6e paaszondag - A

't Is groeitijd voor de natuur. Maar groeien is altijd wat pijnlijk. Zo ook beleeft ons geloof, tussen Pasen en Pinksteren, pijn en groei te samen.

Jezus is heengegaan met Goede Vrijdag, maar Hij blijft sinds Pasen weer onder ons aanwezig, maar nu toch wel op een heel nieuwe manier. Wij moeten leren inzien dat de verrezen Liefde levend is, maar veel meer innerlijk, als een kracht in ons, die alleen merkbaar wordt doorheen enkele schamele tekens, - onze liefdedaden - die door anderen helemaal niet of verkeerd kunnen verstaan worden. Jezus' liefde leeft voortaan tastbaar en zichtbaar in de dagelijkse, concrete dienstbaarheid van onze kleine, broederlijke en zusterlijke kerkgemeenschap, die toch uit zwakke, zondige mensen blijft bestaan. En Hij komt tegenwoordig in wat brood en een beetje wijn, tekens die niet zomaar door iedereen worden erkend als de liefdegaven van zijn Lichaam en Bloed. Die nieuwe, zeer broze vorm van Jezus' aanwezigheid leren aanvaarden en erkennen, in deze groeitijd, tot de Geest komt, dat is geen gemakkelijke opdracht. Het is zoals in de natuur deze maand. De tekens van nieuw leven staan al op de bomen. Zij blijven zeer kwetsbaar, maar zij bieden zoveel hoop, althans voor wie ze ziet en groeikansen geeft.

In deze periode zoeken wij, vrienden van Jezus, steun door ons zijn afscheidswoorden te herinneren, over "liefhebben, verbonden blijven, kracht ontvangen, vruchten voortbrengen." En wij hopen wel dat het echt zo mag worden. Maar terzelfder tijd komen de vragen, de twijfels of zelfs het bewuste ongeloof van de buitenwereld ook ons hart binnengeslopen: "Dat de liefde sterker is dan de dood, is dat wel ook voor mij waar? Kan het wel dat er weer nieuwe vruchten aan de kale bomen van mijn leven komen? Is het wel mogelijk dat ik een nieuwe kans krijg, vergeven word, en herleef zoals een bloem, die tussen de stenen wortel schiet of de voegen van de muur doet barsten? Zou het dan toch kunnen dat ik nog een nieuwe liefde ontmoet?"

In deze tijd voelen wij misschien meer dan ooit dat wij het met onze eigen krachten alleen niet aankunnen en wij leren verlangen naar de komst van Jezus' Geestkracht. Maar dan het is wel heel belangrijk te beseffen dat die Geest geen verpletterende supermacht is die het allemaal in onze plaats komt doen, maar een uitnodigende bezieling in ons, die onze vrijheid aanspreekt en blijvend beroep doet op onze heel persoonlijke medewerking.

Want wat komt die Geest doen? Wat is zijn taak? De herinnering aan Jezus levendig houden, dwz. ons inspireren, ons begeesteren opdat wij Jezus' Persoon en werk zouden voort zetten, actualiseren midden in onze tijd, te midden van onze cultuur, met haar moderne problemen, nieuwe mogelijkheden en accenten. Welnu, echt liefhebben vanuit Jezus' Geest zal altijd, ook in onze tijd en cultuur, willen zeggen: dat wij er persoonlijk voor kiezen in een levenshouding te gaan staan van dankbaarheid en dienstbaarheid.

Echt liefhebben is inderdaad op de eerste plaats: ervoor kiezen in een dankbare relatie te leven met God. Dat betekent dat wij ons leven, dat God als een Vader ons onverdiend heeft aangeboden, als een gratis geschenk dankbaar aanvaarden. De eerste, fundamentele houding van een christen is: "Ik mag leven als een beminnenswaardig mens, ik ben de moeite waard om bemind te worden, ik ben bemind en voel mij dus diep dankbaar tegenover God." Die keuze om niet "eisend", maar "dankbaar" in het leven te staan, hernieuw ik het best 's avonds vóór het slapengaan, als ik even de tijd neem om mijn dag te overlopen en mij af te vragen: "Waarvoor zou ik nog meer dankbaar kunnen zijn?" Natuurlijk is mij die dag niet alles gelukt. Maar, wat er ook gebeurd is, er zijn duizend keer meer redenenom dankbaar te zijn voor het goede dat ik toch mocht ontvangen, dan om verbitterd en opstandig te worden over wat tegenviel. En tussen haakjes: wie als een dankbare mens gaat slapen, slaapt beter.

Echt liefhebben betekent terzelfder tijd: ervoor kiezen in een gevende relatie te leven met anderen. Dat betekent: elkaar concreet dienstbaar zijn, echte broeder- en zusterliefde betonen. "Wie de andere niet helpt, niet bevestigt, niet vergeeft, leeft niet in de waarheid en is een leugenaar." De keuze om niet "grijpend en veroverend", maar "delend en gevend" in het leven te staan, hernieuw ik het best 's morgens, als ik, vóór ik mijn dag begin, even de tijd neem om mij af te vragen: "Waar
zou ik vandaag nog méér kunnen geven en delen?" Natuurlijk is het te voorzien dat ik ook dan nog die dag soms hebberig-egoïstisch ga reageren. Maar ik heb toch ook al ervaren dat er duizend keer meer innerlijke vreugde te beleven valt met iemand anders plezier te doen, dan met mij op te sluiten in mijn eigen eenzame behoeften. En tussen haakjes: wie als een gevende mens zijn dag begint, is beter wakker.

Jezus' Liefdegeest wordt wel eens vergeleken met een stormwind, die de scheidingsmuren wegblaast, die mensen tussen elkaar hebben opgetrokken, of met een zachte bries, die verzoening teweegbrengt, waar harde standpunten harten uit elkaar dreigen te drijven. Storm of bries, het zijn beelden. Maar het is vooral goed te weten dat Jezus' Geest niets kan bereiken als wij er niet persoonlijk voor kiezen om met Hem mee te werken.

Wat doet het deugd gaandeweg te leren minder en minder te handelen uit verplichting of last, maar meer en meer uit dankbaarheid, omdat wij zelf reeds zoveel hebben ontvangen en omdat het de andere zo'n plezier doet.

Nog meer danken en meer dienen, dat kan de Geest ons zeker leren in deze groeitijd. Zo willen wij bidden om zijn komst.

Frans Mistiaens, sj

Reacties

  1. Laat ons nog een tijdje wachten op de Geest van Waarheid

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten