woensdag in de 6e paasweek
Ik herinner me – het moet een jaar geleden zijn - een gesprek met een bewoonster bij ons in het Woon- en zorgcentrum. De dame waarmee ik sprak was stervende. Ik praatte met haar over sterven, eeuwig leven en innerlijke vrede. En na een tijdje stil zijn, over haar voorhoofd strelend, haar hand vasthoudend, vroeg ik haar of ze angstig was om te sterven. Waarop ze prevelend zei: ‘Nee Kris, helemaal niet. Ik ben altijd katholiek geweest, ik heb altijd geloofd in de hemel, en ik weet dat ik zal opgewacht worden door ons Heer’.
Op die moment jubelde mijn hart van diepe ontroering en dankbaarheid. Ik mocht immers de hand vasthouden van iemand die woorden sprak geleid door de heilige Geest. Deze bewoonster sprak haar geloof en vertrouwen uit, maar ook een fundamentele waarheid. En dit laatste aanhoorde ik dan als een ‘spreken in de Geest’, geleid en gedragen door Hem.
Wat deze dame deed is een belichaming van de woorden van Jezus uit het evangelie van vandaag, waar Hij zegt: ‘De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer Hij komt, de weg wijzen naar de volle waarheid.’
Als christenen zijn we immers geroepen in de stuwing en het waaien te staan van Gods Geest. Hij zal ons niet enkel tot de waarheid brengen, maar zal ons ook de gave schenken nu reeds in Gods waarheid te staan.
Deze dame was geen theologe. Zij gebruikte geen grote woorden. Ze was van eenvoudige komaf. Ze was vooral een biddende, diepgelovige vrouw, die zeer goed wist waar het om te doen was in het leven. Ze was dan ook bijzonder geliefd binnen haar familie alsook binnen het woonzorgcentrum. Het viel vele van onze medewerkers best zwaar haar te moeten afgeven. In heel haar houding, doorheen gebaar en woord, was zij immers in haar grote eenvoud een mooie getuige van Gods goedheid voor de mensheid.
Ik zal haar herinneren als een sterke vrouw die leefde in diepe overgave aan haar Heer, geleid door Gods Geest.
Moge zij een gebedje doen voor ons vanuit haar diepste thuis.
kris
Op die moment jubelde mijn hart van diepe ontroering en dankbaarheid. Ik mocht immers de hand vasthouden van iemand die woorden sprak geleid door de heilige Geest. Deze bewoonster sprak haar geloof en vertrouwen uit, maar ook een fundamentele waarheid. En dit laatste aanhoorde ik dan als een ‘spreken in de Geest’, geleid en gedragen door Hem.
Wat deze dame deed is een belichaming van de woorden van Jezus uit het evangelie van vandaag, waar Hij zegt: ‘De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer Hij komt, de weg wijzen naar de volle waarheid.’
Als christenen zijn we immers geroepen in de stuwing en het waaien te staan van Gods Geest. Hij zal ons niet enkel tot de waarheid brengen, maar zal ons ook de gave schenken nu reeds in Gods waarheid te staan.
Deze dame was geen theologe. Zij gebruikte geen grote woorden. Ze was van eenvoudige komaf. Ze was vooral een biddende, diepgelovige vrouw, die zeer goed wist waar het om te doen was in het leven. Ze was dan ook bijzonder geliefd binnen haar familie alsook binnen het woonzorgcentrum. Het viel vele van onze medewerkers best zwaar haar te moeten afgeven. In heel haar houding, doorheen gebaar en woord, was zij immers in haar grote eenvoud een mooie getuige van Gods goedheid voor de mensheid.
Ik zal haar herinneren als een sterke vrouw die leefde in diepe overgave aan haar Heer, geleid door Gods Geest.
Moge zij een gebedje doen voor ons vanuit haar diepste thuis.
kris
Een mooi getuigenis, Kris. Ja, er zijn nog veel schone mensen. Ook ik heb al vaak mensen schoon zien sterven, omdat ze ook schoon geleefd hadden.
BeantwoordenVerwijderenWonder is het wat die eerste christenen ondernomen hebben. Alleen al hun inzet is een bewijs dat Jezus leeft en dat de H. Geest hen helemaal in bezit had genomen. Paulus waagt zich vandaag op de Areopagus in dat Athene dat toen het centrum was van alle wijsheid en wetenschap. En daar verkondigt hij God, uitgaande van wat hij bij hen gezien had, bv. een altaar voor een onbekende God. Paulus verkondigt de ene ware God zoals ook wij Hem kennen: de Schepper van alles en van allen. Door Hem hebben wij het leven, het bewegen en het zijn. Wij zijn van Zijn geslacht. God gelijkt dus niet op iets dat voortkomt uit de aardse rijkdommen en is ook niet een voortbrengsel van ons menselijk vernuft of kunde. God is de God van Jezus Christus, die uit de doden op is gestaan. Dat was echter een heikel punt. Sommigen spotten daarmee, anderen gingen gewoon weg. Enkelen kwamen tot het geloof. Eigenlijk moesten die vele Atheners niet spotten of weggaan. Zij moesten eigenlijk aan hen laten geschieden wat ook Paulus zelf overkomen was en wat Jezus vandaag in het evangelie zegt: ‘Ik heb nog veel te zeggen, maar nu kan je het nog niet verdragen; als de Geest van de waarheid komt, zal Hij u tot de volle waarheid brengen’. Jezus zegt dat de H. Geest ons verkondigen zal wat Hij van Hem, van Jezus ontvangen heeft, omdat al wat van de Vader is ook van Jezus is. Dat zijn diepe gedachten en ook wij moeten daarin nog groeien en licht ontvangen van de H. Geest. Onze tijd heeft het ook moeilijk met God en met Jezus. Dat Jezus zo één is met God dat de christenen Hem ook God noemen, is voor velen een ergernis. En dat er een opstanding uit de doden is, is ook voor velen op onze dagen een steen des aanstoots. Dat er zelfs een Schepper is, een enorm Verstand en een enorme Kracht achter heel dat uitdijende universum, ook dat kunnen velen niet geloven. Ja, je gelooft of je probeert te geloven, ofwel geloof je niet, maar sommige mensen kunnen misschien ook niet geloven, omdat ze al te veel mee hebben gemaakt of om nog andere redenen. Maar het christelijk geloof is alleszins niet onredelijk of in tegenspraak met de wetenschap. Integendeel. Het geloof werpt een bijzonder licht op al wat we ontdekken en ervaren.
Mooi als mensen in geloof en overtuiging kunnen heengaan.
BeantwoordenVerwijderenIk heb ook mensen zien heengaan,die met hun handen in de lucht sloegen alsof ze iets of iemand wilde wegjagen,een buurvrouw,een schoonbroer die heel moeilijk overleden zijn,angst in de ogen,maar ook mensen die vredig insliepen;laten we bidden voor de stervenden bijzonder in deze coronatijd,dat God hen met een bijzondere compasie binnenhaalt in de hemel.