donderdag in week 4 van de veertigdagentijd

Het evangelie van vandaag roept op tot geloof; geloof in Christus, gezonden door de Vader. Vandaag wil ik met u nadenken over ‘geloof’, zonder de pretentie te willen hebben dat wat je hieronder gaat lezen het enige en juiste antwoord is. En moest er al iets van waar zijn, is het zeker onvolledig.

In het evangelie zegt Jezus nergens: 'uw gevoel heeft u gered', of 'uw inzicht heeft u gered'. Steeds zegt Hij: 'uw geloof heeft u gered'.
Daar gaat het dus om: geloven in Hem die de Vader gezonden heeft.

Wat we soms durven vergeten is dat geloven in wezen gave is. Het is niet iets dat we zelf kunnen maken, we kunnen het enkel ontvangen. Het is de Geest die het ons schenkt.

Dat neemt niet weg dat geloven ook wel degelijk een act vraagt van de mens. Het vraagt innerlijke armoede, bereidheid, beschikbaarheid. Het vraagt openheid om het vuur van de Geest te kunnen ontvangen.
Dus de act van de mens bestaat erin je handen, je hart, je hele zijn in stilte en met veel geduld te openen voor de gave van het geloof, en je er aan toevertrouwen.

Het zou een vergissing zijn te denken dat we geloven wanneer we met onze lippen belijden dat we geloven. Dit kan zo zijn maar het is niet per definitie zo. Geloof is veel meer dan belijdenis met de lippen.
Zoals het ook niet per definitie is dat we in geloof leven wanneer we onze gebeden plichtsmatig vervuld hebben. Het is niet omdat je zoveel keer per dag bidt dat je leeft in geloof, lees: in overgave aan de Heer. Wat niet wil zeggen dat dit gebed zinloos zou zijn. Ook het bidden zonder geloof, of met een vechtend geloof, heeft zin. Maar het zou ons te ver leiden daar nu verder op in te gaan.

Geloof is stille overgave aan Gods aanwezigheid, het is je toevertrouwen aan zijn genade die je geschonken wordt wanneer je je hele zijn laat bevruchten door zijn tegenwoordigheid.

Het gebed van het hart is de sleutel tot deze overgave. Niet dat soort gebed dat ons in een soort stemming brengt van zoete gevoelens alsof dat het wezen zou zijn van ons geloofsleven. Als je deze gevoelens moest hebben moet je daar uiterst voorzichtig mee omgaan. Het is zelfs aan te raden er een zeker wantrouwen tegenover te hebben. Zoete gevoelens zijn dikwijls een product van ons eigen ikje.

Het gebed van overgave gebeurt doorgaans in een volgehouden discipline, dag na dag, de woestijn van je hart beminnend, los van oppervlakkige gevoelens. Het is gelovig weten dat Hij er is, dat Hij naar je kijkt met een blik die vervuld is van diepe liefde en genegenheid. Het is jezelf met je hele lichaam, je ziel en je verstand aan Hem geven; Hem beminnend vanuit de liefde die Hij in je legt.

Beleef je dit in duisternis of dorheid? Niet altijd zo fijn, maar in wezen (in wezen!) is het diepe genade. De woestijn is de meest vruchtbare plaats om tot waar innerlijk gebed te komen. Want daar sta enkel jij en de Heer. Het is soms diep confronterend, erg lastig ook, maar nogmaals: in wezen is het diepe genade.

In de woestijn worden we puur. In de dorst zuivert God ons uit.

Natuurlijk kan het gebed ook gevoelens van blijheid opwekken, van een werkelijk aanvoelen dat God je aanraakt. Het hoeft in ons gebedsleven niet altijd droogte te zijn om genadevol te zijn. Gevoelens van innerlijk vreugde opborrelend vanuit gebed kunnen uiteraard heel authentiek zijn. Om dankbaar over te zijn.

Maar wie meermaals per dag dagelijks bidt, en dit jaren volhoudt, weet uit ervaring dat het wezen van het gebed niet gaat om het steeds weer ervaren van blijde gevoelens. Het gaat om iets veel diepers, namelijk om het pure en naakte geloof dat God er is, en dat jij mag staan voor zijn aanschijn; twee liefdes die één worden.

Bemin Hem, bemin de stilte, en geef je. Geef je aan Hem die zich aan u geeft. En laat God God zijn. Dan word je mooi, zuiver en puur. Je zal een afstraling worden van wat er diep in je ziel gebeurt.

Ja, je zal liefde worden. Omdat je God God laat zijn, en toelaat dat jij in Hem smelt.

kris

Reacties

  1. Dat is zo, Kris. Hierna plaats ik mijn woord, dat eigenlijk wat commentaar is op de lezingen maar eigenlijk niets anders zegt dan wat u hier schrijft.

    Het volk is in zonde vervallen. Nauwelijks bevrijd uit het slavenhuis Egypte, maken ze zich een beeld, een stierenbeeld, waarvoor ze zich neerbuigen. En je zult het ondertussen al wel weten: dat stierenbeeld is de sokkel waarop de godheid zit. Als het volk een stierenbeeld aanbidt, aanbidt het eigenlijk de aarde en niet God, die de Schepper is en voor wie de aarde maar de voetbank is waarop Hij rust. Gelukkig is Mozes een goede herder, die voor het volk tussenbeide komt en voor hen bidt.
    Jezus gaat verder met Zijn verdediging. Als Hij over zichzelf getuigt, betekent dat getuigenis niets. Maar een Ander, God zelf getuigt over Hem. God zelf heeft bij Jezus’ doopsel door Johannes getuigd dat Hij Zijn welbeminde Zoon is en bij de gedaanteverandering op de berg Thabor heeft God hetzelfde herhaald. Ook Johannes de Doper heeft over Jezus getuigd: ‘Na mij komt iemand die sterker is dan ik, Hij zal u dopen met de H. Geest en met vuur’. Toch zijn Jezus’ werken nog een sterker getuigenis. Ze bewijzen dat zij uit God voortkomen en dat ze in God zijn gedaan. De Schriften getuigen ook over Jezus. Heel het O.T. is eigenlijk een verwijzing naar Hem die komen zou. De Joden lezen wel die geschriften, maar voor hen blijven ze omsluierd, er ligt een sluier over wat ze lezen. Vgl. 2 Kor. 3, 14-18. Toch zoekt Jezus niet geëerd te worden door de mensen. Hij weet dat Hij van de Vader komt en dat is voor Hem genoeg. Als wij echter eer proberen te verwerven van mensen, dan kunnen wij niet meer in Jezus geloven. Dan geloven wij in ons zelf, in ons eigen kunnen. Onze enige eer moet deze zijn die van God komt. Niemand moet zeggen: ‘Priester, je hebt mooi gepreekt’. Dat leidt tot hoogmoed en eigenwaan. Een goede preek of een mooie bezinning is dat alleen als ze de mensen en ook de predikant dichter bij God brengen. En is dat niet voldoende? Dat is de enige eer die blijft en ook de enige eer die we mogen zoeken: alles moet zuiver geordend zijn op de eer en de lof van Zijn goddelijke majesteit. Als het dat niet is, lopen wij het gevaar de mensen te willen behagen. We moeten alleen aan God behagen. En dat weet een mens nooit. Jezus zegt dat ook met het oog op de Schriftgeleerden en Farizeeën, ‘die belust waren op de ereplaats bij de maaltijden en de voornaamste zetels in de synagogen en die door de mensen graag rabbi werden genoemd’ (Mt. 23, 6).

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dat ziet er al wat beter uit.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. voor wat dat stierebeeld betreft denk ik vooral aan de afgoderij, zoals bijvoorbeeld kristalbolkijken,astrologie, horoscopen, helderziendheid, pendelen, kaartleggen, vele vormen van esoterie, allerlei occulte praktijken, magie, geestenbezweerders, waarzeggerij, enz., enz. enz.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Niet zichzelf zoeken... maar Jezus,!
    Die ons naar Zijn en onze Vader leidt .
    Alles is Genade ,geschenk van Zijn Geest !
    Toch helpen jullie ons om Zijn Weg te volgen ,daarvoor dankjewel !
    De weg door de woestijn van het dagelijks leven ... zijn sommige mensen toch als een vruchtbaarmakende rivier en een oase ! ( zonder jullie te verleiden naar hoogmoed en eigenwaan hé!);))

    BeantwoordenVerwijderen
  5. zou de traditie vh stierengevecht in Spanje te maken kunnen hebben of oorsprong hebben met de vernietiging van het afgodsbeeld, de stier?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. er bestaan ook hanengevechten, zo veel vormen van afgoderij, ook duivelse muziek bestaat ook, enz, enz, enz,.......

      Eerste gebod is: bovenal bemin één God


      Verwijderen
  6. “Blijf altijd dicht bij de Heer en geniet van Hem." (Psalm 37,4)

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten