zaterdag in week 19 door het jaar

In de tijd brachten de mensen kinderen bij Jezus; ze wilden dat Hij hun de handen zou opleggen en zou bidden. Toen de leerlingen hen berispten, zei Jezus: ‘Laat die kinderen, houd ze niet tegen, want het koninkrijk van de hemel behoort toe aan wie is zoals zij.’ 

Kinderen zijn de toekomst van Kerk en wereld. En daar dragen wij, volwassenen, een grote verantwoordelijkheid in.

Wanneer onze kinderen het ouderlijk huis verlaten, kennen ze dan Jezus?
Helpen wen hen die wegen ten ontdekken waar ze Hem steeds dieper kunnen leren kennen?
Hebben ze zijn Woord mogen horen in hun jonge jaren in huiskring en kerkgebouw?
Hebben ze mogen proeven van christelijk gemeenschapsleven?
Hebben ze voorbeelden gezien van evangelisch engagement?
Hebben ze leren onderscheid maken tussen goed en kwaad in het licht van het evangelie?
Hebben ze het verschil leren zien tussen Kerk met een grote K en kerk met een kleine k?
Hebben ze leren bidden, alléén en met anderen?
Hebben ze geleerd te leven in het licht van de eeuwigheid?

Bijzonder de ouders, maar in wezen allen die hoe dan ook met kinderen en hun opvoeding te maken hebben, dragen wat dit betreft een immense verantwoordelijkheid. Eigenlijk is het een soort ‘heilige’ plicht; een plicht die ouders, meter en peter, en de hele gemeenschap, bij het doopsel van het kind beloofd hebben. Het hoort wezenlijk bij de ‘opdracht’ van de Kerk.

Laat ons het belang inzien om onze jonge mensen in ontmoeting te brengen met de Heer; hen daarin voor te gaan, dit mét hen te doen.

Mooi weekend,

kris

Reacties

  1. Het is ver van wat is. Maar je hebt wel gelijk.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat jaren geleden had je kinderen die 'van niets meer wisten', nu moeten we rekening houden met een meerderheid aan ouders die 'van niets meer weten' op godsdienstig/kerkelijk vlak. Dat vraagt een hele andere aanpak.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Toen we jong waren en trouwden waren we vastbesloten om onze kinderen christelijk op te voeden. Als moeder van 4 opgroeiende jong volwassenen heb ik daar geen seconde spijt van. Ze gingen elke zondag mee naar de kerk, we lazen samen in de bijbel, ze kregen (en krijgen nu nog) een kruisje voor ze gaan slapen. Nu gaan ze zeker niet meer elke zondag mee naar de kerk en ze vinden me (soms) naief, of ze zeggen dat ze het allemaal al zoveel keren hebben gehoord. In het begin deed dat me pijn en ook werd ik er soms boos over. Nu heb ik een zekere rust gevonden, een vertrouwen dat ze Jezus zijn boodschap wel ter harte nemen in hun dagelijks leven. Dat ze zich engageren voor oudere mensen, jeugdbeweging en vrienden van hen die het moeilijk hebben. Ik heb mijn best gedaan en blijf dat doen. Wat zij er mee doen in hun verdere leven, heb ik geen vat op denk ik. Ik vertrouw op Hem!!! Hij zal onze kinderen wel bewaren en in vuur en vlam zetten als de tijd rijp is....

    BeantwoordenVerwijderen
  4. De eerste lezing doet me denken aan een verhaal dat mijn moeder, die onder de oorlog in het verzet zat, een paar keer vertelde wanneer er een bekende journalist op tv kwam.
    Ze vertelde dan dat familieleden van hem bij ons in het dorp met de duitsers collaboreerden en dat die familie na de oorlog door buurtbewoners stevig aangepakt is. Zijn mama werd kaalgeschoren en ze hebben grote problemen gehad met de overheid. Wanneer nu de journalist, die toen een kleine jongen was, voor het gezin boodschappen ging doen was er een verzetsman die in hun buurt woonde en die dan met hem meeging om hem te beschermen tegen de haat en de scheldpartijen van de mensen. Deze persoon was intelligent en wijs genoeg om onderscheid te maken tussen de keuzes, fouten of daden van ouders of broers of zussen, en het feit dat andere kinderen of familieleden hier niet verantwoordelijk zijn. Nochtans heeft die journalist dit trauma met zijn mama de rest van zijn leven meegedragen en is dit in geschriften regelmatig naar boven gekomen.
    Doordat mijn mama dit verhaal vertelde, het enige trouwens over die periode, heb ik ook beter geleerd om onderscheid te maken tussen de verantwoordelijkheden van de ene en de onschuld van de andere.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Als grootmoeder draag ik veel pijn in mijn hart dat mijn kinderen en kleinkinderen niet meer ter kerke gaan. Ik heb geen oordeel. Ik zie hen zo graag. Maar ik draag wel pijn.
    Voor mijn man zaliger en ikzelf was en is de zondagse viering zo'n rijk gebeuren. Het gaf ons huwelijk geestelijk voedsel en het hield ons in de Kerk.
    In stilte geef in nu mijn pijn aan mijn Jezus.
    Laat ons bidden voor de kinderen.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten