zaterdag in week 17 door het jaar

OVER WONDEN EN LOF

Ook de tussenzang, vandaag uit Psalm 69, is het Woord van God. Laten we ons bezinnen over vers 30-31.

Ik ben verzwakt, ik ben verwond,
maar uw hulp, o God, zal mij beschermen.
De Naam van God wil ik loven met een lied,
zijn grootheid met een lofzang prijzen.

In onze geestelijke verzwakking en verwonding schuilt vaak een diepe waarheid: soms zijn het juist deze wonden die door Gods genade zijn ontstaan. Ze openen onze ogen voor de realiteit dat we vaak stevig verankerd zitten op onze innerlijke troon (die de naam 'hoogmoed' draagt) en waar God ons vraagt van af te dalen. Dit proces van geestelijke loutering kan in zekere zin pijnlijk zijn. Psalm 51 spreekt over 'een vermorzeld en vernederd hart'. Het is een uitnodiging om onze trots los te laten en ruimte te maken voor de Heer die helend in ons aanwezig wil komen.

Waarmee meteen wordt gezegd dat God niet toekijkt vanop de zijlijn. Zijn liefde en barmhartigheid worden juist zichtbaar in het aanraken van ons verwonde hart. Daar, in het diepst van onze verscheurdheid, wacht Hij op ons. Het is hier dat het wonder kan plaatsvinden: de bekering door Gods genade. In het hart van onze wonden wil Hij aanraken én optillen om ons te brengen in zijn eigen Pasen.

Zolang we het proces van afdalen zelf in handen willen nemen, zullen we er niet komen. De enige weg is ons te rusten leggen in de gloed van de heilige Geest, die ons in dit proces zal binnenleiden. Een toewijding aan dit genadevuur is van essentieel belang. In zekere zin hoeven we er niet veel voor te doen: we moeten ons enkel toevertrouwen aan het werk van de Geest. Dit vraagt om innerlijk stilvallen, arm worden, leeg worden. We moeten ophouden met onze bekering zelf in handen te nemen en het overlaten aan Gods genade, die zich manifesteert in zijn aanraking als gevolg van ons toevertrouwen aan het vuur van de Geest. Dagelijks gebed, waarin stilte en tijd gekoesterd worden, zal ons helpen dit 'feest van barmhartigheid' (cfr André Louf) te laten plaatsvinden.

Wie de eenvoud en kunst verstaat om dit gebeuren toe te laten, zal niet anders kunnen dan, zoals de psalmist zingt, 'de Naam van God loven met een lied en Zijn grootheid met een lofzang prijzen'. Dit zal zich uiten in expliciete gebeden en zangen van lof en dank, maar ook doorheen het dagelijks leven. Als een werkelijk nederig geworden iemand, zal je in je leven God alle lof toezingen door Christus je Heer te laten zijn. In je nederigheid laat je immers toe dat Hij door je heen zal bidden en beminnen. Je zult je een instrument weten in zijn handen. En wel in blijdschap, diep verankerd in zijn Pasen.

Jij de fluit, God de fluitspeler. Jij het penseel, God de schilder. Jij de klei, God de pottenbakker. Jij de pen, God de schrijver. Jij de tuin, God de tuinier. Jij de houten lepel, God de chef-kok.

Samenvattend nodigen deze psalmverzen ons uit tot een diepere spirituele overgave en nederigheid, waarbij dagelijks gebed en toewijding aan de heilige Geest centraal staan. De verzen roepen ons op om onze menselijke zwakheden te erkennen en te omarmen als plaatsen waar Gods genade krachtig kan werken door Hem toe te laten in het hart van onze wonden (door Hem aangedaan) waar zijn barmhartigheid ten volle kan worden ervaren. Het resultaat is paasvreugde en lof, dat zich zal uitdrukken in heel ons zijn.

Laten we bidden

Heer,
dank U voor de genade
die ons opent voor uw heling.
Laat ons rusten in Uw liefde
en ons toevertrouwen aan uw Geest.
Maak onze zwakheden tot een plek
waar uw kracht zichtbaar wordt,
zodat wij met volle lof uw liefde bezingen
in ons dagelijks leven.
In uw naam.
Amen.

Geliefde mensen, laten we - in de liefde van de Geest - van onze troon komen en ons hart openen voor het wonder van Gods genade.
Een mooi weekend voor jullie allen.
Met een genegen groet, 
kris


Om mee op weg te gaan

Heb ik al momenten van geestelijke loutering in mijn innerlijk leven ervaren? En heb ik toegelaten dat God in die pijn aanrakend aanwezig mocht komen, zodat het proces van loutering en heling volledig kon plaatsvinden?

Als ik naar mijn gebedsleven kijk, bemin en koester ik dan het aspect van tijd en stilte?

Reacties

  1. Dag Kris,
    Dank telkens weer voor us mooie duiding en bezinning bij de lezingen van de dag...Vandaag heb ik wel een bedenking: ik kan het me moeilijk indenken dat God ons onze wonden aandoet...ik zie het eerder als de wonden die ons overkomen doorheen het leven van iedere dag een kans zijn om daarin God te verkiezen boven onszelf...en Hem de kans te laten ze te helen...ze met zijn Liefde te omvormen, te vervullen

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Beste Anoniem,
      ik begrijp dat het idee dat God ons zou verwonden merkwaardig kan overkomen. Het is echter belangrijk te beseffen dat Gods verwondingen niet bedoeld zijn om ons te pesten of te straffen. Integendeel, deze verwondingen dienen een dieper doel: ze zijn een middel waarmee God ons hart loutert en ons geneest van onze hoogmoed. Het gaar niet over 'pijn pijn', en al zeker niet over een fysieke pijn, maar over een hartsloutering.
      In de loutering wacht Hij op ons tot we ons aan Hem geven, wat we daarvoor vanuit onze 'hoogmoed' nog niet konden. Zo kan de 'verwonding' een weg worden naar innerlijke vrede en vreugde in zijn Pasen.
      Van harte, kris

      Verwijderen
    2. Hoe mooi en duidelijk uitgelegd. Dank je wel hiervoor.

      Verwijderen
    3. Ja, het gebedsleven in de ochtend doet me deugd. Alleen zijn, stilte, rust... het geeft me kracht.
      Eigenlijk zou ik het meer moeten doen, me geestelijk laten louteren, God toelaten in mijn pijn en verdriet, geduldig wachtend op heling...

      Verwijderen

Een reactie posten