6 aug - Gedaanteverandering van de Heer

Ze gingen de berg op waar ze helemaal alleen waren. Dat is in de Bijbel altijd: alléén met God. Dat betekent dat alle andere blikvangers, afleidende stemmen zwijgen en hun boeiende kracht opgeven. Alléén met God. Daar gebeurt dan ook iets wat God alleen kan. Zijn kleren gingen helder wit glanzen, zo wit als geen enkele wolwasser op aarde voor elkaar zou kunnen krijgen. Zijn kleed werd wit, en niet gewoon wit, zonder kleuren, maar hemels wit, de witheid van God, stralend. Wit, de kleur van de verrijzenis.

Twee mannen, Elia en Mozes, verschenen hun samen. Waarom nu juist deze twee? Omdat Jezus beneden in de vlakte aan zijn leerlingen voorspeld had dat Hij door de huidige leiders van het volk verworpen zou worden. Daarom is het nodig dat Hij in het gelijk wordt gesteld door díe leiders van het Godsvolk waaraan de huidige leiders hun gezag ontlenen, Elia, de grootste der profeten en Mozes, de afkondiger van de Wet. Kortom: Wet en profeten.

Het is een gebeuren zo onuitsprekelijk, zo boven alle mensenverstand uitgaande, dat Petrus niet anders dan wartaal kan spreken: Hij wist niet goed wat hij moest zeggen. Zoals een mens doet als hij onder woorden probeert te brengen wat hij in het gebed, in het contact met God heeft beleefd. Hij kan ook alleen maar stamelen. Het eigenlijke is niet te zeggen, niet uit te spreken, God zelf raakt ons aan. Vandaar dat gelaat van Jezus. Voor hun ogen veranderde Hij van gedaante, zijn kleren gingen helder wit glanzen. Hoezeer veranderde zijn gelaat? Hoe was zijn gelaat? Zijn gelaat was een weerspiegeling van het gelaat dat Hij aanschouwde. Zoals een zoon kan lijken op zijn vader, zo lijkt déze Zoon op zijn hemelse Vader, in glorie en glans.

Beneden in de vlakte: verwerping. Boven op de berg bevestigd door de ervaring van God. Dat is dan ook wat er met woorden gezegd wordt: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, luister naar Hem!’ De woorden die Jezus spreekt, ook woorden van lijden en dood, zijn de woorden van God. Het is God die Hem zal overleveren aan lijden en dood, ook daar heeft Hij de hand in. Maar Hij zal Hem ten slotte ook uit de dood doen verrijzen. Voordat de Mensenzoon uit de doden zal zijn opgestaan, zal Hij zijn opgewekt door diezelfde Vader. De Vader is erbij, bij zijn Zoon in de heerlijkheid en bij zijn Zoon in de vernedering.

Laat ons bidden dat wij deze ervaring ook aan ons mogen laten gebeuren, opdat wij de rest van ons leven, het leven beneden in de vlakte, vanuit die liefde zouden beleven en aan kunnen. Weet dat God altijd met ons mee gaat.

J. Bots, sj

Reacties

  1. Dat is gewoon om dankbaar voor te zijn: Jezus altijd bij ons, God altijd met ons, ook in het uur van de dood.
    (Daniël)

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten