dinsdag in week 15 door het jaar
Vandaag lezen we in het evangelie: Jezus maakte de steden waar bijna al zijn wonderen hadden plaatsgevonden, het verwijt dat ze niet tot inkeer waren gekomen.
Er bestaat zoiets als de gave van het her-inneren. Het is door toedoen van de heilige Geest je herinneren waar God je hand nam en met je op weg ging, waar Hij je beschermde, waar Hij je leidde, waar Hij je troostte, waar Hij je bepaalde mensen zond, waar Hij zijn kruisliefde aan je toonde en leerde, waar Hij je tot inzicht bracht, waar Hij zich toonde doorheen de natuur, je ouders, je kinderen, je huisgenoten.
Tijd nemen om in stil gebed je verleden te overlopen maakt je tot een dankbaar mens. Veel wat misschien vanzelfsprekend leek, lijkt vervuld geweest te zijn van Gods aanwezigheid, van zijn schepping in jouw leven.
Dit innerlijk 'zien', dit her-inneren, zou, naar het woord uit het evangelie van vandaag, ons moeten aanzetten om steeds meer 'ingekeerd' te leven, in God, bewust zijnde dat Hij er was en is, diep dankbaar om zijn liefde.
Om vanuit deze verwondering naar het leven te kijken, en te leven. Van binnen naar buiten, vanuit Gods liefde.
Hartelijk, kris
Koning Achaz wordt belaagd door het samenspannen van de koning van Damascus en die van Samaria die hem samen aan willen vallen. Achaz denkt aan het inroepen van de hulp van de koning van Assyrië, Tiglat-Pileser III, maar dan wordt hij de vazal van die grootmacht. De profeet Jesaja komt nu tussen en begint ook aan politiek te doen. Achaz moet bij God blijven, op Hem vertrouwen en niet op Tiglat-Pileser. Jesaja zegt het ronduit: 'Als je niet gelooft, houd je geen stand'. Dat is nog altijd waar, ook voor onze tijd met zijn indringende problemen als de uitdaging van de klimaatverandering, de oorlog in Oekraïne, extreme warmte en droogte of juist het tegenovergestelde in veel gebieden. En ook de plaats van de Kerk en het geloof in dit alles. Jezus is in het evangelie ook ergens ontgoocheld: in die steden rond het meer van Galilea deed Hij zoveel wonderen, maar tot bekering, een zich toewenden naar God, dat deden de mensen niet. Gisteren ontspon zich hier op de blog ook een dispuut. Ook ik was ergens ontgoocheld dat de Benedictijnenabdij van Zevenkerken bv. op sterven na dood is. Ik ging er zo vaak heen in mijn jonge tijd. Het was een bloeiende gemeenschap, misschien wat Fransgezind, maar toch voelde ik mij er thuis. Op het feest van Sint-Benedictus zei ik dat het 'religieuze' leven niet meer bloeit, maar dat dat ons niet moet verhinderen om zelf te geloven en voor God te leven. Misschien met weinigen, zelfs alleen. Paus Franciscus deed een rondvraag om te weten hoe onze Kerk weer een bloeiende en missionaire Kerk kan worden. Als ik het een beetje volg, dan zie ik in onze antwoorden vooral de vraag naar het opengooien van het priesterambt voor iedereen. En ook de vraag dat op huwelijks- en relatievlak alles ook open moet worden getrokken. Op zich heb ik daar geen probleem mee. Mijn vraag is alleen of dat de Kerk vooruithelpt. Zullen de kerken vol zitten met een vrouwelijke voorgangster? Trouwens, zelfs dat de kerk vol zit of niet, is voor mij niet de essentie. De kerken moeten niet vol zitten. Ik ben al heel blij met de sociale inzet van vele ook jonge mensen. Dat maakt me echt blij. Ze doen wat Jezus ook deed. Maar bv. in het evangelie van vorige zondag ging het niet alleen om de naastenliefde voor een arme mens, maar ook om het eerste gebod: de Heer uw God beminnen met heel uw hart, al uw krachten. Ik zou zo graag die verbinding zien gebeuren, ook nu weer, tussen inzet en gebed. Het gaat in ons christelijk geloof niet zomaar om het gebed, ook niet zomaar om de inzet. Het gaat om de verbinding van die twee. God dienen in de mensen. Ja, dat wil ik. Maar Jezus zegt altijd dat dit niet kan zonder inkeer, zonder gebed. Kijk maar naar het evangelie van volgende zondag: Martha en Maria. Het is een tweeluik met de parabel van de barmhartige Samaritaan. Inzet voor de armen, zeker, maar dat zal je maar volhouden als je regelmatig stil valt bij Jezus, zoals Maria dat deed. Het is niet zo eenvoudig christen te zijn. Het gaat om het Heer-zijn van God, wat zich dan vertaalt in een inzet voor de mensen. Een tweevoudige liefde dus: voor God én voor de medemens. Hoe kunnen wij dat weer bij de mensen brengen? Ik denk dat het dat is wat onze paus vraagt.
BeantwoordenVerwijderenhet probleem is dat men het verschil wil wegwerken tussen een man en een vrouw.
BeantwoordenVerwijderenVrouwen willen priester worden?, dan verlaten nog meer mensen de Kerk
Het gaat in het gelovigen leven op de eerste en belangrijke plaats om een sterke relatie met Jezus de levende Heer aanwezig bij ons. Sommigen beleven dat in de parochie anderen in een groep, nog anderen in andere Kerkverbanden al of niet katholiek. Vele duizenden in Vlaanderen, waaronder veel jonge gezinnen, kinderen en tieners beleven zo hun geloof op een authentieke manier. De meeste van hen in een niet katholieke setting. Dat mag ons tot nadenken stemmen. Er is dringend bekering nodig in onze oude gesettelde kerken...
BeantwoordenVerwijderenHet belangrijkste is dat wij weten dat wij geliefde kinderen van God zijn, zelfs als wij geboren werden uit een 'ongelukje'. Maar dan nog zijn wij ten diepste gewild door God. En deze God zond Zijn Zoon in de wereld om ons allen te redden en een eeuwig behoud te schenken. Dat is de kern van het christelijk geloof. Wat is dit mij waard?
Verwijderen