijn voor iets. Met volle goesting en met een vurige passie geven we ons aan datgene dat we tot stand willen brengen of willen beleven.

Pinksteren is iets soortgelijks, met dit verschil dat het enthousiasme dat in je brandt, puur gave is. Ja, de heilige Geest wordt ons gegeven.
Dat is wat Maria en de leerlingen is overkomen: zij ontvingen de heilige Geest. De Heer had het hen beloofd. Ze moesten wachten en bidden. Aan dit laatste gaven ze gehoor en het beloofde is aan hen gebeurd.

Het wachten en bidden van Maria en de apostelen leert ons dat het gebed de grondhouding zou moeten zijn van ons leven, willen we leven in Gods Geest. Met grondhouding bedoel ik: leven in openheid, in ontvankelijkheid, in armoede, in verlangen, in leegte; leven met open handen, met open hart, je innerlijk richtend op God van wie je ontvangt.

Wat we nog kunnen leren van het feit dat Maria en de apostelen samen waren, is het belang van gemeenschap. Pinsteren gebeurt nooit aan het individu alleen. Het is in wezen een gemeenschapsgebeuren, zoals ook de Kerk dat is. In die zin is het de Geest die de gelovigen tot gemeenschap maakt. Hij brengt de gelovigen bij elkaar door hen deelgenoot te maken van hetzelfde innerlijke enthousiasme.

Nog een belangrijk feit in het Pinksterverhaal is de aanwezigheid van Maria. Dat zij erbij was is geen toevalligheid. Zij bad met de apostelen, en ging hen voor in het gebed. Zo ook wanneer ieder van ons, of de Kerk, bidt om Gods Geest. Maria gaat ons voor in het bidden, en bidt met ons, en wel als Moeder. Wanneer wij de Geest ontvangen is dat altijd mét haar. Dit is niet onbelangrijk. Het is goed je ervan bewust te zijn dat Maria bij je is wanneer je bidt. Ontvang haar. Wees blij en dankbaar om haar aanwezigheid. Wanneer je bewust met haar bidt, is je gebed zoveel voller, of zelfs sterker. Echt waar.

Paulus spreekt in de tweede lezing over de vruchten van de Geest. Het is goed een onderscheid te maken tussen de heilige Geest en de vruchten. Uiteraard zijn deze twee in wezen met elkaar verbonden, maar de vruchten zijn de Geest niet. De vruchten zijn de gevolgen van het ontvangen en dragen van de Geest.
De vruchten, zou je kunnen zeggen, is je leven ‘in Christus’. Hij, de Geest, maakt je tot deelgenoot van het leven in Christus, met de gekende mooie gevolgen van dien: liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.

De Geest is de ademstroom van God. Zijn waaien brengt ons in beweging en voert ons in Christus. Hij schenkt ons het innerlijk verlangen te leven in de Heer. Zijn gloed wekt ons, drijft ons, doet ons verlangen, enthousiasmeert ons. Wanneer wij ons toevertrouwen aan Christus, is dat omdat de Geest ons daartoe beweegt. Hij stuwt ons in de Heer. Hij geleidt ons in onze overgave. Hij is het inwendig vuur van ons geloof, de stuwkracht van ons ja-woord, het liefdevol duwke in de rug dat we zo nodig hebben om ons te kunnen schenken aan Jezus.

Wie deze stroom van liefde toelaat, zal ervaren dat de Heer met hem, en in hem, werkzaam wordt. Vanuit Christus’ inwoning zal je inderdaad een liefdevol en vreugdevol leven leiden, getekend door vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, zachtmoedigheid,… de vruchten van de Geest, zoals we die vandaag hoorden opsommen door Paulus.

Lieve mensen,
laten we ons openen voor Gods Geest, bijzonder op deze Pinksterdag. Open je handen, open je hart, open je hele zijn, opdat je instrument mag worden of zijn van de Heer, God lovend in uw liefde-vol leven voor allen u gegeven. Laten we dit doen als gemeenschap; warm en fris.

Nogmaals een zalige hoogdag!

kris

Reacties

  1. om vuur

    zij zaten rondom en wachtten
    wilden weten Gods eeuwig geheim
    starend in flakkerende verten
    het droombeeld dovend enig te zijn

    niets in hen of om hen leek waar
    goed noch mooi leek voort te bestaan
    beloften, geloofd en verbroken
    vervlogen in rook, tot as vergaan

    werd er toen een woord gefluisterd
    een kier die plots de tocht toeliet
    of was het leegte die zich volzoog
    de stilte die haar stem verhief

    een hete huiver doortrok hun harten
    onverwacht, toch ooit vermoed
    een smeulend verlangen gewekt
    ontbrandden zij aan haar gloed

    een ring van vuur zo zaten zij
    rond God-vormige gaten
    en woorden stroomden
    uit diepten van weten
    waar zij als bezeten
    hun spreken aan gaven

    s r

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hij had het over vuur
    als Hij zijn Kerk bedoelde.

    Een vuur waaromheen
    verkleumde mensen
    kunnen samenkomen
    om zich te warmen,
    om elkaars gezicht te zien,
    om niet alleen te zijn
    in de nacht.

    Hij had het over vuur.
    Hij heeft gewild
    dat het zou branden,
    fel en vurig,
    speels en onvoorspelbaar,
    telkens nieuwe gensters
    in de nacht.

    Hij heeft zijn Kerk
    als een vuur ontstoken.

    Misschien hebben wij, de eeuwen door,
    teveel aan brandbeveiliging gedaan.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Dank. Aan allen een zalige hoogdag van Pinksteren. Laat de H. Geest maar de wind zijn onder je vleugels.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten