zondag 14 door het jaar
Vandaag lezen we bij de profeet Jesaja: Laat allen die Jeruzalem liefhebben zich met haar verheugen en juichen om haar, laat allen die om haar treuren nu samen met haar jubelen. Aan haar vertroostende moederborst zullen jullie drinken en verzadigd worden, haar rijke, volle borsten zullen je zogen en verkwikken.
Jesaja profiteert hier over het Nieuwe Jeruzalem; de levende Heer in ons midden, in ons hart, in de Kerk. Van Hem mogen wij genade ontvangen, van Gods moederborst mogen wij drinken tot we verzadigd zijn én verkwikt; verzadigd van liefde, verkwikt om te kunnen beminnen; mét en in de Heer.
Voor wie vandaag de eucharistie bijwoont en ontvangt, zal deze genade, Christus zelf, tast- en zichtbaar tot zich mogen nemen. Wat een feest! Ontvang Hem vol liefde. Moge Hij je ten diepste verzadigen en verkwikken. Vanuit de eucharistie zal Hij ons zenden, zoals de tweeënzeventig uit het evangelie.
Kom, laat ons niet talmen, laat ons gaan en verkondigen, in daad en woord. Laten we dragers en uitdragers zijn van Gods Vrede, in stilte zingend van zijn liefde.
Moge de wereld horen en zien aan ons, aan de hele Kerk, aan alle gelovigen, dat God bestaat en hoezeer Hij ieder mens bemint.
Een gezegende zondag voor ieder van u.
kris
Jezus is op weg naar Jeruzalem. Hij zou zo graag hebben dat ook de leiders van het volk Hem aannemen en met Hem God weer de Heer laten zijn over hun leven. Jezus weet dat dat niet zal gebeuren. Hij weet dat Hij dat zal moeten verwezenlijken door te sterven. Maar Hij geeft vooralsnog niet op. Hij zendt 72 leerlingen uit om overal te gaan waar Hij zelf wil komen. Zij moeten het Rijk Gods brengen en al staat het niet in de tekst, zij moeten door hun weldoende rondgaan, net als Hij, zieken genezen en duivels uitdrijven. Overal moeten zij Gods vrede brengen, die algehele harmonie tussen de mensen onderling en tussen de mensen en God. Zij moeten het Rijk van God verkondigen. Niets moeten zij meenemen, alleen Jezus' woord, alleen Gods woord. En zie, het lukt. De 72 komen terug vol vreugde omdat zelfs de duivels zich aan hen onderwerpen door Jezus' naam. Jezus heeft het ook gezien: de satan is uit de hemel gevallen. Het Rijk Gods groeit. Nu wordt werkelijkheid wat de eerste lezing over Jeruzalem zegt. Jezus is nu Jeruzalem. Jeruzalem is een verrukking, Gods verrukking. Het klinkt zeker voor de ouderen onder ons wat ongewoon, maar we mogen ons als een kind verzadigen aan de weelderige borsten van Jeruzalem dat nu Jezus geworden is. Als God komt, dan is het leven een verrukking, weelde, geborgenheid, vrede. Ja, en dan wordt alles zo anders, zo nieuw. En Paulus zegt het ook in de tweede lezing: het komt er niet meer op aan Jood te worden en besneden te zijn, het komt er alleen op aan een nieuwe schepping te zijn. Dat is de verandering die Jezus brengt. Hij maakt van ieder van ons een nieuwe schepping. We mogen kind aan huis zijn bij God. Onze namen staan opgetekend in de hemel. Toch zal Jezus dit alles uiteindelijk maar kunnen realiseren op Zijn sterfbed, het kruishout, wanneer Hij stervend uit zal roepen: 'Het is volbracht, het is voltooid'. Wat? Ja, de nieuwe schepping, want Jezus zegt Zijn laatste woord als op de vooravond van de grote sabbat in de tempel de ceremonie begint van de sabbatsviering en Gen. 2, 2 voor wordt gelezen: 'God rustte op de zevende dag en voltooide aldus Zijn scheppingswerk'. Volbrengen, voltooien, precies dezelfde woorden. Wij zijn allen gezonden krachtens ons doopsel om van Jezus te getuigen en met Hem een nieuwe schepping te worden. Wat een verrukking, wat een weelderige boezem heeft het komende nieuwe Jeruzalem.
BeantwoordenVerwijderen