zaterdag in de 7e paasweek
We hoorden Jezus zeggen tot Petrus: ‘Het is niet jouw zaak of hij in leven blijft totdat Ik kom. Maar jij moet mij volgen.’
Hier was het niet de zaak van Petrus om te weten wat de verdere weg en opdracht van Johannes zou worden naar de toekomst toe. Petrus moet zich daar, naar het woord van de Heer, niet druk om maken. Het enige wat hij moet doen is zelf Jezus volgen.
Ik denk dat vele ouders in deze valkuil terecht komen. Vanuit een goed bedoelde zorg voor hun kinderen hebben ze dikwijls een droom voor zoon- of dochterlief. In het beste geval wordt er samen nagegaan en beslist welke studierichting zij het beste kunnen volgen, zodat ze daarna dat werk kunnen verrichten dat hen ligt en dat ze aankunnen. Versta me niet verkeerd, daar is natuurlijk niets mis mee.
Maar gaan ouders ook het gesprek aan met hun dochter of zoon wat de wil van God zou kunnen zijn in hun leven. Het gesprek van de studiekeuze moet natuurlijk ook gebeuren, maar het gesprek over God ook. En het gesprek over de studiekeuze kan zelfs in het licht van het gesprek met God. Je kan namelijk ook een studiekeuze aangaan vanuit het besef dat God wat wil met je leven. Maar daarvoor moet je dus de vraag naar wat Gods wil kan zijn in je leven betrekken in je studiekeuze.
Niet dat ouders moeten bepalen wat God wil voor hun kind (daar waarschuwt Jezus vandaag juist voor), maar ouders hebben, mijn inziens, wel de opdracht, en de roeping, het kind aan te zetten na te denken over Gods wil in zijn of haar leven, en wel zo dat de kinderen, de pubers, de jongvolwassenen, deze vraag met regelmaat ‘voorleggen’ aan God; in gebed, in de uitdrukkelijke vraag hier met de tijd duidelijkheid in te krijgen.
Morgen is het hoogfeest van Pinksteren. We gaan gedenken en vieren hoe de Geest neerdaalde op Maria en de leerlingen. De Heilige Geest, die niet enkel beloofd was, maar die ze ook broodnodig hadden.
Dit laatste is iets van alle tijden. Wie de Geest mist, mist Gods trein. Laten we dàt onze jongeren vandaag bijzonder toewensen: dat ze ontvangers en dragers mogen zijn van de Geest.
kris
Hier was het niet de zaak van Petrus om te weten wat de verdere weg en opdracht van Johannes zou worden naar de toekomst toe. Petrus moet zich daar, naar het woord van de Heer, niet druk om maken. Het enige wat hij moet doen is zelf Jezus volgen.
Ik denk dat vele ouders in deze valkuil terecht komen. Vanuit een goed bedoelde zorg voor hun kinderen hebben ze dikwijls een droom voor zoon- of dochterlief. In het beste geval wordt er samen nagegaan en beslist welke studierichting zij het beste kunnen volgen, zodat ze daarna dat werk kunnen verrichten dat hen ligt en dat ze aankunnen. Versta me niet verkeerd, daar is natuurlijk niets mis mee.
Maar gaan ouders ook het gesprek aan met hun dochter of zoon wat de wil van God zou kunnen zijn in hun leven. Het gesprek van de studiekeuze moet natuurlijk ook gebeuren, maar het gesprek over God ook. En het gesprek over de studiekeuze kan zelfs in het licht van het gesprek met God. Je kan namelijk ook een studiekeuze aangaan vanuit het besef dat God wat wil met je leven. Maar daarvoor moet je dus de vraag naar wat Gods wil kan zijn in je leven betrekken in je studiekeuze.
Niet dat ouders moeten bepalen wat God wil voor hun kind (daar waarschuwt Jezus vandaag juist voor), maar ouders hebben, mijn inziens, wel de opdracht, en de roeping, het kind aan te zetten na te denken over Gods wil in zijn of haar leven, en wel zo dat de kinderen, de pubers, de jongvolwassenen, deze vraag met regelmaat ‘voorleggen’ aan God; in gebed, in de uitdrukkelijke vraag hier met de tijd duidelijkheid in te krijgen.
Morgen is het hoogfeest van Pinksteren. We gaan gedenken en vieren hoe de Geest neerdaalde op Maria en de leerlingen. De Heilige Geest, die niet enkel beloofd was, maar die ze ook broodnodig hadden.
Dit laatste is iets van alle tijden. Wie de Geest mist, mist Gods trein. Laten we dàt onze jongeren vandaag bijzonder toewensen: dat ze ontvangers en dragers mogen zijn van de Geest.
kris
Zo juist gelezen in het getijdengebed, een mooie tekst van Karl Rahner: De H. Geest is eigenlijk God zelf die in ons binnenkomt. Kom dan, H. Geest van God!
BeantwoordenVerwijderenPetrus werd door de Heer aangesteld als herder over het volk van God. Hij zal Jezus moeten volgen tot op het kruis. Nu ziet hij Johannes achter hen aankomen en Petrus kan het niet nalaten de Heer te vragen wat er met hem, met Johannes, zal gebeuren. Jezus zegt dat dat hem eigenlijk niet aangaat. Petrus moet Jezus volgen, Johannes ook, maar elk op zijn manier. Wij gaan dat ook morgen horen op Pinksteren in de tweede lezing: ‘Er zijn verschillende gaven, maar slechts één Geest. Er zijn vele vormen van dienstverlening, maar slechts één Heer. Er zijn allerlei soorten werk, maar er is slechts één God die alles in allen tot stand brengt’. Petrus zal naar Rome moeten gaan en daar zal, na de grote brand, keizer Nero de schuld van die brand aan de christenen geven. Petrus zal ook één van de martelaars worden. Johannes echter zal lang leven. Hij zal de tijd krijgen om lang en intens over Jezus’ evangelie na te denken en om het in zich diep door te laten dringen. Niet voor niets zegt het evangelie: ‘De leerling van wie Jezus veel hield, dezelfde die ook bij de maaltijd tegen Jezus’ borst had geleund’. Johannes is de exegeet die dicht bij Jezus’ hart door mag dringen in de geheimen van Gods Koninkrijk. Jezus zegt dan ook: ‘Als Ik hem wil laten blijven tot Ik kom, is dat uw zaak, Petrus? Gij moet Mij volgen op de manier die Ik u voor heb gehouden, Johannes zal dat op zijn manier mogen doen’. Elk van ons mag Jezus volgen op zijn geëigende manier. Ook in een klooster zijn er verschillende manieren om bruid van Jezus te zijn. Sommige zusters zorgen voor de boekhouding, anderen voor het aankopen van al wat nodig is, anderen staan in voor het verzorgen van de bejaarde en zieke zusters, nog anderen staan in het volle apostolaat. En heel mooi eindigt het evangelie van Johannes met deze zin: ‘Jezus heeft nog veel andere dingen gedaan, maar als ze allemaal op zouden worden geschreven, zou zelfs de wereld te klein zijn voor al de boeken die men dan zou moeten schrijven’. Is dat een dichterlijke overdrijving van de evangelist? Neen, dat is de werkelijkheid, want over elke volgeling van Jezus zou er een heel boek te schrijven vallen. Voor iedere gelovige anders en toch in wezen gelijk: allemaal levens in navolging van de Heer Jezus. Maar voor ons allen komt het erop aan om zoals Johannes een leerling te zijn die blijft. Een leerling die trouw blijft aan zijn of haar roeping. Mocht de H. Geest die wij afsmeken ons daarbij helpen en inspireren. Ook Paulus is in Rome aangekomen en daar vertelt hij over zijn roeping. Het gaat ook bij hem om de verwachting van Israël die hij in Jezus vervuld ziet. Nu, op het einde van het boek der Handelingen, kan hij dat nog met een zekere vrijheid zeggen. Na de brand van Rome, na de kruisdood van Petrus, zal ook Paulus moeten sterven, omdat de Romeinse overheid niet meer zal verdragen dat die christenen een andere God aanbidden dan de keizer. Ook wij aanbidden de wereld niet. Wij werken wel mee met alle mensen van goede wil om deze wereld steeds beter te maken. Maar ook nu begrijpt de wereld niet dat wij onze tijd kunnen verliezen met het verkondigen en beleven van een werkelijkheid die men niet kan zien.
Ik heb een vraag over de Heilige Geest,ja de Heilige Geest is één van de Drie Goddelijke Personen,dan denk ik aan Genesis 1;'De aarde was woest en leeg,duisternis lag over de diepte,en de Geest van God zweefde over de wateren'---enz
VerwijderenEn dan gaan mijn gedachten naar Jezus ;'Jezus heeft op het Kruis Zijn Geest gegeven'.
Zijn Geest,dus niet de Geest die over de wateren zweefde?
Dus eigenlijk kunnen we bidden om de Geest van God de Vader én -of ? de Geest van Jezus.
Of simpel om de Heilige Geest die van beiden is uitgegaat?
Hoe versta ik dit gesprek ?
BeantwoordenVerwijderenHet is neergeschreven op basis van de getuigenis van Johannes
Het gaat over de verantwoordelijkheid die Petrus kreeg
Johannes had een bijzondere plaats tussen de leerlingen.
Petrus ook. Hij was een leiderstype. Johannes was dat niet.
Jezus vroeg aan Petrus om zijn lammeren te wijden, maar Petrus moest zich geen zorgen maken over het leven van Johannes. Petrus moest vooral goed naar Jezus blijven kijken en luisteren : Jezus navolgen. Dus niet te veel omzien en het spoor van Jezus kwijt raken.
De leerlingen begrepen Jezus niet goed. Ze dachten dat Johannes door Jezus onsterfelijk gemaakt was. Maar Johannes - hoe geliefd ook - is toch gewoon gestorven...
Wat betekent dit gesprek voor ons ?
Naar mijn idee zegt Jezus in dit gesprek dat we ons bezig moeten houden met onze eigen weg. Daarvoor is het niet nodig om te weten wat een ander doet of niet doet. Volg mij na dan doe je meer dan genoeg.
BeantwoordenVerwijderenJa Roosje dat denk ik ook,naar Jezus kijken wat Hij gedaan heeft en Hem trachten na te volgen,zonder te weten wat de plannen van God zijn met onze medemens.
BeantwoordenVerwijderenHet is toch dit wat ik in mijn woord probeerde te zeggen: elk heeft zijn eigen roeping, elk mag en moet Jezus volgen volgens de weg en op het ritme dat de H. Geest hem of haar aangeeft. Vergelijk je nooit met een ander, niet met wie beter is, dat maakt neerslachtig, ook niet met wie minder is, dat maakt hoogmoedig. Je moet ook niet teveel naar jezelf kijken, ook niet naar je zonden. Kijk alleen naar Jezus. Volg Hem, ook als Hij gaat langs diepe ravijnen en doorheen donkere krochten, kijk alleen naar Hem, kijk waar Hij gaat, houd je ogen gericht op Zijn rug. Niet omkijken, niet opzij kijken, dan glijd je uit of je valt.
BeantwoordenVerwijderenDe H. Geest was er inderdaad al vanaf het begin. Hij bracht ordening in de chaos. Hij is er altijd, en altijd ordent Hij ons weer in op het zuiver geordende pad naar God toe. Jezus heeft ons ingezaaid in Gods koninkrijk en de H. Geest heeft dit voltooid. Nu mogen we leven in de nieuwe schepping, zuiver geordend op de lof en eer van Gods goddelijke majesteit. De H. Geest is de Geest van Vader én Zoon: 'Die voortkomt uit de Vader én de Zoon' (credo).