Drie-eenheid - B

Een meditatie over de heilige Drie-eenheid bij de icoon van Roebliev, van de hand van Frans Mistiaen sj met de hulp van Daniël Ange, L'étreinte de feu.

Een icoon kunnen wij best contempleren, dwz. biddend bekijken tot wij getroffen worden, luisteren naar wat het beeld zegt tot ons hart en zelf woorden zoeken van meeleven. Laten wij kijken en aanbidden!

Lees verder onder de afbeelding

Rond een tafel zitten drie Gestalten, die sterk op elkaar gelijken door hun gelaat, hun rustige houding, hun gouden vleugels, maar toch elk een eigenheid hebben. Ze verschillen van elkaar vooral in de kleuren van de kledij, in de neiging van het hoofd en in het gebaar van de handen. De vierde kant van de tafel staat open, naar ons toe, als een uitnodiging opdat wij zouden mee gaan aanzitten aan hun tafel, meespreken met Hun intiem gesprek en zelfs meedrinken van Hun beker. "Wie zijt Gij, Drie hemelse Wezens, met de reis-stok nog in uw hand, de mantel op uw schouder, de sandalen aan uw voeten, dus misschien toch Pelgrims op onze aarde? U, Reizigers onderweg op een lange tocht, die even komen neerzitten onder ons om een rustpauze te houden, Wij willen U ontvangen. Gij moogt bij ons binnen. Wie zijt Gij dan wel, onbekende, onverwachte Gasten? Uw stokken lijken eerder koninklijke scepters. Uw eeuwig jonge gezichten hebben mannelijke trekken, maar getuigen ook van vrouwelijke fijnheid. Uw ogen staan ernstig, zelfs wat droevig, maar Gij schijnt te dansen van geluk. Gij hebt gouden vleugels en aureolen. Zijt Gij misschien drie Engelen? Of eerder: drie Gestalten van God Zelf? Wij kijken naar links, naar de Vader, naar Jezus in het midden, naar de Geest rechts. God Zelf komt bij ons op bezoek. "Blijf bij ons, het wordt al laat!"

Eén kleur komt bij alle Drie voor, het hemels blauw, symbool van het goddelijk Leven. Bij de Vader is het blauwe onderkleed versluierd met een totaal doorzichtig gouden bovenkleed. "Gij Vader, Gij zijt de volheid van het Leven. In U is er geen duisternis. Gij woont in het Licht. Gij zijt Licht"
Boven de Vader merken wij een gebouw met open ramen en deuren: het huis van de Vader, het hemelse Jeruzalem, waar wij allen worden verwacht . De Vader is de enige die het hoofd recht houdt. De andere twee neigen het hoofd in genegen ontzag. De Vader ontvangt Hun eerbiedige buiging. Uit Zijn houding blijkt nochtans geen afstandelijkheid, stijfheid of superioriteit. Hij is helemaal gekeerd naar de anderen. Met heel zijn wezen zoekt Hij toenadering. "Gij, Vader, Gij kunt niet alleen leven. Gij zoekt anderen op. Gij laat de anderen geboren worden. Gij deelt Uzelf mee. Gij schenkt Leven." Met Zijn hand geeft de Vader een gezagvol bevel, een opdracht. Het is een gebaar van scheppend geven. Als wij de vingers volgen dan merken wij dat van die hand een lijn vertrekt, een beweging, die loopt naar de hand van de Zoon, naar de hand van de Geest en verder naar beneden, naar ons toe. "Gij, Vader, schenkt ons elke dag opnieuw het leven dat altijd vol is van gedeelde liefde."

In het midden zit Jezus. Bij Hem merken wij twee felle kleuren: het bruin-rood, symbool van zijn menselijkheid, van zijn lijden, van zijn zelfgave in liefde, en het blauw, symbool van zijn goddelijkheid. Bij Jezus is het bovenkleed blauw. Zijn menselijkheid werd met goddelijkheid bekleed. Bij Hem werd naar buiten getoond dat Hij God was, een openbaring naar de mensen toe. Jezus' rechterzijde is rood. Het is de zijde die werd doorboord. Zijn linkerzijde is blauw, als het water van de goddelijke levensbron. "Een soldaat doorstak zijn zijde met een lans. En terstond kwam er bloed en water uit!" Jezus draagt de gouden stool van de Hogepriester. Hij is dé Bemiddelaar tussen God en de mensen. Boven Hem merken wij een groene boom. De Zoon stierf op een kruis. Door Zijn liefde werd het kruishout een levensboom, die nieuw verrezen leven laat open bloeien in het hart van allen, die naar de Gekruisigde opkijken. Zijn hand zegent de beker op de tafel. Dit is het centrum van de icoon. "Gij, lieveling van de Vader, Gij toont ons uw Liefde tussen de levensboom en de beker, tussen Calvarie en Eucharistie. Gij kijkt naar de Vader, maar biedt uw hart aan de Geest. Gij geeft ons uw Bloed, uw liefdeteken tot het uiterste toe. Gij zijt de Voorganger. Gij zit achter de tafel. Om U te bereiken moeten wij over de tafel heen, langs de beker. Voor ons is de Eucharistie de zichtbare weg naar U toe."

Rechts zit de Geest. Boven Hem - in de meest beschadigde hoek van de icoon - merken wij een berg of een rots: de plek waar de mens God zoekt en waar de bronnen van het leven voor de vallei ontspringen. De Geest in het goddelijk blauw is bekleed met een groene mantel, symbool van het vruchtbare leven op aarde. "Gij, Geest, Gij doet de aarde herleven. Uw lichaam is gebogen als een schaal. Heel uw wezen is één en al ontvankelijkheid. Gij krijgt alles van de andere twee. Gij zijt één en al luisterbereidheid. Gij wilt niets missen van het gesprek tussen de Vader en de Zoon. Gij zit klaar om de opdracht uit te voeren die zij U zullen toevertrouwen. Uw ogen kijken naar de oneindige, nabije diepte. Gij zijt het Gelaat van God naar onze wereld gekeerd. Uw hand wijst naar beneden, naar ons. Gij geeft ons de kracht door, die Gij krijgt van de twee. Al het goede dat wij kunnen doen, gebeurt vanuit de bezieling die wij van U ontvangen."

Drie figuren, maar het belangrijkste van de icoon is toch het geheel. De Drie Gestalten passen perfect in een cirkel. De icoon straalt de volheid van het leven uit, de gemeenschap, de verbondenheid, de eenheid. Zij zitten aan één tafel, delen dezelfde beker. Delen is hun Leven. Zij delen wat zij zijn. God is Gemeenschap. Goddelijk Leven is Liefde delen. "Lieve Tafelgenoten, wat doet Gij toch? Bidt Gij samen? Spreekt Gij met elkaar? Over wie dan wel? Over ons wellicht! Gij schijnt zonder veel woorden iets te bedisselen onder elkaar. Hoe graag zouden wij horen wat Gij elkaar toefluistert. Iets in de aard van: ‘De mensen hebben zich van Ons afgekeerd. Wij moeten iemand zenden om hen te redden. Wie zouden Wij zenden? En hoe kunnen Wij dat doen zonder hun de menselijke waardigheid en vrijheid te ontnemen? Zullen Wij een engel zenden om hen te troosten, of eerder een profeet om hen te berispen met een vurig woord, of liever een koning die hun vrede kan brengen, of toch beter een wijs man naar wie iedereen luistert? Neen, de mens is veel meer waard. Eén van Ons zal zelf gaan!’ En wij horen hoe de Zoon zich aanbiedt: ‘Zend Mij, Vader! Ik zal uw Naam verheerlijken!’ En de Vader antwoordt: ‘Alles wat van Mij is, is ook van U!’ En de Geest beaamt: ‘Geen groter liefde dan Hij die zijn leven geeft voor zijn vrienden!’

Lieve Gasten, er blijft een lege plaats vooraan. Gij lijkt op iemand te wachten. Op ons misschien? Uw geluk wil nog voller worden door ons in uw kring op te nemen. Wij voelen ons uitgenodigd mee aan te zitten, mee te luisteren, mee te spreken, mee te eten en mee te drinken van de beker. Dank U, dat Gij ons nu aan Uw tafel ontvangt." "Vader, ik aanbid U! Jezus, 'k leg mijn leven voor U! Geest van God, o, ik bemin U!"

Reacties

  1. 3 engelen, de 3 vrienden van Abraham

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Over de drieëenheid
    H. Efraïm de syrier, 4de eeuw


    Laten we, als symbool voor de Vader, de zon nemen,
    
voor de Zoon, het licht, 

    en voor de Heilige Geest, de warmte.

    Hoewel Hij één wezen is, neemt men in Hem
    
een drieëenheid waar.
    
Het onverklaarbare begrijpen, wie is dat gegeven?

    Deze eenheid is meervoudig: één is gevormd uit drie, 

    en drie vormen slechts één, 

    groot mysterie en manifest wonder.

    De zon is te onderscheiden van zijn straling
    
hoewel zij verenigd zijn;
    
zijn straal is immers ook de zon.

    Toch spreekt niemand van twee zonnen, 

    zelfs als de straal
    
hier beneden ook de zon is.

    We zeggen net zo min dat er twee Goden zijn

    God, dat is Onze Heer;
    maar ook Hij, die boven al het geschapene is.

    Wie kan aanwijzen hoe en waar 

    de straal met de zon verbonden is,
    
en zijn warmte, ook al is die vrij?

    Zij zijn niet gescheiden noch verward,
    
verenigd en toch te onderscheiden

    vrij maar verbonden, o wonder.

    Wie kan, ook al kijkt hij nog zo goed, greep op hen krijgen?
    
Terwijl ze op het oog

    toch zo simpel, zo eenvoudig lijken.


    Terwijl de zon hoog in de lucht verblijft,

    zijn zijn helderheid en zijn gloed,

    voor hen hier beneden, een duidelijk symbool.

    Ja, zijn straling is neergedaald op aarde
    
en bewoont onze ogen
    
zoals hij ons lichaam bekleedde.

    Wanneer de ogen, zoals van de doden, zich sluiten bij de slaap,

    verlaat hij hen, 

    zij die vervolgens weer zullen ontwaken.

    En hoe het licht bij het oog naar binnen komt,

    niemand kan dat begrijpen, 

    zo ook komt de Heer bij ons in het hart.

    Zo heeft onze Redder een lichaam bekleed,

    om, in al zijn kwetsbaarheid,
    
het heelal te komen heiligen.

    Maar, wanneer de straal weer terugkeert tot zijn bron,

    is hij nooit gescheiden geweest,

    van diegene die hem verwekte.

    Hij laat zijn warmte achter voor hen hier beneden

    zoals onze Heer,

    de Heilige Geest aan zijn leerlingen heeft nagelaten.

    Kijk naar deze beelden in de geschapen wereld

    en twijfel niet aan de Drie,

    want anders zul je je verliezen.

    Dat wat duister was heb ik voor je verhelderd:

    Hoe de drie één zijn,

    drieëenheid die slechts één wezen vormt!

    Refrein:
 Gezegend Hij die u zond.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten