maandag in week 7 door het jaar

Toen ze weer alleen waren, vroegen Jezus’ leerlingen Hem: ‘Waarom konden wij die geest niet uitdrijven?’ Hij antwoordde: ‘Dit soort kan alleen door gebed worden uitgedreven.’

Een mens kan uit zichzelf veel goeds doen. Met Gods genade kan hij nog méér doen, of de dingen die hij doet, ànders doen. Doch zijn er dingen die men enkel met gebed tot een goed einde kan brengen. Het zijn zaken waar God wacht op het gebed van de mens om die zaken héél persoonlijk te komen aanraken. Heel dikwijls gebruikt Hij de mens als instrument om zijn liefde te tonen. Maar soms handelt Hij ook bij wijze van spreken 'alleen'. Het is schijnbaar een zaak tussen dat gebeuren en Hem, zonder een menselijke tussenkomst. Hij wacht op het gebed van de Kerk, van elke gelovige, om die zaak heel rechtstreeks te komen vervullen met zijn genade.

We mogen de kracht van het gebed niet onderschatten. God kan meer met ons gebed dan we doorgaans vermoeden. We trekken dit dikwijls in twijfel, vooral omdat we ons eigen gebedsleven over het algemeen zo arm vinden, of omdat – ook al geven we dat niet zo graag toe – ons geloof in het gebed aan de kleine kant is. Maar God is zoveel groter dan dit menselijk getwijfel. Elk gebed, hoe arm en onvolmaakt ook, stijgt tot Hem als wierook bij het altaar. Met dit gebed van de mens treedt Hij de wereld tegemoet: personen, hele volken en zaken aanrakend met zijn genezende kracht. Onzichtbaar schenkt Hij op deze wijze leven aan de Kerk, geeft Hij licht aan de wereld, wekt Hij roepingen, schept eenheid onder mensen en godsdiensten, leidt Hij mensen naar de hemel, enz...

God heeft ons gebed niet nodig om God te zijn. Anderzijds hunkert Hij naar ons gebed om de wereld heel persoonlijk te komen bezoeken, aan te raken, te genezen daar waar het nodig is.

Laten we geloven in de kracht van het gebed. Laat ons dagelijks tijd maken voor deze liefdesdaad voor elkaar, de Kerk en de hele mensheid.

kris

Reacties

  1. Dank u, Kris. Ons gebed vermag inderdaad heel veel.

    De wijsheid van het geloof is niet zoals de menselijke wijsheid van de wereld. Het gaat erom zachtmoedig te zijn. Dat is zacht en toch moedig. Dat is moedig zijn zonder geweld te gebruiken, zelfs zonder de ellenbogen te gebruiken om vooruit te komen. De zachtmoedigen zullen het land bezitten, zegt Jezus in Zijn Bergrede. Het land is het Koninkrijk van God, het land is het heil van onze ziel. Dat verwerf je niet met krachtige wilsuitingen, dat ontvang je van God in geloof. Niet dat je dan zelf niets meer moet doen. Integendeel. Je moet God de Heer laten zijn van je leven. Dan is er geen onrust meer in je hart, geen eerzucht, geen heerszucht. Dan heb je of dan ben je in Gods grote shalom. Als God je hart regeert, dan is er vrede, harmonie met jezelf, met de mensen om je heen, met de hele kosmos en ook met God die dat alles te boven gaat. Dan ben je rein, zuiver in je bedoelingen en zuiver tot in je leden. Je maakt geen ruzie meer. Je bent in Gods vrede en deze vrede straalt door jou naar de anderen, naar de wereld om je heen. Barmhartig word je ook, je oordeelt niet meer, je bent vriendelijk en je hebt minder last van een wisselend humeur. Dan wordt de gerechtigheid die een vrucht is van de vrede jouw deel. Want gerechtigheid is recht doen aan alles en aan allen, aan de dingen die je sober gebruikt, aan de mensen die je liefhebt, aan God die je aanbidt. Dan ben je echt jezelf geworden zoals God het met elk van ons voorheeft.
    En Jezus brengt dat: het Koninkrijk en zijn gerechtigheid. Jezus doet recht aan iedereen. Hij kan die zieke jongen dan ook genezen in het evangelie. Oh, wat een prachtig verhaal! De leerlingen kunnen het niet. Maar Jezus laat de vader van de jongen zijn verhaal doen. Wat heeft die man al niet meegemaakt met zijn kind? Jezus is geïnteresseerd in dat verhaal van die man. De man zegt: ‘Als Gij iets kunt doen, a.u.b. help ons!’ Jezus zegt dat alles kan voor wie gelooft. En dan die mooie bede van die goede vader: ‘Ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp’. Dat is geloven, beste broeders en zusters. Het is alles verwachten van God, zelfs als je geen reden meer hebt om nog te geloven. Geloven is van God een wonder verwachten, verwachten dat bij Hem alles mogelijk is. Geloven is niet een wonder vragen om dan te geloven. Dat deden de Farizeeën en de aanhangers van Herodes. Deze vader doet dat niet. Hij gelooft, hij legt zijn kind in Gods handen, in Jezus’ handen ook. En het wonder geschiedt. Ooit stond een huis in brand en er was nog een jongetje boven op de tweede verdieping, hij stond midden in de rook. De vader stond beneden en riep naar zijn zoontje: ’Spring, ik vang je op’. ‘Maar ik zie u niet’, zei het jongetje. ‘Geeft niet’, zei de vader, ‘ik zie jou’. Het jongetje sprong en de vader ving hem op in zijn armen. Dat is geloven. Geloven heeft iets van een sprong. Je moet het wagen alles in Gods handen te geven. Neen, je ziet God niet, maar God ziet jou. Hij ziet je met al je zorgen en angsten. Maar spring maar, Hij vangt je op. Dat is echter de wijsheid niet van de wereld, maar die van het geloof.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De kracht van het gebed,dank je Kris voor deze prachtige bemoedigende woorden.
    De zin van Pr Daniél heeft me ook getroffen:'Je ziet God niet ,maar God ziet jou'.

    Aanvullend,Fil 4,6:'Wees onbezorgd,laat al uw wensen bij God bekend worden in gebed en nooit zonder dankzegging'.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten