zaterdag in de 4e paasweek

Vandaag zegt Jezus: ‘Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.’

Wanneer we naar Jezus kijken zien we God die mens geworden is onder ons. In Jezus straalde Gods heerlijkheid. Zijn werken, zijn hele leven, waren daarvan het teken.

Jezus vraagt ons te doen wat Hij gedaan heeft, en wel in zijn naam, dus verbonden en in eenheid met Hem. Wie in deze overgave kan leven wordt op zijn beurt een afstraling van de Vader, en toont, net zoals Jezus, en in Jezus, de Vader aan de wereld.

Dit kan maar wanneer Jezus de ziel mag zijn van je bestaan, van je gebed, van je doen en van je laten, van je werken, je ontspanning, je rust,… ja, de ziel van héél je bestaan.

Het komt erop neer een innige vriendschapsband met Jezus te hebben en deze te onderhouden; een vriend waartegen we alles kunnen zeggen, een vriend die op zijn beurt ook alles tegen ons màg ‘zeggen’, wetende dat die vriend Jezus is, God mensgeworden Woord. In die zin is Jezus wel een heel bijzondere vriend, en maakt het de vriendschap ook zeer bijzonder. Enig zelfs.

Heel de dag door is die goddelijke vriend bij ons; wanneer we expliciet in gebed zijn, maar ook tijdens het ophangen van de was, tijdens onze praatjes met de buren, in de handelingen op ons werk, in de studie die we verrichten, in de rust tijdens de nacht, in de ziekte die we dragen, in de vrede of de woestijn van ons gebed, in de vreugde van onze relaties, in de blijheid van het zingen, in de geboorte van onze kinderen, en ja… ooit ook op ons sterfbed, en hopelijk lang daarna, tot in de eeuwigheid. Ja, nooit verlaat Jezus ons, trouw als Hij is in zijn vriendschap.

Het komt erop neer die vriendschap, aangeboden uit de hemel, diep en warm te beminnen en te koesteren. Dat kunnen we wanneer we de vlam van het gebed levend houden, zowel tijdens ons bidden alsook tijdens de dingen die we doen. Het is Hem met je meedragen zoals je in en uitademt, voort-durend, als een vanzelfsprekendheid. Dit mag uiteraard af en toe zeer bewust, maar het kan en mag de grootste tijd van de dag ook een onbewust gebeuren zijn; een gebeuren van het hart. Het is een stil onderhuids ‘weten’ dat Hij er is; altijd en overal.

Leef in Hem, zing in Hem, dans in Hem, maar bovenal: bemin in Hem. Het is je roeping.

kris

Reacties

  1. Filippus wil de Vader zien, hij wil dat Jezus Hem eens zou tonen. Kun je de Vader zien? De Vader is de oneindige en onzichtbare God die al wat bestaat schept en met Zijn aanwezigheid vult. Wie een beetje gelooft, ziet Hem overal aan het werk. De theoloog Karl Rahner zei van de mens dat hij een transcendentaal wezen is. Dat betekent: een wezen dat leeft van de bijna vanzelfsprekendheid van wat ons overstijgt. Dat was ook mijn eerste ervaring van ‘God’, nog vóór ik ook maar iets van Hem kende. Er was daar een Aanwezigheid. En die Aanwezigheid was zo bepalend dat ik toen al dacht: Daarvoor wil ik leven, dat moeten alle mensen weten. Later heb ik God beter leren kennen en ook Jezus, en nog elke dag mag ik groeien in het begrip krijgen van die Aanwezigheid. Jezus zegt dat wie Hem ziet, de Vader ziet. Jezus’ woorden zijn de woorden die de Vader Hem ingeeft en Jezus’ werken zijn de werken van God zelf. Jezus is a.h.w. een spiegel waarin wij God mogen zien. En ook wij die Jezus proberen te volgen, mogen van de Vader een spiegel zijn, een licht dat Gods licht weerkaatst. Grotere werken zal iemand doen die in Mij gelooft, zegt Jezus. En is dat niet zo? Welke schatten van mensen mogen wij dagelijks niet om ons heen zien? Onze keukenprinsesjes in de kloosterkeuken van wie ik elke middag een stevig maal krijg, de zusters die voor kleine kinderen zorgen, ook in deze Coronatijd, kinderen die thuis niet opgevangen kunnen worden, de kinderen zelf die door de liefde en de geborgenheid van de zusters zelf schatten worden! Jullie kinderen en kleinkinderen zijn dat ook, elk op zijn of haar manier, iedere papa of mama is een schat, elke oma of opa ook. Wat doen onze zorgverleners niet in deze dagen? Al die gezondheidswerkers die op de barricades staan. Wat doen zovele ngo’s niet: maaltijden bezorgen aan hongerige maagjes, en er zijn er zoveel die te weinig hebben in deze wereld, het vee verzorgen van de arme boertjes in Afrika, zoveel vrijwilligers die zich inzetten op Mercy Ships of als arts zonder vakantie of zonder grenzen, of bij de brandweer of het Rode kruis, onze eigen huisdokter, onze bakkers, onze land- en tuinbouwers die zich vaak voor een hongerloon afsloven om ons verse groenten en vers vlees te bezorgen, de vriendelijke juffrouw aan de kassa van onze supermarkten, onze boekhouders, soms – zo hoop ik – ook onze priesters en pastoraal werkenden, Kerknet, Radio Maria en Kris en jullie allen hier op Bijbelcitaat, zovelen, teveel om op te noemen. Zij tonen ons God, ja, zij tonen mij God. En dan zegt men dat God niet bestaat, maar Hij leeft, ook ongeweten, in het hart van elke mens. Jezus heeft onze ogen open gemaakt, door Hem mogen we het zien. Hij bracht ons de Vader, Hij straalde Gods heerlijkheid uit! Neen, zoals in de eerste lezing, veel ‘groten’ zien het niet, maar zoveel eenvoudige mensen zijn ‘vervuld van vreugde en van de H. Geest’, zegt de laatste zin van de lezing uit de Handelingen. Wat meer is: Jezus belooft ons zelfs dat wat wij ook zullen vragen in Zijn naam, dat de Vader het ons zal geven. De Vader verheerlijkt zichzelf in ons. De Vader maakt ons altijd gelukkig, maar niet altijd op de wijze die wij gedroomd hebben. Laten wij, zoals onze paus het zei in zijn laatste audiëntie, roepen tot Jezus zoals de blinde Bartimeüs. Laten wij bedelaars worden voor Gods aangezicht, mensen die bedelen om God! En Hem dan doorgeven aan de wereld.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Mijn hart is vervuld van vreugde ! Jullie beiden Pr.Daniël en Kris tonen ons dagelijks wie God is ! Moge HIJ jullie blijven zegenen en Zijn Vreugde ,Vrede en Liefde geven !!!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ja, we zijn allen bedelaars. Het verschil met sommige anderen is, dat we het Adres kennen waar we altijd kunnen aanbellen.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Het is mij gegeven geweest in vele milieu's te vertoeven en in vele landen te mogen komen.
    Vooral in het Westen heb ik heel wat mensen ontmoet die zegden ongelovig te zijn. Naarmate ik ouder werd ben ik tot het inzicht gekomen dat iedereen wel in iets gelooft; in Iets of Iemand die sterker dan de dood.
    Ik zal een voorval altijd onthouden. Toen we met onze groep een huis wilden kopen ontbrak een essentieel document dat de eigenaar niet terugvond. Die eigenaar noemde zichzelf
    een echte atheïst. Van de Kerk wilde hij niet weten; van de priesters al helemaal niet want die hadden hem alleen maar leugens en sprookjes verteld.
    Toen ik de man vroeg nog eens te zoeken naar dat bewuste document was zijn antwoord :
    " ik ga het eens vragen aan mijn moeder"... ik reageerde ondoordacht "maar je moeder is toch al jaren overleden"... waarop zijn antwoord was " zij is er nog altijd..., het is alleen anders "
    Ik heb stilletjes gezwegen, maar de ongelovige eigenaar was blijkbaar niet zo ongelovig als hij wilde doen geloven. En de volgende dag was het bewuste document er




    BeantwoordenVerwijderen
  5. Mooi !!! zo was er iemand op het werk ,die zei niet in God en Kerk te geloven---;'op een dag zei ze,de enige waar ik in geloof is St Antonius,hij helpt me altijd als ik iets verloren ben,helpt hij me steeds zoeken!!!

    En onze kleinzoon,die ook zegt niet in God te geloven,zei om een dag toen ik zei dat ik badt voor een hopeloos geval,dat we beiden kende;'oma je moet niet meer bidden daarvoor,als je dan niet verhoord wordt ga je boos zijn op God!!!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten