zaterdag na aswoensdag

Vandaag lezen we bij de profeet Jesaja als woorden van de Heer: 'Wanneer je het juk van de onderdrukking uitbant, de beschuldigende vinger en de kwaadsprekerij, wanneer je de hongerige schenkt wat je zelf nodig hebt en de verdrukte gul onthaalt, dan zal je licht in het donker schijnen, je duisternis wordt als het licht van het middaguur.'

Vele mensen (ik vraag me zelfs af ‘wie niet?’) dragen duisternis in zich, een donkerte waar men ten diepste onder lijdt. Dit kan gaan over steeds terugkomende neigingen tot zonde, onvolkomenheden in jezelf, of kwetsuren die je zijn aangedaan of die je hebt opgelopen. We zijn allemaal complexe wezens die zijn wat ze zijn. Ik denk dat niemand echt wit is, zoals ook niemand echt zwart zal zijn. We leven in een soort grijze zone, met méér dan vijftig tinten. Complexe wezens dus.

Jesaja nodigt uit niet bij de pakken te blijven zitten, maar ons radicaal toe te vertrouwen aan het werk van God. En het gaat over een niet mis te verstande opdracht: het juk van de onderdrukking uitbannen, de verdrukte gul onthalen, het oordeel en het kwaadspreken stoppen, de hongerige voeden,… Als gevolg daarvan – en dat is toch wel mooi - komt die innerlijke duisternis in onszelf beweging. En wel door God zelf. ‘Het licht zal door je duisternis doorbreken’, zo lezen we. Je ‘duisternis zal worden als het licht van het middaguur’.

Dus, laten we stoppen ons te wikkelen in doeken van duisternis; doeken die ons verlammen en die leiden tot niets doen. Laten we ons geven aan het werk van de Heer; van harte en blij. Deze wijze van doen werkt genezend. Deze wijze van zijn doet het licht doorbreken in onszelf én de ander.

Natuurlijk is het heilzaam af en toe eens diep in de spiegel te kijken en op de borst te kloppen. Ook dat is vasten. Maar het mag hier absoluut niet bij blijven. Het op de borst kloppen zou ons moeten stuwen ons te geven aan het werk van God. Dat is bekering. Dat is groei. Dat is het werkelijke vasten zoals we gisteren hoorden: “Is dit niet het vasten dat Ik verkies: het brood delen met de hongerige, onderdak bieden aan armen zonder huis, iemand kleden die naakt rondloopt, je bekommeren om je medemensen?"

Dus, geliefde mensen, laten we onze duisternis positief aanpakken. Laten we opstaan, handen en hart geopend, om van God te ontvangen, om vanuit Hem te geven. De grote wereld, maar ook onze directe omgeving waarin we ons dagdagelijks bewegen, wacht op onze liefde.

Als we in het evangelie van vandaag lezen dat Jezus niet gekomen is om rechtvaardigen te roepen maar om zondaars aan te sporen een nieuw leven te beginnen, dan gaat dat dus over een oproep tot bekering, tot een (nieuw) leven leiden dat God aangenaam is. Concreet betekent dat afstand nemen van je duisternis en je geven aan de liefde, door deze te dragen en te zijn.

En ja, dan zal de zon schijnen; in jezelf, in de ander, in de Kerk, in de wereld.

Voor wie het lichamelijk aankan: bid en werk. Wie bedlegerig is, of niet meer de straat op kan: bid veel. Laat beide diensten complementair zijn aan elkaar. Het ene heeft het andere broodnodig.

kris

Reacties

  1. De profeet Jesaja verkondigt twee dingen: een goede sociale omgang en een zuivere godsdienstigheid. En die twee dingen gaan bij hem samen. Doe de onderdrukking weg, zegt hij, wijs niet naar een ander, spreek geen kwaad. Help wie honger heeft en troost degene die geen hoop meer heeft. Dan straalt je licht in het duister, dan ben je vitaal en bestand tegen aftakeling door gebrek of ouderdom. Dan ben je echt een bressendichter, je bouwt oude ruïnes weer op. Je herstelt de sociale verbanden. Dat is al heel wat. Als je daarbij ook God nog eert door de sabbat te onderhouden, de eredienst bij te wonen en op deze dag geen zaken te doen, dan wordt je toekomst gewoon geweldig.
    Jezus ziet Levi aan het tolhuis zitten. Jezus richt Zijn blik op hem. ‘Volg Mij’, zegt Jezus. Daarmee haalt Jezus hem weg uit een slavenbestaan. Want dat was Levi: een slaaf die zich verkocht had aan de Romeinen om voor hen de belastingen te innen en omdat hij daar geen loon voor kreeg, moest hij aan zijn eigen volk nog iets meer vragen om zelf te kunnen leven. Iets meer. Maar waar eindigt dat? Vele tollenaars verrijkten zichzelf. Denk maar aan Zacheüs, een rijk man, zegt het evangelie (Lk. 19, 2). Tollenaars persten de mensen uit. En Jezus heeft nu niets tegen belastingen. De Romeinse keizer legde ook banen aan in de landen die hij bezette. Dat kostte geld. Jezus zal dan ook zeggen: ‘Geef aan de keizer wat de keizer toekomt’ (Mt. 22, 21). Maar Hij voegt eraan toe: ‘Geef ook aan God wat God toekomt’. Maar Levi was een slaaf, slaaf ook van zijn eigen geld. Daar zag Jezus hem in het tolhuis mee bezig; hij telde zijn geld: zoveel voor de Romeinse schatkist, zoveel voor mij. Jezus zegt: ‘Levi, laat dat. Word een volgeling van Mij. Word, om het met de eerste lezing te zeggen, een bressendichter, herstel de ruïnes van het vervallen Israël. Leer de mensen God te dienen en mekaar te helpen. In plaats van je volk uit te zuigen en jezelf te verrijken zodat je door niemand nog graag gezien wordt, verkondig met Mij Gods Koninkrijk en geef de mensen hun waardigheid terug van kind van God te zijn. In plaats van af te persen, deel uit, deel Gods liefde uit, vang met de vissers - apostelen mensen in de netten van Gods barmhartigheid’. En Levi doet het. Hij begrijpt: ‘Geld is niet alles. Waarmee ben ik bezig?’ En Levi is zo blij dat hij een groot feestmaal houdt voor Jezus en Zijn leerlingen en voor zijn collega’s - tollenaars. De goegemeente verstaat het niet. Maar Jezus weet het antwoord: ‘Niet de gezonden hebben een dokter nodig, maar de zieken’. Levi was ziek. En velen van ons waarschijnlijk ook, zelfs jij en ik. Jezus nodigt ons uit om zoals Levi Hem te volgen en te leven in de liefde, in de liefde voor God en in de liefde voor de anderen. Is dat geen geweldig alternatief voor onze wereld die zich zo vaak opsluit in zichzelf, in bekrompen eigenliefde en machtsmisbruik? Ja, dat is een geweldig alternatief: mogen leven vanuit de liefde van God, voor Hem en voor de medemensen, delend in Gods genade, en deze genade uitdelend aan elk die ze wil.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. we hebben de liefde van God zomaar gekregen, voor niets. laten we die liefde dan ook zomaar geven, voor niets, en ook en vooral aan hen die het in onze ogen eigenlijk niet verdienden: de tollenaars, de zondaars... moge onze liefde onvoorwaardelijk zijn, dan zal ons een licht opgaan.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. dank Kris, Je duisternis zal verkeren als het LICHT van het middaguur !als je die duisternis
    toevertrouwd aanHem die licht is !
    dank Kris, Daniel ,Stefaan,Luc

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten