woensdag in week 14 door het jaar

'Wees blij van hart, u die de Heer zoekt', zo zingt de psalmist vandaag.

Pasen is hét feest der feesten voor christenen. Een christen is dan ook geroepen te leven als een paasmens; een leven geworteld in, en ontsproten aan, het Pasen van de Heer. Doorheen zijn sterven en verrijzen heeft Christus ons immers opgetild uit welke donkerte ook, ons deelgenoot makend aan zijn leven als Opgestane, en wel in vreugde. In Hem zijn we immers ten diepste verlost; iedere christen, maar in wezen ook ieder mens.

Aan ons de taak deze paasgenade toe te laten. Want we kunnen stokken in Gods wielen steken, de trein van genade laten ontsporen. ‘Zonde’ noemt men dat. Jammer toch.

De wereld zou zo’n mooie plek van leven kunnen zijn wanneer de mensheid zich zou toevertrouwen aan de paasgenade van Christus. Zelfs joden en moslims kunnen deze ‘vreugde’ beleven door God zo in zich toe te laten dat Hij verlossend werkzaam kan zijn. Een christen zal hierbij de naam van Jezus heel bewust uitspreken; een jood en een moslim niet. Maar zij zijn daarom niet minder gelovig of vroom. Zowel joden, moslims als christenen zijn geroepen te leven in Gods liefde; Hij die ieder van ons bij de hand neemt om ons binnen te leiden in zijn eigen liefde met de bedoeling dat we deze belichamen naar de mensen toe ons gegeven, ‘uitdragend’ naar de ‘uiteinden der aarde’.

Hoe staat het met ons persoonlijk leven op vlak van de paasvreugde? ‘Wees blij van hart, u die de Heer zoekt’, zegt de psalmist.
Is ons hart werkelijk blij? Dragen we de vreugde van de opstanding diep in onszelf? Gunnen we ons de ruimte waar Christus kan neerdalen met zijn vrede? Zien mensen aan ons dat er zoiets of Iemand bestaat als God die ons aanzet te leven in een vreugdevolle liefde?
Of sluiten we ons op in ons eigen ‘ikje’? Enkel met onszelf bezig, onze eigen pijntjes, onze zorgen, ons beklag op mensen en wereld,… en wel zo dat God niet binnen kan.

Voor alle duidelijkheid: een christen is niet geroepen te doen alsof er geen pijn bestaat, alsof niemand zorgen heeft, alsof er geen reden is tot klagen… Dit alles behoort tot de realiteit van het leven. Een christen is geroepen in dit alles Christus welkom te heten, en wel om twee redenen.
Eén: opdat je al deze dingen niet alleen zou dragen; Hij draagt ze mee, met ons en in ons.
En twee: Hij zal je zo met je zorgen leren omgaan dat Hij, met u, zijn wijngaard op aarde steeds meer gestalte kan/zal geven.

Ziekte, rouw, weemoed, ‘vervolging’,… in dit alles is Jezus niet afwezig, wel integendeel. Zijn deze zaken door God gewild? Dat hoor je me niet zeggen. Maar Hij komt er wel in aanwezig, en doorleeft ze met ons, meer dan we ze zelf doorvoelen. Hij zal onze zorgen vullen met zijn genade, zodat ze zelfs vruchtbaar worden.

Zo ken ik een vrouw die – lang geleden, toen ze jong was – een abortus heeft uitgevoerd na een nachtelijke slipper. Een gevoel van schuld groeide doorheen de jaren aan tot ze op een moment kwam dat ze uit het leven wilde stappen. Na een ontmoeting en een goed gesprek met iemand heeft ze geleerd op haar knieën te gaan zitten. Ze ontdekte het gebed. Ze heeft aan God en aan haar kind, om vergeving gevraagd. Nog dagelijks bidt ze om ontferming, maar ze leeft in het besef dat God haar vergeven heeft, verlost, bevrijd. Ze bidt tot haar kind als een mama die hoopt wanneer ze zelf ooit gestorven zal zijn haar kind in de armen te kunnen sluiten. De pijn die ze draagt (want die heeft de Heer niet weggenomen, zo zegt ze zelf) geeft ze aan God. Ze draagt haar pijn op tot vruchtbaarheid van de Kerk. En dit laatste geeft haar vrede, en in de diepte zelfs vreugde.
Zo zie je maar…

Lieve mensen,
mogen de mensen aan ons zien dat God bestaat? Leven we met Gods glimlach naar elkaar toe, naar de mensen ons gegeven? Kunnen we uit de donkerte van ons eigen ikje komen om de vreugde van God te belichamen in al wat we doen? Graag oprecht, niet opgeklopt, en al zeker niet nep. Maar welgemeend, levend in het Pasen van de Heer.

Een mooie woensdag voor ieder van u.

kris

Reacties

  1. Het leven van de H. Godelieve was een beproeving. Het had heel anders kunnen zijn. Zijzelf had het zeker ook anders gedroomd. Het was een tijd dat een jongen en een meisje mekaar nog niet zelf konden kiezen. Het huwelijk werd bedisseld door de vaders van beide partijen. De moeders hadden daar niets in te zeggen. De jonge mensen zelf ook niet. In het ruwe Noorden van Gistel droomden de jonge mannen van een weelderige en blonde vrouw. Dat was dan ook Bertholds grote ontgoocheling. En ook deze van zijn moeder Iselinde. Godelieve was niet blond, ze had lange zwarte haren; en ze was ook niet een weelderige jonkvrouw, ze was tenger van gestalte. Zo iemand wilde Berthold niet als vrouw. En Iselinde wilde helemaal ook niet zo’n schoondochter. Reeds in de huwelijksnacht verliet Berthold zijn jonge echtgenote en ging fuiven met zijn vrienden in het centrum van Gistel. Dat was goed bekeken, want zo kon hij later aantonen dat het huwelijk niet voltrokken was en zo kon hij misschien nog van Godelieve af geraken. Godelieve zelf was een vroom meisje en zij had zelf wel Berthold niet gekozen, maar ze zag er de wil van God in. Ze wilde van haar huwelijk iets maken. Daarom bad zij, daarom ging zij naar de eucharistie in een kerkje niet zo ver af. Maar Berthold en zijn moeder waren er alleen op uit haar het leven onmogelijk te maken. Eigenlijk had Godelieve met haar man moeten wonen in het buitenverblijf van de heren van Gistel. Dat buitenverblijf stond aan de zee, want toen kwam de Noordzee tot aan het domein waar nu de abdij van Gistel staat. Godelieve werd echter verbannen naar de hutten van de knechten en meiden op de kasteelhoeve. En daar had Godelieve een droevig bestaan. Zij is zelfs een keer van Gistel weggelopen, terug naar haar ouders in het Noord-Franse Wierre-Effroy vanwaar zij afkomstig was. Godelieve bleef hopen en bidden om een betere verstandhouding tussen haar en haar man. Zij wilde een goede echtgenote zijn en ze wilde van haar man houden. Daarvoor had ze toch haar ja-woord uitgesproken voor de bisschop. Maar niets hielp. Alleen de Heer Jezus was haar toeverlaat. Toen ze de kraaien weg moest jagen van de pas bezaaide akkers, kon ze niet meer naar de eucharistie gaan. Maar God had er wel een oplossing voor. Als ze naar het kerkje van Snipgate was, bleven de kraaien rustig en gedeisd op het dak van de schuur zitten. Dat wil zeggen dat niets of niemand je hoeft te weerhouden van de eucharistie.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. H. Godelieve, bid voor onze jonge mensen. Dat zij de ware vinden en elkaar gelukkig maken in wel en wee.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. We kunnen en mogen natuurlijk bidden dat jongeren de Heer vinden. En we zijn er zeker van dat de Heer dat gebed verhoort, want Hij zegt (tegen jou, tegen mij): "Ga en verkondig en maak allen tot Mijn leerlingen". We mogen daarvoor bidden, maar niet vergeten dat we het zélf moeten doen!

      Verwijderen
  3. Je schrijft: "Zien mensen aan ons dat er zoiets of Iemand bestaat als God die ons aanzet te leven in een vreugdevolle liefde?" Het volstaat om naar (vele) voorgangers (én aanwezigen) in de eucharistie en andere gebedsvieringen te kijken, om daar sterk aan te twijfelen. Of zoals een priester onlangs zei: "We mogen niet lachen in de kerk". Anderzijds: op vraag van een overledene hebben we vorige week (allen in kleurrijke kledij op haar aanvraag) aan het einde van de uitvaartviering een vreugdevolle polonaise gedanst met alle aanwezigen op passende muziek die de overledene had gekozen. Als je weet dat je naar de hemel gaat, past toch geen zwart en droefheid en treurnis! Zoals wij in onze groep zongen: "Van de hemel weten we niet veel, maar genoeg om er naartoe te leven". Wat wil je meer?! Christen zijn is ten alle tijde een vreugdevolle belevenis. Moeilijkheden en zorgen blijven ons niet bespaard, maar vanuit een levende relatie met de Heer wordt alles anders. En als je weet dat een overledene naar 'huis' gaat (de échte thuis), verheug je dan, ook al doet het (tijdelijke) afscheid op zich pijn. Maar ook doorheen de tranen blijft de vreugde, dankbaarheid en blijdschap om de voltooiing van het aardse leven in het Vaderhart van God.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dat zeg je mooi Anoniem van 10:37.
      Vanuit onze relatie met de Heer wordt inderdaad alles anders. En, ondanks de pijn en de zorgen, blijft in de diepte die vreugde aanwezig. Zeker weten ;-)

      Verwijderen
  4. Dank je wel Chris, het opent een luikje bij mij en de paasgenade kan wat dichterbij komen.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten