vrijdag in week 5 van de veertigdagentijd

De Joden, zo lezen we vandaag in het evangelie, konden Jezus niet aannemen in welke hoedanigheid Hij tot de wereld gekomen was. Ze namen Hem wel aan wat zijn goede daden betrof, maar niet in het feit dat Hij Gods Zoon was. Dat was voor hen pure godslastering, een gevaar voor de gevestigde orde (ook de toenmalige religieuze orde), dus Hij moest gevangen genomen worden, of erger: gedood. Wat, zo weten we, ook zal gebeuren.

Maar we zijn nog niet zo ver. Vandaag wilden ze Jezus enkel nog grijpen. Maar, zo lezen we, Hij ‘ontsnapte’. Wel, over dat ‘ontsnappen’ zou ik met u vandaag willen nadenken.

Wanneer het kwaad een mens omringt, kan die mens heel sterk het gevoel hebben dat dat kwaad hem wilt vernietigen. Wat effectief ook kan gebeuren. Soms is het kwaad zo sterk, en gaat het zo subtiel verminkend te werk, dat het inderdaad een vernietigende uitwerking kan hebben; naar geest, en soms zelfs naar lichaam.
Naar geest: heel wat mensen leven beïnvloed door het kwaad, en zijn innerlijk ‘ziek’. Laten we, wat onszelf betreft, niet te snel denken dat we daarvan gevrijwaard zijn. Maar dus ook naar lichaam: het kwaad kan mensen de dood injagen: je kan vermoord worden, je kan zelf gaan moorden, je kan jezelf vermoorden.

Maar we gingen het hebben over dat ‘ontsnappen’ aan het kwaad.
Paulus schrijft in zijn brief aan de Romeinen in het 8e hoofdstuk: ‘Wat zal ons scheiden van de liefde van Christus? Tegenspoed, ellende of vervolging, honger of armoede, gevaar of het zwaard?’ En wat verder vervolgt hij: ‘Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die Hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer.’

In wezen schrijft Paulus hier over het ontsnappen aan het kwaad; onder welke vorm dat kwaad zich ook aandient.

Maar het zou een grote vergissing zijn te denken dat deze ‘ontsnapping’ een vanzelfsprekendheid zou zijn, verre van, zelfs integendeel. Het vraagt van de mens een bijzondere waakzaamheid, een innige gebedshouding, een geloof dat diep getekend is door overgave aan de Heer, om deze ontsnapping aan het kwaad te kunnen laten gebeuren.

Ik denk te mogen zeggen dat weinig mensen daar honderd percent in alle zuiverheid in slagen. Ik alvast niet, en ik vermoed velen met mij. Diep in onszelf vindt er immers dagelijks een diep gevecht plaats tussen het goede en het kwade. Dat gevecht vindt plaats omdat beiden trekken. Beiden lokken ze, en beiden komen ze als aangenaam over. Niet makkelijk…

Het evangelie helpt ons duidelijkheid te scheppen.
In het 7e hoofdstuk van Matteüs wijst Jezus erop dat velen kiezen voor de brede weg met haar ruime poort, de weg die naar de ondergang leidt. De weg van God is de ‘nauwe poort’, zoals Jezus het noemt. Heel waarschijnlijk is het geen opvallende weg, niet perse een succesvolle weg, maar wel dé weg; de weg van God, de weg van de liefde, de weg die naar de eeuwigheid leidt.
Verder roept het evangelie op tal van plaatsen op tot waakzaamheid: wakker zijn voor het komen van de Heer. Maar evengoed wakker zijn voor het komen het kwaad, het kunnen onderscheiden van wat van God komt en wat niet. En dan duidelijk kiezen, in een sterk en gezond geloof, geënt op Christus zelf.
Verder roept het evangelie op, en de hele Bijbel in het algemeen, om ‘biddend’ door het leven te gaan, in innige eenheid met de Heer, om vanuit je gods-verbondenheid, te leven. Dit zal je behoeden voor het kwaad, en je behouden in Gods liefde.

En zo kunnen we ‘ontsnappen’ aan het kwaad, en een leven leiden dat enkel nog getekend zal zijn door de liefde van de Heer.

Maar we zijn lauw en zwak. We leven met vallen en opstaan. De wil is er wel maar dat verdomde vlees…
Christus weet dat, Hij ziet dat. Niet met een veroordelend vingertje, maar met het hart van God, vol goedheid en barmhartigheid. Van zodra wij de neiging hebben om toe te geven aan het kwaad, en we doen een kleine – bij wijze van spreken – oogopslag naar Hem, zal Hij ons ter hulp komen, Hij zal naar ons toesnellen, ons bij de hand nemen, ons in zichzelf trekken, om ons te beschermen en te behoeden.

Maar zo belangrijk: Het gaat om die ‘kleine oogopslag’ van ons. Die is van zo’n fundamenteel en cruciaal belang. Als we die ‘oogopslag’ niet doen, verliezen we God uit het oog, openen we ons niet voor Hem. Met alle gevolgen van dien.
Ziehier het belang van de gods-verbondenheid. Als een gebed zonder ophouden.

Laten we waakzaam in het leven staan, ons hart gericht naar God, opdat, wanneer het kwade zich aandient, onder welke gestalte of gedaante ook, we in Gods liefde zouden blijven, ‘ontsnappend’ aan het kwaad. In innige verbonden met Hem.

Een mooie vrijdag voor ieder.

kris

Reacties

  1. Heel Zijn openbaar leven lang heeft Jezus geprobeerd ons mee te trekken in wat Hij zelf is: de Zoon van God. Jezus wilde ook ons tot kind van God maken, samen met Hem, onze grote Broer. Dat is toen niet gelukt. Jezus werd aan het kruis gehangen, maar daar heeft Hij in Zijn uitgestrekte armen, vastgespijkerd aan het kruishout, alle mensen omhelsd en verzameld in Zijn goddelijk hart en stervend trok Hij ons allen mee naar de Vader in de hemel. Dat is in ons leven gebeurd bij ons doopsel. Daar werden wij kind van God. Ondergedompeld in het water stierf onze 'oude mens', d. i. de mens die ongeordend leeft, in de erfzonde, grijpend en pakkend zoals Adam en Eva, de mens die alleen voor zichzelf leeft. En wij stonden met Jezus uit het doopwater op als een verrijzenismens, d. i. een mens die open is gekomen voor God en voor de medemens. Laten wij ons elke dag opnieuw meetrekken door Jezus in Zijn kind-zijn van de Vader. Dan zal het kwaad ook steeds minder invloed op ons hebben. Als wij steeds zeggen: 'Dit mag je niet doen, en dat moet je wel doen', dan raken wijzelf en de anderen ontmoedigd. Dat werkt niet. Er is een kortere en meer efficiënte weg naar de heiligheid; en dat is: je met Jezus mee laten trekken in het kind-zijn van God. Als je echt leeft in en van de liefde tot God, dan kan je geen kwaad meer doen. Je zal wel nog beproefd en bekoord worden, maar op de duur ga je zeggen: 'Neen, ik ga daar niet op in, want ik wil God die mij zo bemint, geen pijn meer doen, ik wil mijn Vader niet meer bedroeven. Dat is een veel betere weg om de zonde te overwinnen dan het voortdurend herhalen van geboden en verboden. Trouwens, ook de Joodse Thora was een antwoord op Gods bevrijdend handelen met Israël in Egypte. Het eerste van ons geloof is niet: 'Dit mag niet en dat moet'. Het eerste is: 'Je bent een teergeliefd kind van God en Jezus heeft je daartoe gebracht'.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. de 10 geboden zijn wel een leidraad in het leven, die moeten we steeds herhalen

      Verwijderen
    2. jammer dat wij het zwijgen worden opgelegd.
      Jezus ook. Hosanna met palmzondag. Kruisig Hem met goede Vrijdag

      Verwijderen
  2. mocht ik met mijn betoogje van gisteren mensen hebben gekwetst dan bied ik daarvoor bij deze mijn welgemeende excuses aan.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hier zie ik wel duidelijk dat Jezus is gekomen, niet om de wet af te schaffen maar om tot volmaaktheid te brengen. Eerst de mens stenigen voor het kwaad dat hij/zij gedaan heeft en Jezus leert ons om geen kwaad met kwaad te vergelden. Niet 1 x vergeven, niet 7x maar 70x 7 x. Dat

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Je met Jezus mee laten trekken in het kind-zijn van God.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten