zondag 19 door het jaar - C
'Wees niet bang, kleine kudde, want jullie Vader heeft jullie in zijn goedheid het koninkrijk geschonken. Verkoop je bezittingen en geef het geld aan de armen. Maak voor jezelf een geldbuidel die niet verslijt, een schat in de hemel die niet opraakt, waar een dief niet bij kan en die door geen mot kan worden aangevreten. Waar jullie schat is, daar zal ook jullie hart zijn.'
Zo zegt Jezus vandaag.
We mogen in de zekerheid leven dat God ons in zijn goedheid het koninkrijk reeds heeft geschonken. Wat een rijkdom ons gegeven. We hoeven er niets voor te doen, er niet naar op zoek te gaan. Het koninkrijk is er. Wat het wel vraagt is een bepaalde wijze van zien, zowel binnenin als naar buiten toe. Eigenlijk gaat het hier om relatie, om gods-relatie, om omgaan met God. Hijzelf zal je - in zijn Geest - de genade schenken van het innerlijk besef dat het koninkrijk zowel in als rondom je is. Hij vraagt enkel toewijding, opening; een zekere wending naar Hem. Eenmaal die opening en wending, zal Hij niet nalaten zijn Geest in je te laten vonken zodat je niet anders zal kunnen dan inderdaad beamen dat zijn koninkrijk onder ons aanwezig is, en wel op elke moment.
Wel, vandaag zegt Jezus ons: zie dat je deze rijkdom niet misloopt. 'Verkoop je bezittingen en geef het geld aan de armen. Maak voor jezelf een geldbuidel die niet verslijt, een schat in de hemel die niet opraakt, waar een dief niet bij kan en die door geen mot kan worden aangevreten.' Zoals vaak is Jezus heel concreet, terwijl wijzend naar een diepere binnenkant. Je bezittingen verkopen en de opbrengst geven aan de armen mogen we gerust lettelijk lezen. Het is lastig voor wie veel heeft, of misschien nog lastiger voor iemand die weinig heeft, maar het is wel een weg die Hij aanwijst. Vanuit hun gegevenheid klagen de armen de ongelijkheid aan tussen rijken en armen; iets dat ons allen diep zou moeten raken. Hun nood- en hulpkreet zouden we moeten beluisteren als de echo van Jezus op het kruis die zei en zegt dorst te hebben. Ons solidair tonen met de armen, niet enkel in de intentie of in de voorbeden, maar daad-werkelijk, houdt ons in het koninkrijk van God. We zullen belichamen wat haar inhoud is. Want God staat aan de kant van de armen. Laat ons kiezen voor zijn kant, voor de armen dus, voor God.
Geld, goederen, gronden,... oppotten is niet de weg die Jezus aanreikt. Geen aardse bevrediging, niet steeds meer willen, geen uitbuiting van mensen. Onze levensschat is niet te vinden in dit alles. De weg die Christus aanreikt is de weg van Hemzelf. In Hem zullen we onze schat vinden: de schat van Gods liefde. Zij is de oorsprong van ons bestaan en het doel van ons leven. Christus is de genade van dit alles. In Hem, door Hem en met Hem zijn we in staat Gods liefde te belichamen doorheen onze lofprijzing, onze dankzegging, ons bidden voor, en bijzonder ook door ons leven getekend door Gods liefde; heel concreet naar de naaste toe. Dat is leven vanuit een hemelse vervulling, leven vanuit Gods inwoning, wat haaks staat op het puur met jezelf bezig zijn, met oppotten van geld en goederen.
Ons hart zal zijn waar je schat is, zegt Jezus. Het zou ons de vraag moeten stellen: Met wat zijn we bezig is ons leven? Wat gaat ons ter harte? Zijn het die zaken die thuishoren in God, of zijn het enkel dingen die ons eigen ego voortdurend bevredigen?
Het mooie, zegt Jezus ons vandaag ook nog, dat deze 'zaken van God' niet kunnen gestolen worden door wie of wat dan ook. Zelfs geen mot, zo zegt Hij, zal er aan kunnen vreten. Het zal zijn zuiverheid bewaren, tenminste als wij er voor kiezen zuiver voor God te leven.
'Wees niet bang', zegt Jezus. We leven in een wereld die ons inderdaad kan beangstigen. De huidige oorlog in Oekraïne, de opgelopen spanningen van de voorbije dagen tussen China en Taiwan en de VS, het zoveelste conflict sinds vrijdag tussen Israël en de Palestijnen,... en al die andere wantoestanden in de wereld die het nieuws niet halen. Een mens zou z'n moede erbij verliezen.
Tussen al dat tumult door, en vooral tot de lijdende mens, blijft Jezus zeggen: 'Wees niet bang'. Alsof Hij zegt: 'Blijf kiezen voor wat juist en waar is, geef niet toe aan het kwaad, blijf in de liefde, Ik ben bij je, ook al worden we samen gekruisigd'.
Niet makkelijk. Maar wel de weg van het evangelie, de 'Blijde Boodschap'.
Laten we deze paasweg gaan, in Christus; de wereld voortdurend in gebed op de schoot van de Heer neerleggend, en door zelf het goede te blijven doen.
Laat ons waakzaam omgaan met het feit dat Gods koninkrijk midden onder ons aanwezig is. Laten we haar schone en rijke inhoud belichamen; in evangelische eenvoud en vreugde.
Een vredevolle zondag voor ieder van u,
kris
Een hele boterham, die lezingen vandaag. 'Verkopen van je bezittingen' zou ik vertalen met 'je niet vasthechten aan die dingen die je hebt, maar rustig iets ervan mee proberen te delen aan degenen die te weinig hebben'. We hebben hier geen blijvende woonplaats. We zijn op weg naar de eeuwigheid. Jezus is naar de bruiloft waar Hij alle mensen aan het verzamelen is in Gods Koninkrijk, in Gods liefde, als bruidjes van Zijn hemelse Vader. Eens komt Jezus terug om ons af te halen. Wat doen we ondertussen? De beste voorbereiding op Zijn wederkomst is doen wat we moeten doen, het dagelijks rantsoen koren geven aan elke mens om ons heen, dit wil zeggen: zorgen voor mekaar, met elke mens van goede wil van welke gezindheid hij of zij ook is, meewerken om van deze aarde een stukje hemel te maken. Zoals Stefan het schreef enkele dagen geleden: 'Waar iedereen voor zichzelf leeft, daar is de hel; waar ieder voor de ander leeft, daar is de hemel'. Dat is het. Wij zijn onderweg, we wonen zoals de aartsvaders in tenten, wetend dat we hier geen blijvende woonplaats hebben en dat onze blijvende woning bij God zal zijn. Maar dat belet niet dat we hier ons inzetten om deze samenleving zo goed mogelijk te maken. Zoals de Joden destijds het Paaslam aten, staande en de stok in de hand, de lendenen omgord om zo gauw mogelijk het slavenhuis Egypte te verlaten, zo moeten ook wij er staan elke dag, bereid om de overtocht te maken naar de Heer wanneer Hij ons roept. Maar de beste manier om dat te doen, is elke dag je taak volbrengen en die bestaat voor een christen ook in de voorbede voor de medemens en in de dankzegging aan de Schepper. Er is nog veel werk te doen in de wereld. Gisteren keek ik naar een reportage van Vranckx en het ging over de Centraal Afrikaanse Republiek. Welke ellende nog daar, zieken die op een bromfiets over moeten worden gebracht naar het ziekenhuis, 60 km verder, doorheen slijk en modderige onberijdbare wegen. En die motorrijders slagen dan nog in hun onmogelijke taak. Het maakt me stil, want hoe goed hebben wij het hier nog altijd, ondanks alles.
BeantwoordenVerwijderenNiet vrezen. We hebben een geest van kindschap ontvangen die ons doet uitroepen ABBA, VADER.
BeantwoordenVerwijderenEnkel wie Hem verwacht in gebed en lofprijzing, zal God herkennen in de nacht.
BeantwoordenVerwijderen