19 maart / Sint-Jozef
Het evangelie van vandaag eindigt met: 'Jozef werd wakker en deed wat de engel van de Heer hem had opgedragen.'
Jozef was een gehoorzaam man. Hij gaf gehoor aan wat God hem vroeg, en daarom is hij heilig. Zo eenvoudig is dat.
Gehoorzaamheid is iets waar ieder christen toe geroepen is: gehoor geven aan de roep van God; God die je heel persoonlijk aanspreekt, uitnodigt de weg te gaan die Hij in Christus met u wilt gaan. Dat gaat dan over grote levenskeuzes, over een welbepaalde weg die God met ons wilt gaan, maar het gaat tevens over ons alledaags leven. En over dit laatste wil ik met u vandaag nadenken.
Het begint al wanneer wij opstaan. Naar waar gaan onze eerste gedachten wanneer we onze ogen opendoen, wanneer onze wekker afloopt?
Is het blazen en zuchten omdat het weeral tijd is (menselijk hoor), of beginnen we de dag met heel diep van binnen te sprankelen van dankbaarheid; dankbaar jegens deze nieuwe dag, dankbaar voor de mensen ons gegeven, dankbaar voor het werk dat we vandaag mogen doen, dankbaar omdat we doorheen gebed de wereld mogen dragen.
Ja vrome woorden… ik weet het wel.
Wel, we spreken zo af: als de wekker afloopt … blaas eerst. En blaas dan ineens goed, met veel lawaai en grimas, en blaas al je gezucht er allemaal en helemaal uit. Dan ben je daar al vanaf.
En dan … ja, dan gaan we dankbaar zijn; dankbaar om wat God geeft, om de liefde die Hij is, om zijn liefde waarvan Hij u deelgenoot maakt.
Weet je, deze eenvoudige daad van dankbaarheid is in wezen gehoorzaamheid. Het is gehoor geven aan God die je zonder woorden, maar zeer innig toefluistert: ‘Ik ben er voor U met al wat Ik je geef: deze moment, deze dag, de lucht die je inademt, de mensen die je gaat ontmoeten, het werk dat je gaat doen, de gebeden die je gaat zeggen, … Je krijgt het van mij.’
In de dankbaarheid begint de gehoorzaamheid, het gehoor-geven aan Degene die je liefheeft, die je toefluistert, die je in zich trekt.
Goede en mooie start van de dag. We gaan verder.
Als het goed is gaan we (hoe dat we dat doen is niet zo belangrijk) even op onze knieën zitten. De eerste minuten van de dag enkel en alleen aan God geven … oh dat is zo mooi. En belangrijk. Ook dat is gehoor geven aan de zovele oproepen in de Bijbel om te bidden.
We gaan verder.
We zitten aan het ontbijt; alleen of met anderen. Hoe gaan we om met ons brood, met de confituur, onze koffie. En die anderen die mogelijk mee aan tafel zitten. Geven we Gods glimlach aan hen, hebben we hen lief (ook na een mogelijk conflict gisteravond), zijn we zacht in ons spreken, kiezen we de goede woorden,… het heeft allemaal ten diepste met gehoor geven te maken.
En dan starten onze bezigheden. De ene bereid zijn kinderen voor om naar school te gaan, de ander gaat uit werken, weer een ander wacht tot de verzorgende hem of haar komt wassen, misschien trek je naar de kapel, of ga je het huis poetsen, of op de koffie bij de buren.
Het levengevende zit ‘m niet zozeer in wat we doen, wel in hoe we het doen.
Een sleutel is (en vergeef me m’n misschien vervelende herhalingen) je gelovig bewust zijn dat je bewoond bent, en wel door God zelf. Hij is er altijd; als God, je Vriend, je Metgezel. Hij bemint je heel persoonlijk, met een innige liefde om U tegen te zeggen. Hij wil je leiden, Hij wil je zover krijgen dat je in alle vrijheid je hele zijn in zijn aanwezigheid neerlegt, opdat je vanuit Hem, vanuit zijn Vrede, de dingen zou doen die je te doen hebt. Op deze wijze ben je vol van genade, want de Heer is met je, en jij met Hem.
Dit behoort tot het hart van de gehoorzaamheid, aan het gehoor geven aan de liefde. Het is Gods liefde beantwoorden met de liefde die Hij doorheen Christus in je legt. Het is een voortdurend ontvangen en geven, zowel van God uit als van u uit. Het is de liefde niet toeëigenen, maar ze onmiddellijk terug geven, in aanbidding voor Hem, en in die vele kleine daden van liefde doorheen de dag.
Lieve mensen, laten we in kleine goedheid voor elkaar Gods vreugde belichamen. Liefde heeft in wezen immers met vreugde te maken. We mogen blijde christenen zijn. Ook dat is gehoor geven aan God, aan de ‘Blijde’ Boodschap, zijn oproep om lief te hebben.
Ik wil de liefde absoluut niet romantiseren, verre van. Onze liefde vindt immers haar oorsprong in het kruis van Jezus. Maar tevens in de verrijzenis. Wij mogen liefhebben vanuit de opgestane Christus, vanuit Gods Pasen, vanuit de verrijzenisvrede- en vreugde.
Hoe belangrijk de kruisweg ook is, die Christus gegaan is op weg naar Pasen, in het liefhebben gaat het om opstanding, in de zin dat Jezus als de Verezene bij ons is, zijn Paasvrede schenkend, ons zendend om zijn Paasvrede aan elkaar te schenken doorheen gebed en daad.
Moge Sint-Jozef ons helpen doorleefde christenen te zijn, met beide voeten op de grond, met een gezond boerenverstand, en een eenvoudig stevig gebedsleven.
Een mooie dag voor ieder.
Het gaat beter weer worden.
'r Is fris, maar de lente zit in de lucht !
Zie de ontspruitende bloesems...
Hoor de vogels.
De kippen tokkelen.
God, wat ben je mooi.
kris
Heilige Jozef, u bent een wondere heilige. Een heilige die voor alles dient, een heilige die wij voor elke nood aan mogen roepen, omdat ook God aan u alles mocht vragen. U was werkelijk een vader voor Jezus, een wettelijke vader, die nochtans goed voor Hem heeft gezorgd. U deed alles wat God van u vroeg. ‘Aarzel niet uw verloofde tot uw vrouw te nemen’, zei de engel. En u deed het. ‘Neem het kind en Zijn moeder en vlucht naar Egypte’, en u deed het. ‘Patris corde’, heet de jongste brief van onze paus over Jozef. En dat had u, Jozef: het hart van een vader. U hebt Jezus binnengeleid in de Joodse godsdienst en traditie. Jezus heeft veel van u geleerd, maar u waarschijnlijk ook van Jezus, die toch Gods Zoon was. U hebt Hem het ambacht van timmerman aangeleerd. Eigenlijk was het meer: ‘Ho Tekton’, zegt Marcus 6, 3. In het Latijn wordt dat vertaald met ‘Faber’. Dat betekent: een werkman. Waarschijnlijk was u een kleine aannemer die in Nazareth en omgeving kleine huisjes bouwde voor de mensen. Wat een mooi stilleven, denk ik dan, terugdenkend aan mijn jeugd toen ik samen met mijn vader op het veld werkte. U was een stille heilige, Jozef. In de Bijbel heeft men van u geen enkel woord opgetekend. Maar u deed alles wat God van u vroeg. U was ook een rechtvaardige. U had het recht uw zwangere verloofde openlijk aan te klagen. Maar u deed het niet. U wilde liever zelf van haar scheiden en daardoor alle eventuele schuldvermoedens en zelfs schande op u nemen. U was een edelmoedige echtgenoot en een plichtsgetrouwe vader. Toen Jezus in de tempel achtergebleven was toen Hij twaalf jaar oud was, hebt u met Maria naar Hem gezocht. Daar erkende Maria dat u over Jezus een vaderlijk gezag had, dat u, als wettige vader, toch Zijn vader was aan wie Hij moest gehoorzamen. ‘Kind’, zei Maria, ‘waarom hebt Gij ons dit aangedaan? Denk toch eens hoe ik en uw vader naar U hebben gezocht’ (Lk. 2, 48). Maar Jezus verwees toen naar Zijn eigenlijke Vader die in de hemel is. Jozef, u hebt dat allemaal meegemaakt. U leefde met een vrouw en een kind die beide dragers waren van een groot mysterie. Toch hebt u zich niet opgeofferd. Onze paus zegt in de genoemde brief dat u niet een man was van zelfopoffering, maar van een blijde zelfgave. Maria was dat ook. Jezus ook. En ook wij mogen dat zijn: niet mensen die zichzelf opofferen, met alle wrevel en frustratie die daar dan mee gepaard gaan, maar mensen die zichzelf graag geven voor God en de medemens. Dus geen mensen die zeggen: ‘Dan zal ik het maar weer doen; als niemand het doet, dan zal ik mij maar weer eens opofferen’. Neen, zoals op de dag van onze wijding of professie of huwelijk. Toen zeiden we niet: ‘Ik zal me maar eens opofferen’. We zeiden: ‘Met de hulp van Uw genade, Heer, hier ben ik’. Zo was u, Jozef, uw leven lang.
BeantwoordenVerwijderenDank u Daniël voor deze mooi woorden. Sint-Jozef is ook voor mij bron van inspiratie en steun.
BeantwoordenVerwijderen