maandag in week 5 door het jaar
"Waar Jezus maar binnenkwam in dorp, stad of gehucht...”, de plaatsen worden niet eens met name genoemd, zo klein, zo gering, zo min zijn ze. Maar voor God is niets te min. Voor God is niemand te min.
“Waar Hij maar binnenkwam (…) legde men de zieken op de pleinen en smeekte Hem of zij tenminste de zoom van zijn kleed mochten aanraken. En allen die dit deden werden gezond."
Lieve mensen, laten we elkaar tot bij Jezus brengen, of Jezus bij hen.
Een christen is geroepen te leven van binnen naar buiten, zijn ogen gericht op de wereld rondom hem, zijn hart gericht - vanuit Gods inwoning - op de medemens, dichtbij en veraf. De wereld is het werkdomein van de christen.
Er is zoveel dorst, zoveel vraag naar liefde.
Hoeveel smachten naar wat menselijke nabijheid, naar gemeende vriendschap, naar niet altijd die tas koffie alleen te moeten drinken. Onlangs hoorde ik nog dat planten groeien wanneer je met hen praat. Wat moet het dan zijn wanneer we mensen opzoeken en het ‘goede gesprek’ met hen voeren.
Velen verlangen naar innerlijke rust en vrede, gekwetst als ze zijn door omstandigheden die gebeurd zijn. Nabijheid is een sleutel.
Zoveel mensen en gezinnen hebben honger; letterlijk bedoeld. Ver weg maar ook dichtbij. Hebben we weet van deze mensen, of willen we het niet weten? En als we er weet van hebben, en we zijn in de mogelijkheid, mogen ze dan rekenen op een zeker engagement?
Zoveel bejaarden smachten naar mensen die met hen meegaan naar dat grote moment van hun sterven. Oh er wordt zoveel alleen gestorven.
Je zou een hele waslijst kunnen opstellen van wat er allemaal te doen is. Eigenlijk is verveling voor een christen uit den boze. In Gods tuin is er altijd werk.
Zorg voor de medemens zou een logisch gevolg moeten zijn van ons geloof.
Of zoals Jakobus schrijft: 'Zoals het lichaam dood is zonder de ziel, zo is ook geloof zonder daden dood.' (Jak. 2, 26)
Laten we ons vullen met de aanwezigheid van Jezus, opdat we vanuit Hem Gods liefde mogen worden voor de medemens.
Ja, worden, want we zijn allemaal groeiende. Maar wie op weg gaat, die is reeds.
kris
“Waar Hij maar binnenkwam (…) legde men de zieken op de pleinen en smeekte Hem of zij tenminste de zoom van zijn kleed mochten aanraken. En allen die dit deden werden gezond."
Lieve mensen, laten we elkaar tot bij Jezus brengen, of Jezus bij hen.
Een christen is geroepen te leven van binnen naar buiten, zijn ogen gericht op de wereld rondom hem, zijn hart gericht - vanuit Gods inwoning - op de medemens, dichtbij en veraf. De wereld is het werkdomein van de christen.
Er is zoveel dorst, zoveel vraag naar liefde.
Hoeveel smachten naar wat menselijke nabijheid, naar gemeende vriendschap, naar niet altijd die tas koffie alleen te moeten drinken. Onlangs hoorde ik nog dat planten groeien wanneer je met hen praat. Wat moet het dan zijn wanneer we mensen opzoeken en het ‘goede gesprek’ met hen voeren.
Velen verlangen naar innerlijke rust en vrede, gekwetst als ze zijn door omstandigheden die gebeurd zijn. Nabijheid is een sleutel.
Zoveel mensen en gezinnen hebben honger; letterlijk bedoeld. Ver weg maar ook dichtbij. Hebben we weet van deze mensen, of willen we het niet weten? En als we er weet van hebben, en we zijn in de mogelijkheid, mogen ze dan rekenen op een zeker engagement?
Zoveel bejaarden smachten naar mensen die met hen meegaan naar dat grote moment van hun sterven. Oh er wordt zoveel alleen gestorven.
Je zou een hele waslijst kunnen opstellen van wat er allemaal te doen is. Eigenlijk is verveling voor een christen uit den boze. In Gods tuin is er altijd werk.
Zorg voor de medemens zou een logisch gevolg moeten zijn van ons geloof.
Of zoals Jakobus schrijft: 'Zoals het lichaam dood is zonder de ziel, zo is ook geloof zonder daden dood.' (Jak. 2, 26)
Laten we ons vullen met de aanwezigheid van Jezus, opdat we vanuit Hem Gods liefde mogen worden voor de medemens.
Ja, worden, want we zijn allemaal groeiende. Maar wie op weg gaat, die is reeds.
kris
zie de nood van de ander en herken daarin de rijkdom van uw leven
BeantwoordenVerwijderenMorgen is het wereldziekendag. We worden opgeroepen om mekaar te blijven dragen en heel nabij te blijven, ook als we ziek zijn. Mocht de wereld werkelijk weer haar roeping vinden die ligt in het elkaar blijven dragen, ook als het moeilijk wordt of lastig.
Verwijderen