donderdag in week 3 van de veertigdagentijd
Jezus stelt het heel zwart-wit: 'Wie niet met mij is, is tegen mij, en wie niet met mij samenbrengt, drijft uiteen'.
Hij maakt daarmee duidelijk dat het voor ons christenen wel degelijk gaat over een leven leiden dat verankerd is in Hem. Christelijke navolging is meer dan een voorbeeld navolgen. Het is je leven leggen in het leven van de Heer, zodat Hij door jou heen kan bidden en werken.
In deze overgave sta je nooit alleen. Christus is er niet voor één persoon. Christus is er voor allen. En wie Hem navolgt staat in de gave van gemeenschap door God zelf gegeven. We maken dan immers deel uit van dat grote mystieke Lichaam van Christus: de Kerk, en wel als teken van eenheid. Het is een mooi en genadevol gebeuren waar veel goeds uit voortkomt voor haarzelf en de hele mensheid. Het is goed hier ten volle aan mee te werken. En dan gaat het naast toewijding ook over engagement.
Het kan ook anders. In plaats van in de gave van gemeenschap te staan, kan je ook uiteen drijven, verdeeldheid scheppen. Dit heeft dan niets meer te maken met christelijke navolging, integendeel. Soms onbewust, soms bewust, beuk je in tegen wat Christus wilt bewerkstelligen. Je schaadt als het ware Gods werk. Je dient niet meer de liefde, maar je dient datgene wat verdeeldheid zaait, namelijk het kwade.
Laten we de eenheid dienen, in innige verbondenheid met de Heer, in alle bescheidenheid, toch waardig en goed wetend waarmee we bezig zijn; een mooie en sterke getuigenis van de Kerk.
kris
Gisteren hoorden wij hoe Mozes het volk de Wet van God inprentte. Vandaag horen wij hoe de profeet Jeremia enkele eeuwen na Mozes vast moet stellen dat de mensen die Wet niet onderhouden. Telkens weer kwamen profeten die door God werden gezonden om de mensen aan de bepalingen van het verbond te herinneren. Maar ze hebben niet geluisterd. Dan kan God ook niet meer hun God zijn, als zij niet meer Zijn volk willen zijn. ‘Weg is de oprechtheid’, klaagt Jeremia, ‘ze komt niet meer over hun lippen’.
BeantwoordenVerwijderenBijna naadloos sluit het evangelie vandaag daarbij aan. Jezus drijft een demon uit die stom was. Dat is het precies: ‘De oprechtheid kwam niet meer over hun lippen’, klaagde Jeremia. Jezus komt inderdaad de mensen weer onder de heerschappij van God brengen. En daartoe drijft Hij demonen uit, Hij doet de duivel verdwijnen die de mensen stom maakt zodat ze God niet meer loven. Het onderhouden van de Thora was altijd al een positief antwoord op wat God voor Zijn volk had gedaan. Ook voor ons zou dat zo moeten zijn. We gehoorzamen niet blind aan regeltjes en wetjes zonder zin. Wij gehoorzamen in ons onderhouden van de Wet aan God zelf. Als Godgewijden gehoorzamen aan de kloosterregel, dan laten ze God, God zijn in hun leven. Maar de overheid toen verweet Jezus dat Hij in naam van de demonen de demonen uitdreef. ‘Dat kan niet’, zegt Jezus, ‘want dan is de satan met zichzelf in strijd en dan is zijn einde gekomen’. Dat zal satan inderdaad zeker niet laten gebeuren. De satan zal zichzelf niet uitdrijven. Jezus doet dat in Gods naam. Hij drijft door de vinger Gods de duivels uit en dat is juist het bewijs dat Gods Rijk aangebroken is. Jezus bevestigt dat Hij sterker is dan de sterke satan. Ook nu is Jezus bij ons als de levende Heer en nog altijd kan Hij de wereld bevrijden van haar demonen, van haar bezeten-zijn door machten die echt niet goed zijn. Wij mogen erop vertrouwen dat God bij ons blijft en dat niets, maar dan ook niets of niemand ons weg zal kunnen roven uit Zijn hand. Door Jezus zijn we weer van Hem. En dat maakt niemand, geen engel of geen mens, nog ooit ongedaan. In Jezus is inderdaad Gods Rijk tot ons gekomen.
Kleed u in de liefde, dat is de band die u tot een volmaakte eenheid maakt.
BeantwoordenVerwijderenDeze woorden raakten mij vanmorgen diep en geeft heel veel stof tot nadenken. Hoe mooi zou dat zijn.
al ons menselijk streven, zelfs naar eenheid, is ijdel als het de liefde niet heeft. slechts de liefde kan Gods Koninkrijk dichterbij brengen. en de liefde laten heersen is een strijd met en in onszelf, met onze eigen demonen, iedere dag, ieder uur.
BeantwoordenVerwijderen