maandag in week 4 van de veertigdagentijd
Vandaag zegt de Heer ons doorheen de profeet Jesaja: 'Zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.'
Dat woordje 'zie' slaat op Jezus. Hem zullen zij zien; in het visioen en later met hun ogen. Hem mogen wij ook vandaag zien, tenminste voor wie ziende is.
De 'nieuwe hemel en nieuwe aarde' zijn de vruchten van Jezus' zijn, Gods menswording onder ons. Onze roeping is het als christen zo in de wereld te staan dat wij die ‘nieuwe hemel en aarde’ scheppen door Gods goedheid te zijn en uit te stralen, en wel in innige verbondenheid met Jezus.
Dit kan klinken als een utopie. En toch hoeft het dit niet te zijn. Als het als een illusie beleefd wordt komt doorgaans doordat wij mensen ons moeilijk kunnen geven aan Gods werkende genade door ons.
Laten we ons kleine ‘ja’ leggen in het grote ‘ja’ van de Heer, opdat het vol van genade mag zijn, ten bate van Kerk en samenleving.
kris
God is altijd nieuw. God heeft de toekomst. God is geen God van het verleden, maar zoals Hij in het verleden Zijn goede gaven schonk, zo doet Hij altijd opnieuw. ‘Ik ga scheppen een nieuwe hemel en een nieuwe aarde’, zegt God. ‘Aan het verleden wordt dan niet meer gedacht’. Dat verleden is het verleden van zonde en miserie. Nu zal God van het verwoeste Jeruzalem weer een verrukking maken. Er zal geen geween of geschrei meer zijn, geen kind dat na weinige dagen sterft, geen bejaarde naar wie niet om wordt gezien. Worden al deze beloften die God door Zijn profeet Jesaja uitspreekt, niet bewaarheid in Jezus? Die koninklijke beambte mag het meemaken dat zijn stervenszieke jongen geneest. Die man had een groot geloof. Hij verlangde niet eerst tekenen. Hij geloofde in Jezus. Hij geloofde Hem op Zijn woord: ‘Ga maar, uw zoon leeft’. En die beambte met heel zijn gezin begint een nieuw leven: een leven van geloof in Jezus. Dat was voor hem nochtans niet zonder risico. Aan het hof van koning Herodes liep men niet zo hoog op met die Jezus van Nazareth. Men leefde er gewoon heidens, meer heidens dan joods. Maar Jezus was in Kana. Daar had Hij van water wijn gemaakt. Daar had Hij de wijn gebracht van de Messiaanse tijden. Hij had zich daar als Messias geopenbaard. Geen smakeloos water meer, maar een overvloed van de beste wijn. Geen leven meer in poverheid en ellende, maar een leven in volheid. Al wie gelooft, mag in dat leven dat Jezus brengt, delen. En dat doet die hofbeambte met heel zijn gezin. Het is voor die mensen werkelijk een nieuwe schepping, een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. De zieke jongen sterft niet, maar leeft. Voor deze hofbeambte is het duidelijk: Jezus is de Messias. Ook wij mogen in Jezus nieuw worden, de hemel al beleven op aarde. In Jezus maakt God alles en allen nieuw.
BeantwoordenVerwijderenDe voorspelling van Jesaïa geeft mij ook wat verwarring. Ik heb altijd geleerd dat er een gemeenschap is van Heiligen en dat betekent dat de overledenen een gemeenschap vormen met levenden. Hier lees ik dat het verleden in vergetelheid raakt. De nieuwe hemel en de nieuwe aarde wordt nog geschapen begrijp ik hier, een Leven in volheid, volledig leven in oneindige liefde. Maar dat is toch voor iedereen bedoeld om daarvan deel uit te maken? Ik vertrouw erop dat Gods Liefde voor iedereen is weggelegd.
BeantwoordenVerwijderenGods liefde is elke morgen weer nieuw. 'Gisteren' is onherroepelijk voorbij, 'morgen' is er nog niet. Enkel het 'heden' van Gods liefde is er, elk moment opnieuw. In dat 'heden' leven zij die ons zijn voorgegaan. In de eeuwigheid is er trouwens geen verleden, geen toekomst. Eeuwigheid kent geen tijd, geen begin, geen einde. Ja, zelfs geen begin. Het is de totale afwezigheid van tijd. Het is eigenlijk niet te vatten. In dat eeuwige 'nu' leven zij die bij de Heer zijn. En wij mogen ons verenigen met hen in één gemeenschap van gelovigen.
VerwijderenDe natuurafbeelding is weer prachtig. Een knop waaruit heel veel blaadjes ontspruiten. Schitteren!
BeantwoordenVerwijderenVandaag zegt de Heer ons doorheen de profeet Jesaja: ‘Zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.’
BeantwoordenVerwijderenLaat ons in deze beroerde corona - tijden geloven in deze zin uit de profeet Jeremia