donderdag in week 17 door het jaar
In de eerste lezing horen we hoe de Heer zich wendt tot de profeet Jeremia en hem uitnodigt naar de werkplaats van de pottenbakker te gaan opdat hij Gods woord zou begrijpen. Daar aangekomen ziet Jeremia hoe de pottenbakker de leem boetseert. En de Heer vraagt aan Jeremia of Hij niet hetzelfde kan doen met het volk. 'Immers, jullie zijn in mijn handen als klei in de handen van een pottenbakker', zegt de Heer.
Het zijn woorden die ons doen denken aan de schepping van de mens, toen God hem uit aarde vormde om hem daarna de levensadem in te blazen. Wij mogen inderdaad niet vergeten dat ieder mens uit stof gemaakt is, dat wil zeggen: gekneed met zwakheid en broosheid. Maar juist doorheen die zwakheid en die broosheid toont God zijn kracht. Hij zal namelijk wat zwak en broos is sterk maken. Net zoals de pottenbakker zal hij iedere mens vorm geven en hem zijn levensadem schenken zodat hij kan groeien naar 'Gods beeld en gelijkenis' waartoe wij allen geroepen zijn en waarnaar wij ook geschapen zijn.
God buigt zich voortdurend over ons om ons te bewerken opdat wij zouden groeien als zijn kinderen en getuigen zouden worden van zijn liefde. Paulus is zich hiervan terdege bewust wanneer hij schrijft dat wij aarden potten zijn die het licht van Christus dragen (2 Kor 4, 6-7); een licht dat we moeten verzorgen en doorgeven.
Deze verzen uit de profeet Jeremia herinneren ons aan het feit dat we een grote verantwoordelijkheid dragen wat betreft onze eigen vorming: deze namelijk over te laten aan de Heer. Om onze zending te kunnen volbrengen die Hij ons toevertrouwt.
Wie zich door de Heer laat kneden, en niet door de koppigheid van zijn hart, mag zich een gezegend mens weten.
Naar woorden van Vincenzo Paglia.
Met een genegen groet,
kris
God boetseerde de mens uit stof van de aarde genomen, zegt Genesis 2, 7. Dat is heel juist. Wij bestaan uit dezelfde chemische elementen als de rest van het universum. Wij zijn 'sterrenstof', zegt de wetenschap nu. Maar in Jezus en door Jezus schept God ons steeds maar verder tot we op Jezus gelijken, Gods eigen kind. Als we met Jezus kind van God zullen zijn geworden, dan zal op het einde der tijden het net vol zijn met goede vissen die stand houden in het eindoordeel, juist omdat wij op Jezus zullen gelijken. Jezus werd door de eerste christenen 'vis' genoemd, jesous christos theou huios soter, Jezus Christus, Zoon van God, de Redder. De eerste letters van deze vijf woorden vormen het Griekse woord 'ichthus', wat vis betekent. Wat een wonder geheim dat wij in Jezus kind van God mogen worden en aldus gered worden.
BeantwoordenVerwijderenHet is niet te vatten zó groot, zó wonderlijk mooi wat God heeft gedaan voor de mens en Zijn SCHEPPING. IK mag mij niet verheven voelen over wat dan ook omdat we uit dezelfde stof gemaakt zijn. Mij overgeven aan de Schepper en mij door Hem laten vormen is het beste dat ik kan doen en mijn eigen “ik” onderwerpen aan Zijn leiding. Roosje
BeantwoordenVerwijderen